managing21.be

Managing21: een blik op het heden en de toekomst van de economie.

Archive for the 'milieu' Category

Europese luchtvaartsector tempert ambities rond waterstof

Posted by managing21 on 5th februari 2025

Voor de Europese luchtvaartindustrie bleek het gebruik van waterstof als brandstof voor vliegtuigen lange tijd een belangrijke hefboom om tegen het midden van deze eeuw klimaatneutraal te kunnen functioneren. Maar inmiddels heeft de sector deze ambities in belangrijke mate teruggeschroefd. Dat blijkt uit een rapport van vijf sectororganisaties. Daarbij wordt opgemerkt dat de kosten van een decarbonisatie van de export zijn geëxplodeerd.

Luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en andere sectoren van de luchtvaartindustrie hebben zich geëngageerd om tegen het midden van deze eeuw de uitstoot van koolstofdioxide tot nul te herleiden. Daarbij werd op een amalgaam van nieuwe technologieën, waaronder een overstap op alternatieve brandstoffen, gerekend. Maar in een recent rapport merken een aantal sectororganisaties op te verwachten dat vliegtuigen op waterstof tegen 2050 slechts voor 6 procent van de emissiereducties verantwoordelijk zouden kunnen zijn. In 2021 werd dat aandeel nog op 20 procent geschat.

Voor de luchtvaart blijft de decarbonisatie een bijzonder grote uitdaging. – Foto: Groupe ADP

“De bijdrage van waterstofvliegtuigen en de overstap naar waterstof als brandstof is aanzienlijk verminderd”, wordt in het rapport aangevoerd. “Dat heeft te maken met de verwachtingen dat vliegtuigen op waterstof in 2050 een lager marktaandeel zullen vertegenwoordigen dan oorspronkelijk was gedacht. Bovendien moet er rekening mee worden gehouden dat narrowbody-vliegtuigen op waterstof later zullen worden geïntroduceerd dan eerder was gepland.”

De brancheorganisaties bevestigden de ambities om tegen 2050 een klimaatneutraliteit te kunnen realiseren, maar benadrukten tevens dat het rapport voor de Europese Commissie een reality-check was. Opgeroepen werd tot een dringende actie om de inspanningen voor de emissiereducties te ondersteunen. Het rapport voorspelde tegelijkertijd ook dat de Europese luchtvaart meer dan 1,3 biljoen euro aan extra kosten moet maken om een klimaatneutraliteit te kunnen bereiken. Dat is 480 miljard euro meer dan eerder werd gedacht.

“De kosten om de klimaatneutraliteit te bereiken zijn enorm gestegen”, betoogde Olivier Jankovec, directeur-generaal van de luchthavenorganisatie ACI Europe. “Dit moet vooral worden toegeschreven aan de stijgende kosten van de overstap naar synthetische vliegtuigbrandstoffen, die niet worden gemaakt van fossiele brandstoffen, maar van andere grondstoffen zoals gewassen, bakolie of huishoudelijk afval.”

In tegenstelling tot waterstof kunnen synthetische brandstoffen in de huidige vliegtuigmotoren worden gebruikt, terwijl ze de uitstoot van een vlucht met ongeveer 70 procent kunnen verminderen. Maar dit type brandstof is gevoelig duurder dan de traditionele kerosine die in de vliegtuigindustrie wordt gebruikt. Bovendien worden deze synthetische brandstoffen slechts in beperkte hoeveelheden geproduceerd.

Omdat het potentieel van andere baanbrekende technologieën zoals waterstof of elektrische vliegtuigen, zijn luchtvaartmaatschappijen steeds afhankelijker van synthetische brandstoffen om hun uitstoot te verlagen. “Vliegtuigen op waterstof zijn bijna van de routekaart verdwenen”, beklemtoonde Carlos López de la Osa, luchtvaartexpert bij de milieugroep Transport & Environment. “Europa moet de controle over de markt voor emissievrije vliegtuigen terugnemen door het juiste beleid te voeren en vliegtuigfabrikanten ertoe aan te zetten hun beloften na te komen.

