managing21.be

Managing21: een blik op het heden en de toekomst van de economie.

Archive for the 'energie' Category

Zwitserland bouwt spoorlijnen om tot zonnecentrales

Posted by managing21 on 10th oktober 2024

In het Zwitserse kanton Neuchâtel wordt op een spoorlijn een batterij zonnepanelen geïnstalleerd. Dat heeft het Zwitserse Office Fédéral des Transports (OFT) aangekondigd. Aan het bedrijf Sun-ways werd een vergunning verleend om aan het station van Buttes over een afstand van honderd meter 48 zonnepanelen te installeren. Het project wordt de eerste Zwitserse verwijderbare zonnecentrale die op een spoorlijn kan worden geplaatst.

Het Zwitserse bedrijf Sun-ways wil op de spoorlijn tussen Neuchâtel en Val-de-Travers een experimentele zonnecentrale met een vermogen van 18 kilowatt installeren. De centrale bestaat uit 48 panelen met elk een vermogen van 380 watt. De installatie van de centrale vergt een investering van 621.800 euro. De opgewekte elektriciteit zal op het lokale stroomnet worden geïnjecteerd. De bouw van de centrale gebeurt in samenwerking met het lokale elektriciteitsbedrijf Viteos en DG-Rail, een bedrijf dat gespecialiseerd is in elektrische installaties voor spoorwegen.

Ongeveer de helft van het wereldwijde spoorwegnet zou met zonnepanelen kunnen worden uitgerust. – Foto: Sun-ways

Sun-ways had al langer een aanvraag voor het project lopen. In de zomer van vorig jaar had het Office Fédéral des Transports de aanvraag nog afgewezen. Het dossier omvatte volgens het Zwitserse transportbureau te weinig technische referenties over de plannen. Sindsdien heeft het bedrijf echter rapporten van de Haute Ecole d’Ingénierie et de Gestion du Canton de Vaud en het Zwitserse bedrijf Geste Engineering, specialist in grootschalige spoorwegprojecten. Bedoeling was aan te tonen dat het systeem perfect compatibel is met de veiligheidscriteria van het Zwitserse transportbureau.

Sun-ways wijst erop dat het project een perfect antwoord kan bieden voor een aantal problemen waarmee zonnekracht wordt geconfronteerd. De installatie van zonnecentrales in de Alpen wordt met een aantal controverses geconfronteerd. Er is immers bij diverse belangengroepen verzet gerezen tegen de installatie van de zonnecentrales, die volgens hen het alpenlandschap zouden verstoren. In juni van dit jaar hadden de Club Alpine Suisse en de organisatie Mountain Wilderness nog beroep aangetekend tegen een vergunning voor de bouw van een grootschalige zonnecentrale in Oberwil.

“De technologie van Sun-ways zou een relevant antwoord op die problemen kunnen bieden en kan helpen om de noodzakelijke toename van de elektriciteitsproductie door zonnekracht kunnen opleveren”, benadrukken woordvoerders van het bedrijf. “De toepassing maakt immers gebruik van een ongebruikte ruimte zonder het treinverkeer of het onderhoud en de inspectie van de spoorinfrastructuur te verstoren.”

Sun-ways verduidelijkte dat de zonnepanelen handmatig of mechanisch kunnen worden geïnstalleerd met behulp van een spoorwegmachine die speciaal is ontworpen door Scheuchzer, een expert in spoorwegonderhoud. De machine zou tot duizend vierkante meter zonnepanelen kunnen installeren. Bovendien is de zonnecentrale verwijderbaar om eventuele onderhoudswerkzaamheden mogelijk te maken.

De vergunning van het Zwitserse transportbureau is wel onderworpen aan verschillende technische voorwaarden. Onder meer zullen bij het pilootproject een aantal tests en metingen moeten worden uitgevoerd. Dit moet ervoor zorgen dat er geen schadelijke gevolgen voor de spoorweginfrastructuur zullen zijn.

Uitdagingen

“Iedere spoorweg zou met zonnepanelen moeten worden uitgerust”, benadrukt Joseph Scuderi, chief executive van Sun-ways. “De energiesector hoefde niet overtuigd te worden van het idee. Bij de spoorwegbedrijven waren meer twijfels, want de meeste installaties van zonnepanelen zijn niet zo eenvoudig te verwijderen en terug te plaatsen. Er wordt aan het spoor immers doorlopend gewerkt, terwijl er elke vier tot vijf jaar een grote onderhoudsbeurt wordt gepland. De zonnepanelen moeten dus gemakkelijk kunnen worden verwijderd en opnieuw geplaatst.”

Sun-ways ontwikkelde een technologie die het verwijderen en plaatsen van de zonnepanelen vergemakkelijkt. Daarbij kreeg de onderneming de ondersteuning van het bedrijf Scheuchzer, dat een machine heeft ontwikkeld om die manoeuvres gemakkelijk uit te voeren. 

Het Zwitserse spoorwegnet heeft een totale lengte van 5.317 kilometer. Wanneer die afstand volledig met zonnepanelen zou worden uitgerust, zou jaarlijks één terawattuur zonnekracht per jaar kunnen worden geproduceerd. Sunways heeft al uitbreidingsplannen naar Duitsland, Oostenrijk en Italië. “Er liggen wereldwijd meer dan één miljoen kilometer spoorlijnen”, benadrukte Baptiste Danichert, voorzitter van Sun-ways. “Wij zijn ervan overtuigd dat 50 procent van dat wereldwijde spoornet met ons systeem zou kunnen worden uitgerust.”

De spoorwegfederatie International Union of Railways (UIC) noemt het initiatief interessant, maar benadrukt wel dat er nog een aantal uitdagingen moeten worden aangepakt. Daarbij wordt gewag gemaakt van een mogelijk hoger risico op brand in de groenstroken langs de spoorlijnen. Het harde oppervlak van de zonnepanelen zou bovendien mogelijk voor extra geluidsoverlast kunnen zorgen. Verder zou de lichtreflectie van de panelen de treinbestuurders kunnen hinderen.

Sun-ways zegt echter dat zijn zonnepanelen de opgeworpen problemen kunnen vermijden. Het bedrijf benadrukt onder meer dat ze panelen zwart zijn gekeurd en zijn uitgerust met een reflectiefilter, zodat hinder voor de machinisten is uitgesloten. Verder wordt erop gewezen dat de treinen achteraan kunnen worden voorzien van ronde borstels, die vuil op het oppervlak van de panelen kunnen verwijderen. Ook de vorming van ijs en sneeuw op de panelen zou kunnen worden aangepakt.

Meer over dit onderwerp:

Posted in energie, milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Zwitserland bouwt spoorlijnen om tot zonnecentrales

Tewerkstelling in hernieuwbare energie toont nieuwe recordgroei

Posted by managing21 on 5th oktober 2024

De sector van de hernieuwbare energie heeft het voorbije jaar wereldwijd 2,5 miljoen nieuwe banen gecreëerd. Dat is een nieuw record. In China werd de grootste groei opgetekend. Dat blijkt uit een rapport van het International Renewable Energy Agency (Irena) en de International Labour Organization (ILO).