Airbus

De Europese vliegtuigbouwer Airbus is over het potentieel van waterstof opvallend optimistischer dan zijn rivaal Boeing en heeft samengewerkt met luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en energiebedrijven om de nodige investeringen te stimuleren in de infrastructuur die nodig is om deze doelstellingen te kunnen realiseren. Airbus zei nog steeds toegewijd te zijn aan zijn doelstelling om een ??commercieel levensvatbaar, volledig elektrisch waterstofvliegtuig op de markt te brengen.

De Europese vliegtuigbouwer is van plan om in 2035 voor korte afstanden een vliegtuig of waterstof klaar te hebben en heeft daarvoor vier verschillende concepten onderzocht. Het bedrijf erkende echter dat de voortgang in de ontwikkeling van de infrastructuur, vooral de grootschalige beschikbaarheid van waterstof uit hernieuwbare energiebronnen, langzamer verloopt dan verhoopt. “Hoewel verwacht wordt dat waterstof in de tweede helft van deze eeuw een groeiende rol zal verwerven, zal de bijdrage aan de doelstellingen voor emissiereducties tegen 2050 vooral andere oplossingen aanvullen”, betoogde Airbus.

Guillaume Faury, chief executive van Airbus, beklemtoonde onlangs dat de plannen van het bedrijf niet waren veranderd. “We hebben in waterstof echt veel geld, tijd, moeite en talent geïnvesteerd”, beklemtoonde hij. “Airbus blijft in waterstof geloven, maar de technologie zal niet de oplossing voor de volgende twintig jaar zijn. We zullen meer tijd besteden aan een beter begrip van de snelheid waarmee de waterstofeconomie zal groeien. Het volstaat niet om een vliegtuig op waterstof te hebben indien er geen infrastructuur aanwezig is en onvoldoende voorraden beschikbaar zijn op de juiste locatie, het juiste tijdstip, de gepaste hoeveelheid en de geschikte prijs.”

Andere partijen uit de industrie, waaronder vliegtuigmaatschapij easyJet en motorenfabrikant Rolls-Royce, voeren eveneens tests met het potentieel van waterstofmotoren uit. De sectororganisatie Airlines4Europe zei dat waterstof nog steeds deel uitmaakt van het pakket oplossingen om de luchtvaart te decarboniseren. “Het is nu optimistisch om aan te nemen dat meer dan 5 procent van de decarbonisatie in de luchtvaart tegen 2050 door waterstof zal plaatsvinden”, benadrukt Nikhil Sachdeva, expert duurzame luchtvaart bij consultant Roland Berger. “Er zijn immers nog heel wat vragen over veiligheid, operaties en kosten.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in energie, luchtvaart & ruimtevaart, milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Europese luchtvaartsector tempert ambities rond waterstof

Nepal onderzoekt aanleg van wegen met plastic ondergrond

Posted by managing21 on 1st februari 2025

In Nepal wordt gewerkt aan projecten om plastic afval tot een ingrediënt van de wegenbouw te maken. Op die manier willen de initiatiefnemers een oplossing helpen bieden voor de verwerking van laagwaardig plastic afval. Hoewel nog geen definitieve conclusies kunnen worden getrokken, kan het concept bovendien ook een positieve bijdrage leveren aan de wegenbouw in Nepal.

Volgens de Wereldbank genereren stedelijke gebieden in Nepal ongeveer 5.000 ton vast afval per dag, waarvan 13 procent plastic afval is dat op stortplaatsen wordt gedumpt. Terwijl hoogwaardige kunststoffen, zoals flessen, worden geabsorbeerd door de recyclingindustrie, vormen laagwaardige kunststoffen – zoals meerlaagse verpakkingen – een aanzienlijke uitdaging omdat ze niet in één recyclage-categorie passen.

Ook in Kathmandu zou het plastic afval voor betere wegen kunnen helpen zorgen. – Foto: Pixabay/Simon

Voor een groep jonge Nepalese ondernemers bood de enorme ophoping van dit laagwaardig plastic afval een kans. “Een plastic weg kan zelfs laagwaardige kunststoffen gebruiken”, betoogde Bimal Bastola, oprichter van Green Road Waste Management, de organisatie die het initiatief in Nepal leidt. “We zagen mogelijkheden om dergelijk plastic als grondstof te gebruiken, gedeeltelijk ter vervanging van bitumen in de wegenbouw.”