Eind vorig jaar vertegenwoordigde de sector van de hernieuwbare energie wereldwijd 16,2 miljoen arbeidsplaatsen. Dat betekende een stijging met 18 procent tegenover het jaar voordien. “Maar de sector vertoont wereldwijd een bijzonder ongelijkmatig beeld”, benadrukte Francesco La Camera, directeur-generaal van Irena. “In China werken 7,4 miljoen mensen in de sector van de hernieuwbare energie. Daarmee vertegenwoordigt het Aziatische land 46 procent van de wereldwijde tewerkstelling in de sector.”

Zonnekracht is binnen de sector van de hernieuwbare energie de grootste werkgever. – Foto: Iberdrola

In de Europese Unie biedt hernieuwbare energie werk aan 1,8 miljoen mensen, gevolgd door Brazilië (1,56 miljoen mensen). In de Verenigde Staten en India zijn bijna één miljoen mensen in de sector actief. “Daarentegen bood de hernieuwbare energie in Afrika, ondanks een immens potentieel aan hulpbronnen, vorig jaar slecht aan 324.000 mensen werk.

“De energietransitie en de sociaaleconomische voordelen van deze evolutie zouden niet tot één of twee regio’s beperkt mogen blijven”, benadrukte Francesco La Camera nog. “Als we allemaal onze gezamenlijke belofte willen nakomen om de capaciteit voor hernieuwbare energie tegen eind dit decennium te verdrievoudigen, moet de wereld inspanningen doen om gemarginaliseerde regio’s te ondersteunen bij het aanpakken van barrières die hun transitie in de weg staan.” Het doel om de capaciteit voor hernieuwbare energie tegen 2030 te verdrievoudigen, werd vorig jaar vastgesteld tijdens de klimaatbesprekingen van de Verenigde Naties in Dubai.

Zonnekracht

Het rapport merkte nog op dat zonnekracht in de industrie van de hernieuwbare energie met 7,2 miljoen banen de grootste werkgever is. In China zijn 4,6 miljoen mensen actief met de productie en installatie van zonnepanelen. Vloeibare biobrandstoffen bieden werk aan 2,8 miljoen mensen. Een derde van die arbeidsplaatsen zijn in Brazilië terug te vinden. Waterkracht vertegenwoordigde vorig jaar 2,3 miljoen banen. Dat weerspiegelde een daling met 200.000 arbeidsplaatsen tegenover het jaar voordien. In de windenergie werden tenslotte 1,5 miljoen banen geregistreerd. China had in deze tewerkstelling een aandeel van 52 procent, gevolgd door Europa met 21 procent.

“Om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag van de energietransitie naar diverse vaardigheden en talenten, moet het beleid maatregelen nemen om een grotere diversiteit aan medewerkers te kunnen rekruteren en een sterkere gendergelijkheid te bereiken”, merkt La Camera op. “Vrouwen vertegenwoordigen in de hernieuwbare energie nog altijd maar 32 procent van de totale beroepsbevolking. De gendergelijkheid blijft in de sector dan ook nog altijd veraf, zelfs terwijl het totale aantal banen blijft stijgen. Het is essentieel dat onderwijs en training leiden tot diverse arbeidsmogelijkheden voor vrouwen, jongeren en leden van minderheden en kansarme groepen.”

“Investeren in onderwijs, vaardigheden en training kan helpen om alle werknemers uit de industrie van de fossiele brandstoffen om te scholen, genderproblemen en andere ongelijkheden aan te pakken en de beroepsbevolking voor te bereiden op nieuwe functies in duurzame energie”, betoogde Gilbert Houngbo, directeur-generaal van de International Labour Organization. “Indien we werknemers willen uitrusten met de kennis en vaardigheden die ze nodig hebben om te garanderen dat de energietransitie rechtvaardig en duurzaam is, moeten ze ook toegang krijgen tot fatsoenlijke banen.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in energie, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Tewerkstelling in hernieuwbare energie toont nieuwe recordgroei

Verenigd Koninkrijk neemt afscheid van  laatste steenkoolcentrale

Posted by managing21 on 3rd oktober 2024

In het Verenigd Koninkrijk wordt bij de opwekking van elektriciteit niet langer op steenkool beroep gedaan. In Ratcliffe-on-Soar (Nottinghamshire) heeft immers de laatste steenkoolcentrale van het land zijn deuren gesloten. Die gebeurtenis betekent een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk, dat de geboorteplaats was van de energievoorziening door steenkoolcentrales, maar nu de eerste grote economie van de wereld is die van de sector definitief afscheid neemt.

Het Verenigd Koninkrijk was voor zijn energievoorziening 142 jaar lang afhankelijk van steenkool, een fossiele brandstof die een grote luchtverontreiniging veroorzaakt. Geen enkele andere brandstof produceert meer broeikasgassen dan steenkool. Om de impact van de energiesector op de klimaatverandering te verminderen, moet er dan ook op alternatieven worden overgeschakeld.

De centrale van Ratcliffe-on-Soar kon een jaar eerder dan oorspronkelijk voorzien worden gesloten. – Foto: Uniper

Het Verenigd Koninkrijk opende in 1882 de steenkoolcentrale van Holborn Viaduct in Londen, waarmee de straatverlichting in de Britse hoofdstad moest worden gevoed. Holborn Viaduct, gebouwd door uitvinder Thomas Edison, was de eerste steenkoolcentrale van de wereld. Lange tijd zou steenkool in het Verenigde Koninkrijk nagenoeg de enige producent van elektriciteit zijn. In het begin van de jaren negentig van de voorbije eeuw werd steenkool in die productie echter steeds meer door gas worden vervangen, maar zou toch nog twee decennia een cruciaal onderdeel van het Britse elektriciteitsnet blijven.

Nieuwere gascentrales en kernreactoren kregen een grotere functie in de Britse energievoorziening. Het gebruik van de steenkoolcentrales werd steeds duurder. De regelgeving vereiste immers dure upgrades om de vervuiling te verminderen. In 2012 genereerde steenkool in het Verenigd Koninkrijk nog steeds 39 procent van de elektriciteit. Maar naarmate de wetenschap rond klimaatverandering groeide, werd duidelijk dat de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd moest worden verminderd. 

Als de meest vervuilende fossiele brandstof was steenkool daarbij een belangrijk doelwit. In 2008 stelde het Verenigd Koninkrijk zijn eerste wettelijk bindende klimaatdoelen vast en in 2015 maakte Amber Rudd, toenmalig Brits minister van energie en klimaatverandering, bekend dat het land binnen een periode van tien jaar zou stoppen met het gebruik van steenkool.

In 2010 genereerden hernieuwbare energiebronnen in het Verenigd Koninkrijk slechts 7 procent van de elektriciteitsvoorziening. In de eerste helft van dit jaar was dat aandeel al echter tot meer dan 50 procent – een nieuw record – gegroeid. De snelle groei van duurzame energie betekende dat steenkool eerder al voor korte periodes volledig kon worden uitgeschakeld. In 2017 werden in het Verenigd Koninkrijk de eerste steenkoolvrije dagen konden worden gemeld. De groei van hernieuwbare energiebronnen bleek zo succesvol dat de centrale van Ratcliffe-on-Soar al een jaar eerder dan oorspronkelijk voorzien kon worden gesloten.

De centrale van Ratcliffe-on-Soar, uitgebaat door het Duitse energiebedrijf Uniper, werd in 1967 opgestart. Tussen het ogenblik dat Holborn Viaduct in 1882 werd opgestart tot de sluiting van Ratcliffe-on-Soar hebben de Britse steenkoolcentrales volgens de analisten van Carbon Brief 4,6 miljard ton steenkool verbrand. Daarbij werd ook 10,4 miljard ton koolstofdioxide uitgestoten.

Romeinse baden

De afhankelijkheid van Groot-Brittannië van steenkool dateert volgens geschiedkundigen uit de tijd van het Romeinse Rijk. Daarbij wordt opgemerkt dat Romeinse veroveraars mogelijk met mijnbouw zijn gestart in de regio Nettlebridge (Somerset). De gewonnen steenkool moest worden gebruikt als brandstof voor de verwarming van de Romeinse baden en het smeden van ijzer. Maar vooral de industriële revolutie maakte van steenkool een pijler van de opkomende economische macht van Groot-Brittannië.

Dankzij een sterke bevolkingsaangroei kende ook een vraag naar steenkool in de achttiende eeuw een echte explosie. Aanvankelijk had de opkomende Britse mijnbouwindustrie moeite om aan die vraag te voldoen, maar de uitvinding van de stoommachine in 1712 ontsloot het potentieel van de overvloedige reserves van Groot-Brittannië in de steenkoolvelden van centraal Schotland, Zuid-Wales, de Midlands en Noordoost-Engeland.

Britse mijnen werden destijds vaak geteisterd door overstromingen. Maar motoren, aangedreven door steenkool, konden dat water wegpompen, waardoor toegang werd verkregen tot diepere en grotere reserves. Hierdoor kon de ontginning van steenkool sterk worden opgedreven. In het begin van de achttiende eeuw bereikte de Britse mijnbouw een niveau van ongeveer 3 miljoen ton steenkool per jaar. Tegen de jaren dertig van de negentiende eeuw was dat echter al opgelopen tot meer dan 30 miljoen ton per jaar.

In het begin van de negentiende eeuw werd steenkool aangewend voor de aanmaak van stadsgas, dat voor de straatverlichting werd gebruikt en ook diende voor de uitbreiding van de opkomende spoorwegen. In 1882 werd vervolgens de eerste steenkoolcentrale – Holborn Viaduct – in gebruik genomen.

Meer over dit onderwerp:

Posted in energie, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Verenigd Koninkrijk neemt afscheid van  laatste steenkoolcentrale

Europese consumptie aardgas heeft piek wellicht gepasseerd

Posted by managing21 on 30th september 2024

Europa heeft wellicht zijn piek in de consumptie van vloeibaar gemaakt aardgas (lng) gepasseerd. De Europese vraag naar de brandstof is tijdens de eerste helft van dit jaar al met 20 procent gedaald tegenover dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit een rapport van het Institute for Energy Economics and Financial Analysis (IEEFA).

“De terminals voor de invoer van vloeibaar aardgas in Europa worden minder intensief gebruikt”, benadrukt Ana Maria Jaller-Makarewicz, energieanalist bij het Institute for Energy Economics and Financial Analysis. “Over het hele continent wordt immers een daling van de vraag opgemerkt. Er bestaat dan ook een reële kans dat de Europese infrastructuur voor de import van aardgas steeds meer onderbenut zal raken.”

De Europese Unie heeft tijdens de eerste helft van dit jaar de lng-import met 18 miljard kubieke meter verminderd. – Foto: Nakilat

Vorig jaar was het Europese gasverbruik al tot het diepste punt in een decennium teruggevallen. Tijdens de eerste helft van dit jaar werd nog eens een daling met 5,4 procent geregistreerd tegenover dezelfde periode vorig jaar. In de Europese Unie werd een terugval met 3 procent genoteerd. Hierdoor is er ook minder behoefte aan de import van aardgas, waarbij tijdens de eerste helft van dit jaar in Europa al een daling met 20 procent moest worden gemeld. In de Europese Unie was er sprake van een inkrimping met 11 procent.

“Deze cijfers suggereren dat Europa wellicht al de piek in zijn lng-consumptie is gepasseerd”, werpt Jaller-Makarewicz op. “Verwacht wordt dat de Europese vraag naar gas tegen eind dit decennium nog eens met 37 procent zal dalen. Deze trend weerspiegelt zich ook in het gebruik van de terminals voor de import van aardgas in de Europese Unie. In de eerste helft van vorig jaar kon nog een gebruik van 62,8 procent worden geregistreerd, maar tijdens dezelfde periode dit jaar is dat cijfer al tot 47,2 procent is teruggevallen.”

Nadat Oekraïne in 2022 werd aangevallen, vielen ook de leveringen van Russisch gas door pijpleidingen sterk terug. Daarop beslisten vele Europese landen nieuwe terminals voor de import van aardgas te bouwen. Maar de recente ontwikkelingen maken duidelijk dat die inspanningen mogelijk niet hun maximale rendement halen. “De bouwgolf aan nieuwe gasterminals in Europa loopt mogelijk op zijn einde”, geeft Jaller-Makarewicz aan. “Een aantal landen hebben de aanleg van terminals inmiddels al uitgesteld of geannuleerd.” 

Sinds begin vorig jaar zijn nieuwe terminals of uitbreidingen in Albanië, Cyprus, Ierland, Letland, Litouwen en Polen opgeschort. “Het is verder onduidelijk of de drie geplande terminals in Griekenland zullen worden gerealiseerd”, benadrukt Jaller-Makarewicz.

Sinds begin 2022 heeft Europa zijn importcapaciteit voor aardgas met 23 procent opgevoerd. Dat komt overeen met een volume van 58 miljard kubieke meter (bcm). Duitsland voegde de grootste capaciteit toe (16 miljard kubieke meter), gevolgd door Nederland (13 miljard kubieke meter), Turkije (7,7 miljard kubieke meter), Italië (7,5 miljard kubieke meter), Frankrijk (6,5 miljard kubieke meter) en Finland (5 miljard kubieke meter).

“Ondanks de dalende vraag plannen veel Europese landen echter nog steeds investeringen in nieuwe infrastructuur voor de import van aardgas”, voert Jaller-Makarewicz aan. “Dit zou ertoe kunnen leiden dat tegen eind dit decennium driekwart van de lng-importcapaciteit van het continent onbenut blijft.”

Russische import

Verder wordt opgemerkt dat de import van Russisch vloeibaar aardgas in Europa tijdens de eerste helft van dit jaar met 11 procent is gestegen tegenover dezelfde periode vorig jaar. Nochtans streeft de Europese Unie ernaar om zijn afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen tegen 2027 te beëindigen.

De import van Russisch aardgas in Frankrijk steeg tijdens de eerste helft van dit jaar met 110 procent, terwijl in Spanje een status-quo werd opgetekend en in België een daling met 16 procent werd gemeld. Deze drie landen vertegenwoordigden tijdens de eerste zes maanden van dit jaar 87 procent van de totale import van Russisch aardgas in Europa. In juni stemde de Europese ermee in om Russisch aardgas niet meer in haar havens over te slaan voor een verdere export naar derde landen. Dat verbod gaat in vanaf maart volgend jaar. 

“De overeenkomst van Oekraïne met Rusland over de doorvoer van aardgas loopt eind dit jaar af”, zegt Jaller-Makarewicz. “Aangezien de Europese import van de brandstof blijft dalen, is het onwaarschijnlijk dat de leveringszekerheid van het continent wordt aangetast indien deze overeenkomst niet wordt verlengd.”

Europa importeerde tijdens de eerste helft van dit jaar 18 miljard kubieke meter vloeibaar gemaakt aardgas minder dan tijdens dezelfde periode vorig jaar. Deze daling is groter dan de 14,6 miljard kubieke meter Russisch gas die vorig jaar met pijpleidingen door Oekraïne naar Europa werd geëxporteerd.

Meer over dit onderwerp:

Posted in energie, grondstoffen | Reacties uitgeschakeld voor Europese consumptie aardgas heeft piek wellicht gepasseerd

Uitgedoofde vulkanen schatkamer van zeldzame aardmetalen

Posted by managing21 on 30th september 2024

Een mysterieus type magma dat in uitgedoofde vulkanen over de wereld kan worden gevonden, zou een overvloedige voorraad zeldzame aardmetalen kunnen bevatten. Daardoor zouden grote voorraden cruciale ingrediënten voor elektrische voertuigen, windturbines en andere duurzame technologieën beschikbaar kunnen worden. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan de Australian National University en de University of the Chinese Academy of Sciences.

Zeldzame aardmetalen – waaronder lanthaan, neodymium en terbium – zijn van cruciaal belang om de wereld te helpen haar lange, destructieve relatie met fossiele brandstoffen, die een belangrijke bijdrage leveren tot de klimaatverandering, te verbreken. Deze materialen – zogenaamde zeldzame aardmetalen – zijn in realiteit weliswaar geen zeldzaamheid, maar kunnen bij de ontginning vaak voor aanzienlijke problemen zorgen. Deze grondstoffen worden immers vaak in lage concentraties in de ondergrond aangetroffen. Een ontginning wordt hierdoor complex en duur.

Uitgedoofde vulkanen kunnen mogelijk een nieuwe bron van zeldzame aardmetalen worden. – Foto: Pixabay/Julian Hacker

Nu de vraag naar zeldzame aardmetalen toeneemt, haasten veel landen zich om nieuwe bronnen te vinden om hun afhankelijkheid van China, dat momenteel de toeleveringsketen domineert, te doorbreken. “Deze studie opent mogelijk een nieuwe weg voor de winning van zeldzame aardmetalen”, betoogde onderzoeksleider Michael Anenburg, geoloog aan de Australian National University.

Het onderzoek werd geïnspireerd door de ontdekking van vorig jaar van een enorme afzetting van zeldzame aardmetalen in de Zweedse mijnstad Kiruna. De stad situeert zich boven een enorme massa ijzererts die ongeveer 1.600 miljoen jaar geleden werd gevormd na intense vulkanische activiteit. “De grote concentratie gevonden aardmetalen riep een nieuwe vraag op”, benadrukte Anenburg. “We wilden achterhalen waarom die voorraad in Kiruna kon worden gevonden. Er zou immers sprake kunnen zijn van een geologisch toeval, maar mogelijk zouden ijzerrijke vulkanen een inherente eigenschap hebben waardoor er op dezelfde locatie ook zeldzame aardmetalen aanwezig waren.”

Het was echter niet gemakkelijk om voor het fenomeen een verklaring te vinden. “Dit type vulkaan is ongelooflijk zeldzaam”, verduidelijkte Anenburg. “We hebben nog nooit ijzerrijk magma uit een actieve vulkaan zien uitbarsten. Wel weten we dat sommige uitgedoofde vulkanen, die miljoenen jaren oud zijn, dit raadselachtige type uitbarsting hebben gekend.”

Om dat probleem aan te pakken, simuleerden de wetenschappers in hun laboratorium een magnakamer. Dat gebeurde met behulp van een synthetisch gesteente dat in samenstelling vergelijkbaar was met de stoffen die bij de uitgedoofde vulkanen konden worden aangetroffen. “Wanneer het gesteente in een drukoven tot extreem hoge temperaturen werd verhit en begon te smelten, absorbeerde het ijzerrijke magma alle zeldzame aardmetalen die in de omgeving aanwezig waren”, stipte Anenburg aan. “Dit ijzerrijke magma bleek in het concentreren van zeldzame aardmetalen tot tweehonderd keer efficiënter te zijn dan het magma dat traditioneel uit gewone vulkanen komt.”

Leefmilieu

De bevindingen suggereren dat onontgonnen afzettingen van zeldzame aardmetalen zich in uitgedoofde vulkanen over de hele wereld – onder meer in de Verenigde Staten, Chili en Australië – zouden kunnen bevinden. Op een groot aantal van deze locaties was er al eerder sprake van de ontginning van ijzererts. “Dit kan belangrijke voordelen bieden voor zowel het leefmilieu als het bedrijfsleven”, meende Anenburg. “De bedrijven kunnen uit hun mijnen meer waarde halen, terwijl er ook misschien geen nieuwe locaties moeten worden gebruikt voor de winning van belangrijke grondstoffen.”

De ontginning van zeldzame aardmetalen gaat vaak met ernstige milieuproblemen gepaard. Bij de winning van de grondstoffen wordt immers gebruik gemaakt van giftige chemicaliën die de bodem en het grondwater kunnen vervuilen. Daarnaast is er ook sprake van aantijgingen van inbreuken tegen de mensenrechten in de toeleveringsketen, waarbij onder meer gewezen werd op het gebruik van kinderarbeid.

Een aantal experts heeft gesuggereerd dat er meer aandacht zou moeten worden besteed aan de recyclage van zeldzame aardmetalen als mogelijke alternatief voor mijnbouw. Uit een recent onderzoek is gebleken dat materialen van oude mobiele telefoons, elektrische voertuigen en andere bronnen een enorme en vaak genegeerde bron van zeldzame aardmetalen kunnen vormen. Hierdoor zou de noodzaak aan nieuwe ontginningen sterk kunnen worden verminderd.

Meer over dit onderwerp:

Posted in energie, grondstoffen | Reacties uitgeschakeld voor Uitgedoofde vulkanen schatkamer van zeldzame aardmetalen

Noorwegen klaar voor massale opslag koolstofdioxide in zeebodem

Posted by managing21 on 29th september 2024

Noorwegen heeft op het eiland Oygarden officieel de terminal van zijn enorme onderzeese kluis voor koolstofdioxide geopend. Dat betekent een cruciale stap voordat het land het project Northern Lights, de eerste commerciële service voor het transport en de opslag van koolstofdioxide, lanceert. Northern Lights is een joint-venture van de olieconcerns Equinor (Noorwegen), Shell (Verenigd Koninkrijk en Nederland) en TotalEnergies (Frankrijk).

Northern Lights wil de emissies van koolstofdioxide door fabrieken in Europa in geologische reservoirs onder de zeebodem injecteren. Bedoeling is om te voorkomen dat er nog meer broeikasgassen in de atmosfeer terechtkomen. Op die manier wil het land helpen de klimaatverandering tot stilstand te brengen. De terminal is gebouwd aan de kust van de Noordzee en telt twaalf opslagtanks voor de opslag van koolstofdioxide, dat per schip uit allerlei Europese landen zal worden aangevoerd.

Vanuit de tanks zal het broeikasgas door een 110 kilometer lange lange pijpleiding naar de zeebodem worden geleid. Daar zal de koolstofdioxide op een diepte van ongeveer 2,6 kilometer voor permanente opslag in de zeebodem worden geïnjecteerd. Northern Lights zal naar verwachting volgend jaar zijn eerste voorraden koolstofdioxide in de ondergrond begraven. In eerste instantie wordt gewerkt met een opslagcapaciteit van 1,5 miljoen ton koolstofdioxide per jaar. In een tweede fase wordt – indien er een voldoende vraag wordt vastgesteld – een eventuele uitbreiding naar 5 miljoen ton per jaar voorzien.

Vanuit de terminal op Oygarden wordt het gas door pijpleidingen in de zeebodem geïnjecteerd. – Foto: Northern Lights

“Northern Lights is echt een demonstratieproject dat moet bewijzen dat de afvang en opslag van koolstofdioxide een technisch haalbare oplossing is”, benadrukte Tim Heijn, directeur van Northern Lights. “De ondergrondse opslag van koolstofdioxide is een hulpmiddel dan kan worden gebruikt om de klimaatverandering te bestrijden.”

De technologie van Carbon Capture and Storage (CCS) is complex en duur, maar wordt door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties en het Internationaal Energieagentschap (IEA) bepleit. De maatregel moet vooral de uitstootvoetafdruk van industrieën  zoals cement en staal, die moeilijk kunnen worden gedecarboniseerd, verkleinen.

Volgens het internationale energieagentschap heeft de wereld momenteel slechts over een opslagcapaciteit van 50,5 miljoen ton. Dat is nauwelijks 0,1 procent van de jaarlijkse wereldwijde uitstoot van koolstofdioxide.

Om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius ten opzichte van het niveau van het pre-industriële tijdperk, zou afvang en opslag tegen eind dit decennium een niveau van minstens één miljard ton per jaar moeten kunnen realiseren. De technologie, die zich nog in een vroeg stadium bevindt, kent een trage ontwikkeling. Dat heeft onder meer te maken met de hoge kosten van het systeem, vooral vergeleken met de bedragen die de bedrijven voor emissierechten moeten betalen.

Daarom is de afvang en opslag van koolstofdioxide sterk afhankelijk van subsidies. “Publieke steun was en zal cruciaal zijn om zulke innovatieve projecten vooruit te helpen, vooral omdat de kosten van afvang en opslag nog steeds hoger zijn dan de kosten van de uitstoot van koolstofdioixde in Europa”, benadrukt Daniela Peta, woordvoerder van het Global CCS Institute.

De Noorse overheid heeft 80 procent van de totale kosten van Northern Lights gefinancierd. Het totale bedrag van de investering is niet bekend gemaakt. Maar Northern Lights maakt deel uit van Longship, een ambitieus plan ter waarde van 30 miljard kronen ( 2,9 miljard dollar) van de Noorse overheid voor de afvang, het transport en de opslag van koolstofdioxide. De Noorse staat draagt in het project 20 miljard kronen bij. 

De Noordzee is met zijn uitgeputte velden voor de winning van olie en gas en zijn uitgebreide netwerk pijpleidingen een ideale plek om ongewenste broeikasgassen te begraven. Er zijn in Europa nog verschillende andere onderzeese opslagprojecten in ontwikkeling. Voor de kust van Denemarken bouwt het Britse chemieconcern Ineos met drieëntwintig partners het project Greensand, dat eind 2025 of begin 2026 moet worden gelanceerd.

Greenwashing

Longship omvatte aanvankelijk de oprichting van twee opslaglocaties in Noorwegen. De cementfabriek Heidelberg Materials in Brevik zal naar verwachting volgend jaar beginnen met het verschepen van de afgevangen emissies naar de locatie. Maar de stijgende kosten hebben de energiecentrale Hafslund Celsio in Oslo gedwongen zijn plannen te herzien. Northern Lights heeft ook haar eerste commerciële grensoverschrijdende contracten veiliggesteld. Het project tekende een akkoord met de Noorse kunstmestfabrikant Yara en energieconcern Orsted om koolstofdioxide te begraven van een ammoniakfabriek in Nederland en twee biomassacentrales in Denemarken.

Maar het is niet eenvoudig om deals te sluiten wanneer het emissiehandelssysteem (ETS) van de Europese Unie een betaalbare optie blijft. “Door het systeem van de emissierechten kunnen producenten van koolstofdioxide tegen betaling verder blijven uitstoten en hoeven ze geen efficiënte oplossing te zoeken”, betoogt Heijn. “Er zal pas een doorbraak kunnen worden gerealiseerd wanneer de opslag op grote schaal kan worden geïmplementeerd. Dit betekent echter dat er voldoende producenten van koolstofdioxide bereid zijn om hun opslagstrategie te veranderen.”

Een aantal milieuactivisten is echter niet overtuigd van de technologie. Daarbij hebben ze ook hun bekommernis over het risico op lekken geuit. “Northern Lights is niet anders dan greenwashing”, benadrukte Frode Pleym, hoofd van Greenpeace Noorwegen. “Het project wordt door oliebedrijven geleid. Hun doel is om olie en gas te kunnen blijven oppompen. De afvang en opslag van koolstofdioxide, de elektrificatie van platforms en een reeks aanverwante maatregelen worden door de oliesector op een cynische manier gebruikt om te voorkomen dat er iets aan hun enorme emissies wordt gedaan”, betoogde Pleym.

Die aantijgingen worden door Terje Aasland, Noors minister van energie, echter tegengesproken. “Indien er niet tot een opslag van broeikasgassen wordt overgegaan, zal er geen antwoord op de klimaatuitdagingen kunnen worden gegeven, of zullen industrieën moeten sluiten. Dit scenario is duidelijke helemaal geen wenselijk initiatief.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in energie, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Noorwegen klaar voor massale opslag koolstofdioxide in zeebodem

Impact elektrische wagens op tewerkstelling autosector fel overschat

Posted by managing21 on 26th september 2024

De overstap naar elektrische mobiliteit zou in de autosector mogelijk minder tewerkstelling vernietigen dan door een aantal experts eerder was voorspeld. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de University of Michigan, gebaseerd op twee decennia gegevens over de tewerkstelling in de autofabrieken van Fremont (Californië), Normal (Illinois) en Orion Township (Michigan).

De fabriek is Fremont was oorspronkelijk eigendom van General Motors en Toyota, terwijl de site in Normal vroeger door Mitsubishi werd geëxploiteerd. De fabrieken werden nadien respectievelijk overgenomen door Tesla en Rivian. De fabriek in Orion Township was eigendom van General Motors, maar is momenteel niet operationeel.

“Amerikaanse autofabrieken die elektrische voertuigen op batterijen produceren, hebben meer personeel nodig dan traditionele fabrieken voor auto’s met verbrandingsmotoren”, betoogt onderzoeksleider Anna Stefanopoulou, professor technologie aan de University of Michigan. “Deze bevinding staat haaks op eerdere voorspellingen over de impact van elektrische voertuigen op de industrie.”

De productie van een elektrische Chevrolet Volt in de fabriek van General Motors in Orion Township. – Foto: General Motors/Steve Fecht

Uit het onderzoek bleek dat bij de autofabrieken in de opstartfase van de overgang naar een grootschalige productie van elektrische voertuigen het aantal arbeidskrachten in de assemblage tot wel tien keer toenam. In een van de onderzochte fabrieken, die nu al meer dan tien jaar elektrische voertuigen produceert, is het aantal werknemers dat nodig is om elk voertuig te maken, nog steeds drie keer zo hoog.

“Er is een tekort aan informatie over het verloop van de transitie in de autosector”, beklemtoont Anna Stefanopoulous. “Met de beschikbare gegevens kan echter vastgesteld worden dat het voorspelde verlies aan werkgelegenheid voor elektrische voertuigen geen werkelijkheid is geworden.”

Eerdere schattingen hadden voorspeld dat een overschakeling naar de productie van elektrische wagens de tewerkstelling in de autofabrieken met 30 procent tot 40 procent zou verminderen. Dat zou voor de autoproductie in de Verenigde Staten een verlies van minstens 200.000 arbeidsplaatsen betekenen. Een groot deel van de voorspelde afvloeiingen werden toegeschreven aan het fundamentele verschil tussen auto’s met een elektrische aandrijving en wagens met een verbrandingsmotor. Elektrische wagens hebben immers ongeveer honderd onderdelen minder dan auto’s met een verbrandingsmotor.

Onder meer systemen voor de transmissie, koeling en uitslaat zijn in een elektrische wagen immers niet noodzakelijk. Bovendien is ook het ontwerp van de aandrijflijn van elektrische wagens veel eenvoudiger. Verwacht werd dan ook dat door de overstap naar elektrische wagens in die divisies banen verloren zouden gaan. “Maar de bevindingen tonen het tegenovergestelde”, betoogt Stefanopoulous.

James Hackett

Er zijn volgens de onderzoekers verschillende factoren die waarschijnlijk een bijdrage leveren aan het hoger aantal medewerkers in de assemblage van de elektrische wagens. “In de eerste plaats moet er geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van nieuwe productietechnologieën”, benadrukt Stefanopoulos. “Vaak is er daarbij ook meer arbeid nodig om de systemen te verbeteren en verder op punt te stellen.”

“Daarnaast moet er ook gewezen worden op de hogere complexiteit van de voertuigen. Bedrijven die naar de productie van elektrische voertuigen overstappen, beginnen meestal met de ontwikkeling van premium modellen, die met de meest geavanceerde functies en technologieën zijn uitgerust. Tenslotte moet ook worden vastgesteld dat een aantal fabrikanten de kosten van outsourcing willen verlagen en daarom meer activiteiten in eigen beheer willen uitvoeren. Door deze verticale integratie op één centrale locatie meer werknemers samengebracht.”

Het voorspelde banenverlies van 30 procent wordt vaak toegeschreven aan prognoses die door James Hackett, de voormalige president en chief executive van Ford, in 2017 naar voor werden geschoven. “Dit is een cijfer dat door veel grote namen in de auto-industrie is herhaald”, betogen de onderzoekers. “Maar wanneer een grondiger evaluatie wordt gemaakt, moet worden vastgesteld dat niemand echt analyses heeft gemaakt van fabrieken die daadwerkelijk naar de productie van elektrische wagens zijn overgestapt.”

“Onze studie toont duidelijk dat het aantal assemblagemedewerkers in de fabrieken in veel gevallen is toegenomen”, werpen de onderzoekers op. “Exacte conclusies over de situatie in de productie van de onderdelen konden daarentegen nog niet worden getrokken. Hier zal de uiteindelijke tewerkstelling afhangen van de locaties waar de productie van batterijcellen zal worden voorzien.”

De fabriek van Tesla in Fremont bood volgens de onderzoekers de langste productie-periode om de impact van elektrische wagens op de werkgelegenheid te analyseren. “Er kunnen uit de conclusies van die fabriek belangrijke lessen worden geleerd”, benadrukte Gabriel Ehrlich, directeur van het Research Seminar in Quantitative Economics van de University of Michigan. “De fabriek draait nu tien jaar en de bedrijfsleiding heeft duidelijk de arbeidsefficiëntie kunnen verbeteren. Maar het tempo van de verbetering geeft aan dat het tot vijftien jaar kan duren voordat de productie van elektrische wagens het niveau van de auto’s met verbrandingsmotoren kunnen evenaren. Dit zal een langzaam proces vergen, waarbij gemeenschappen, bedrijven en werknemers de tijd krijgen om zich aan te passen.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, energie, milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Impact elektrische wagens op tewerkstelling autosector fel overschat

Olie en gas besteden ruim 5,5 miljard dollar aan sportsponsoring

Posted by managing21 on 22nd september 2024

Producenten van olie en gas investeren miljarden dollar aan sponsoring in een brede waaier van sporttakken. Met die strategie proberen de betrokken bedrijven echter vooral de aandacht af te leiden van de bijdrage die ze aan de klimaatcrisis leveren. Dat is de conclusie van een rapport van het New Weather Institute (NWI).

Producenten van fossiele brandstoffen hebben minstens 5,6 miljard dollar aan sportsponsoring besteed. De investeringen gingen naar motorsporten, maar ook naar voetbal, golf en wintersporten. “Maar die sponsoring moet worden gezien als een poging om een sociale licentie te kopen om te opereren”, merkt het New Weather Institute op. “Bijna geen enkele sport met een groot publiek blijft gespaard van het geld van de producenten van olie en gas.”

De autosport is de grootste ontvanger van sponsoring door de sector van de fossiele brandstoffen. – Foto: Team Penske

Er kunnen volgens het rapport meer dan tweehonderd sponsorovereenkomsten tussen sportteams en de industrie worden getraceerd. “Bovendien zijn sportsterren zoals Cristiano Ronaldo, Lionel Messi, Tyson Fury en Anthony Joshua allemaal succesvol gerekruteerd om als onderdeel van die overeenkomsten tijd in het Midden-Oosten door te brengen”, wordt er aangevoerd.

“Men kan een groeiende bezorgdheid ontwaren over de toenemende inspanningen van de industrie van fossiele brandstoffen om zijn wereldwijde reputatie wit te wassen door middel van sportswashing op te poetsen. Dat is een praktijk die al langer wordt gebruikt door regeringen die associaties met sportevenementen proberen opbouwen om hun bezoedelde reputaties te verbeteren.”

Volgens het rapport was Aramco, het nationale oliebedrijf van Saoedi-Arabië, de grootste individuele investeerder in sportsponsoring. Daarbij wordt gewag gemaakt van een totaal sponsorbedrag van bijna 1,3 miljard dollar, verdeeld over tien overeenkomsten. Het petrochemische bedrijf Ineos stond op de tweede plaats met 777 miljoen dollar aan sponsoring, gevolgd door Shell (470 miljoen dollar) en TotalEnergies (340 miljoen).

“Producenten van fossiele brandstof proberen hun product, waarvan alleen al de luchtvervuiling naar schatting meer dan vijf miljoen mensen per jaar doodt, te associëren met het immense sociale kapitaal en de positieve gezondheidseffecten van sport”, voeren de onderzoekers aan. “Er kan hier een grote gelijkenis worden getrokken met de redenen waarom de tabaksbedrijven sport sponsorden, tot die activiteit grotendeels werd verboden. De ondernemingen willen zichzelf in een positief daglicht stellen en hun activiteiten te normaliseren in de ogen van miljarden sportfans.”

“Met dit soort overeenkomsten kopen deze bedrijven zogenaamde sociale licenties om te opereren, in een poging de aandacht af te leiden van hun rol in het aanwakkeren van de klimaatcrisis en het schaden van de menselijke gezondheid.”

De onderzoekers ontdekten dat het voetbal van de meeste overeenkomsten profiteerde. Er werden hier 59 contracten ontdekt met een totale waarde van bijna 1 miljard dollar. Maar de motorsporten genoten de grootste financiële ondersteuning en verzamelden 2,2 miljard dollar steun uit de sector van de fossiele brandstof, verspreid over veertig akkoorden.

“Luchtvervuiling door fossiele brandstoffen en extreme weersomstandigheden door de opwarming van de aarde vormen een bedreiging voor de toekomst van atleten, fans en evenementen”, benadrukte Andrew Simms, directeur van het New Weather Institute. “Als sport een toekomst wil hebben, moet ze zichzelf zuiveren van vuil geld van grote vervuilers en stoppen met het promoten van zijn eigen vernietiging.”

“Ons bedrijf is al jaren partner van grote sportevenementen in haar belangrijkste regio’s en over de hele wereld”, gaf een woordvoerder van TotalEnergies aan in een reactie op de studie. “We willen met ons publiek en onze klanten de passie voor sport en de waarden die daarbij worden vertegenwoordigd delen.” Daarbij wordt gewag gemaakt van veiligheid, wederzijds respect, solidariteit, gekoppeld aan een pioniersgeest die leidt tot innovaties en een prestatiegericht handelen.

Shell van zijn kant benadrukte in een reactie vorig jaar 5,6 miljard dollar in uitstootarme oplossingen te hebben geïnvesteerd. “Dat vertegenwoordigde 23 procent van de totale uitgaven van het bedrijf”, betoogde de woordvoerder van Shell. “Die investeringen moeten de ontwikkeling van oplossingen voor milieuvriendelijke energie ondersteunen.” Shell investeert daarbij naar eigen zeggen in elektrische mobiliteit, uitstootarme brandstoffen, hernieuwbare energie, waterstof en de afvang en opslag van koolstofdioxide.

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, energie, sport | Reacties uitgeschakeld voor Olie en gas besteden ruim 5,5 miljard dollar aan sportsponsoring

Kunstmatige intelligentie inspireert heropstart Three Mile Island

Posted by managing21 on 21st september 2024

De kerncentrale van Three Mile Island, het decor van de ergste nucleaire ramp in de Verenigde Staten, wordt opnieuw actief. Dat heeft energieleverancier Constellation Energy, uitbater van de site, aangekondigd. De opgewekte elektriciteit zal exclusief worden verkocht aan het technologiebedrijf Microsoft, dat op zoek is naar nieuwe energiebronnen om zijn ambities op het gebied van artificiële intelligentie te ondersteunen.

Constellation Energy kondigde aan dat in de centrale van Three Mile Island de reactor Unit One, die vijf jaar geleden werd gesloten, naar verwachting in 2028 zal kunnen worden heropgestart. Microsoft wil de uitstootvrije energie van de productie gebruiken om zijn datacenters van elektriciteit te voorzien. De activiteiten van Microsoft op het gebied van kunstmatige intelligentie zullen de behoefte aan energievoorziening van het technologiebedrijf naar verwachting de volgende jaren sterk doen toenemen.

De heropstart van Three Mile Island kan over een periode van twintig jaar de emissies van koolstofdioxide met 61 miljoen ton verlagen. – Foto: US Department of Energy

Constellation Energy en Microsoft hebben voor de leveringen een overeenkomst met een looptijd van twintig jaar ondertekend. Financiële details over het contract werden niet vrijgegeven. Constellation Energy maakte in de aankondiging wel gewag van de grootste overeenkomst uit zijn geschiedenis. De heropstart van de reactor is wel afhankelijk van een goedkeuring van de Amerikaanse Nuclear Regulatory Commission.

“Datacenters hebben grote volumes uitstootvrije en betrouwbare elektriciteit nodig”, benadrukt Joe Dominguez, chief executive van Constellation Energy, aan. “Bovendien moet die elektriciteit op elk uur van de dag beschikbaar zijn. Kerncentrales zijn de enige energiebronnen die deze belofte consequent kunnen waarmaken.”

Voorstanders van duurzame energie en bedrijven kijken naar kernenergie als een bron van emissieloze energie die betrouwbare leveringen kan garanderen. “Een groot voordeel is dat kernenergie de hele dag en nacht elektriciteit kan leveren”, voeren experts aan. “Dat is met windenergie of zonnekracht niet het geval. Kernenergie wordt door milieuverenigingen echter al tientallen jaren bekritiseerd. Dat heeft onder meer te maken met de afvalproblematiek. De Verenigde Staten hebben voor dat afval nog steeds geen permanente opslagplaats. De opslag gebeurt voorlopig in meer dan zeventig operationele en gesloten centrales in het hele land.”

Volgens Constellation Energy zal de heropening van de reactor van Unit One 3.400 directe en indirecte banen opleveren en meer dan 800 megawatt aan elektriciteit aan het Amerikaanse stroomnet toevoegen. Naar verwachting zal de heropstart aan het bruto binnenlands product van Pennsylvania, de Amerikaanse staat waar de centrale van Three Miles Island zich bevindt, ook 16 miljard dollar toevoegen.

Gedeeltelijke meltdown

Three Mile Island, gelegen nabij de stad Harrisburg, staat vooral bekend als het ernstigste ongeval bij een commerciële kerncentrale in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Daarbij werd de reactor van Unit Two, door een gedeeltelijke meltdown zwaar beschadigd. De getroffen reactor is sinds 1979 gesloten gebleven.

De heropstart van Unit One wordt mogelijk gemaakt door de klimaatwet van de Amerikaanse president Joe Biden, die miljarden dollar belastingvoordelen ter beschikking stelde om met kernenergie duurzame elektriciteit te produceren, naast windenergie, zonnekracht en duurzame waterstof. De Amerikaanse regering heeft ook miljarden dollar geïnvesteerd om te beletten dat een aantal oudere centrales zouden worden gesloten.

Nu ondernemingen uit de technologiesector op zoek zijn naar meer energiebronnen om hun activiteiten op het gebied van artificiële intelligentie te ondersteunen, kijken de leveranciers van elektriciteit volgens Alan Ahn, onderdirecteur nucleaire activiteiten bij het energieprogramma van de denktank Third Way, naar mogelijkheden om vaker op kernenergie beroep te doen. “Kernenergie is immers uitstootvrij en kan de bedrijven helpen om hun klimaatdoelstellingen te behalen”, benadrukt Ahn. “Om kunstmatige intelligentie te kunnen ondersteunen, moeten datacenters in principe vierentwintig uur per dag op volle capaciteit kunnen functioneren. Er zijn buiten kernenergie niet veel alternatieven. Het wordt steeds duidelijker dat de technologiebedrijven echt heel bewust naar kernenergie kijken.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in energie, technologie | Reacties uitgeschakeld voor Kunstmatige intelligentie inspireert heropstart Three Mile Island

Elektrificatie kan armoede in kleinere dorpen niet oplossen

Posted by managing21 on 19th september 2024

Om de wereldwijde armoede te verminderen, willen de Verenigde Staten tegen eind dit decennium elke bewoner van de planeet toegang tot elektriciteit garanderen. Maar die maatregel zal wellicht niet de gewenste resultaten opleveren. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan de University of Maryland en de University of Chicago, gebaseerd op een elektrificatie-programma van de Indiase overheid, waarbij tussen 2005 en 2011 op het nationale elektriciteitsnet 17,5 miljoen huishoudens werden aangesloten.

“Bijna 800 miljoen mensen in de wereld hebben geen toegang tot commerciële elektriciteit”, zegt onderzoeker Louis Preonas, milieu-econoom aan de University of Maryland. “Het is gemakkelijk om aan te nemen dat een toegang tot elektriciteit die mensen uit armoede zal helpen en hun leven zal verbeteren. In werkelijkheid bieden dergelijke inspanningen gemengde voordelen. Op nationaal niveau is een grotere toegang tot elektriciteit met een hoger bruto binnenlands product gecorreleerd. Op dorpsniveau lijkt elektrificatie echter weinig of geen impact te hebben op de economie of de levenskwaliteit van de lokale gemeenschappen.”

Kleine gemeenschappen ervaren van elektrificatie slechts een bescheiden economische impuls. – Foto: FAO/Vincent Tremeau

Uit de studie van de University of Maryland blijkt dat de omvang van het dorp de voordelen van elektrificatie bepaalt. “In gemeenschappen met meer dan tweeduizend mensen kunnen aanzienlijke voordelen van elektrificatie worden opgemerkt. In dorpen met minder dan driehonderd inwoners zullen echter geen voordelen kunnen worden gevonden. Tussen die twee groepen zijn er variabele, maar bescheiden voordelen mogelijk.”

“Het vergt van regeringen van landen met lage inkomens een enorme investering, miljarden dollars per jaar, om hun elektriciteitsnetwerken te blijven uitbreiden”, geeft Louis Preonas op. “Het is dan ook de vraag of die investeringen mensen uit de armoede zullen halen. In de kleinste dorpen lijkt die vraag negatief te moeten worden beantwoord.”

Generatoren en zonnepanelen

Het onderzoek wees uit dat in dorpen met een bevolking van minstens tweeduizend na een elektrificatie de huishoudelijke uitgaven een verdubbeling kenden. “Dit wijst op een toename van het besteedbaar inkomen”, verduidelijkt Preonas. “Er kon bovendien in sectoren buiten de landbouw een aanzienlijke groei van micro-ondernemingen en werkgelegenheid worden vastgesteld.”

“Daarentegen lieten dorpen met maximaal driehonderd inwoners na een elektrificatie een kleine daling in de huishoudelijke uitgaven noteren, terwijl er bij de andere indicatoren van van economische groei geen significante verandering kon worden geregistreerd. Daartussen bevonden zich dorpen met ongeveer duizend inwoners, waar een heel bescheiden stijging in de huishoudelijke uitgaven werd gemeld, wat op een mogelijke stijging van het gezinsinkomen zou wijzen.”

“Opvallend was tevens dat mensen in grote dorpen met micro-ondernemingen van start gingen”, zei Preonas. “Men kan zich voorstellen dat de mogelijkheden om een micro-onderneming te lanceren om vele redenen van de toegang tot elektriciteit afhankelijk is.”

“In kleinere dorpen was er daarentegen geen toename in micro-ondernemingen merkbaar”, geeft Preonas aan. “Dit is een belangrijke vaststelling, want de meeste plaatsen die nog op het elektriciteitsnet moeten worden aangesloten, zijn kleinere dorpen. Daar moet per hoofd van de bevolking een bijzonder hoge kost worden voorzien om de inwoners op het elektriciteitsnet aan te sluiten.”

“Er moet rekening mee worden gehouden dat locaties die niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, niet volledig van energie zijn afgesloten”, verduidelijkt Preonas. “Deze gemeenschappen krijgen vaak door zonnepanelen of dieselgeneratoren immers een beperkte voorziening van elektriciteit. Dit zou de reden kunnen zijn waarom aansluiting op het elektriciteitsnet het aantal micro-ondernemingen niet heeft doen toenemen of de huishoudelijke uitgaven niet heeft doen stijgen. Een toegang tot het elektriciteitsnet lijkt in de kleinste dorpen voor de bedrijfsactiviteit of het persoonlijke inkomen geen bepalende factor vormt.”

Preonas voegt toe dat in deze kleine dorpen de aansluiting op het elektriciteitsnet voor de inwoners wel een aantal andere, maar minder gemakkelijk meetbare verbeteringen in de levenskwaliteit kan opleveren. “Maar als strategie voor armoedebestrijding levert een aansluiting op het elektriciteitsnet, een bijzonder aanzienlijke overheidsinvestering, geen rendement op.”

Meer over dit onderwerp:



Posted in derde wereld, energie | Reacties uitgeschakeld voor Elektrificatie kan armoede in kleinere dorpen niet oplossen