Sinds het begin van deze eeuw is buurland India koploper in de bouw van een netwerk van plastic wegen. In 2015 is het gebruik van plastic afval zelfs verplicht gemaakt op wegen in de buurt van grote steden. Steeds meer landen, waaronder Bhutan en Bangladesh, experimenteren met het concept. 

Bij de traditionele wegenbouw wordt bitumen het bindmiddel, een teerachtig olieproduct dat direct met hete aggregaten wordt gemengd voordat een weg wordt geplaveid. Maar wanneer met plastic afval wordt gewerkt, wordt een andere methode gehanteerd. Dan worden de aggretaten eerst met versnipperd plastic bedekt, voor er bitumen aan het geheel worden toegevoegd. “Deze methode vermindert de behoefte aan verse grondstoffen, verlaagt de kosten, voorkomt waterinfiltratie en verlengt de levensduur van de weg”, beklemtoont Bastola. “Een straatbedekking die met plastic afval is geplaveid, kan twee keer duurzamer zijn dan traditionele wegen.”

Recyclage

Wereldwijd wordt slechts 9 procent van het plastic afval gerecycleerd, terwijl 19 procent wordt verbrand en bijna de helft op gecontroleerde stortplaatsen belandt. Indien er geen actie wordt ondernomen, zal de productie van synthetische polymeren, de bouwstenen van plastic, naar verwachting tegen 2060 jaarlijks ongeveer 1,2 miljard ton bedragen. Het plastic dat zich in het milieu ophoopt, is niet biologisch afbreekbaar. De ontbinding duurt honderden jaren en het plastic valt daarbij uiteen in kleine microscopische deeltjes. 

Hoewel Nepal een verbod heeft uitgevaardigd op de distributie van plastic zakken voor eenmalig gebruik met een dikte van minder dan 40 micron, wordt die verplichting niet strikt nageleefd. Voor Bastola is een uitbreiding van de aanleg van plastic wegen de sleutel om de recyclage van laagwaardige plastics economisch rendabel te maken.

Bastola benadrukt dat ongeveer twee ton versnipperd plastic wordt gebruikt om een ??kilometer weg aan te leggen. Tot nu toe heeft de organisatie ongeveer tien projecten voltooid met een totale lengte van iets meer dan 1,5 kilometer. “De aanleg gebeurt momenteel op kleine schaal”, betoogt Batola. “De activiteit moet dan ook worden opgeschaald. “We moeten projecten op overheidsniveau uitvoeren.”

Dit jaar staat er een pilotproject gepland op een groot kruispunt in de hoofdstad Nepalese hoofdstad Kathmandu. “Nepal wil deze technologie graag testen via pilotprojecten”, aldus Arjun Nepal, een ingenieur bij het departement van wegen van Kathmandu. “Maar om het concept op een grotere schaal te kunnen aanwenden, moet de overheid een aantal normen uitvaardigen, zodat de kwaliteit kan worden gewaarborgd.”

De Wereldbank waarschuwt wel dat de analyses over de levenscyclus van plastic wegen nog geen definitieve conclusies toelaten. “Het is nog steeds niet duidelijk is welke milieueffecten gerecycleerd plastic kan hebben bij gebruik in de wegenbouw”, verduidelijkt Valerie Hickey, directeur van de divisie klimaatverandering bij de Wereldbank. “Hoewel de eerste aanwijzingen en pilootstudies veelbelovend resultaten blijken op te leveren, is er meer onderzoek nodig om emissies tijdens de productie te meten, de afgifte van microplastic in de loop van de tijd te evalueren en te bepalen op welke wegen deze wegen zich gedragen wanneer ze buiten gebruik zijn gesteld.”

“Maar ondanks deze bekommernissen vormen plastic wegen voor Nepal een belangrijke kans”, beklemtoont milieuactivist Bhushan Tuladhar. “Er is hier een mogelijkheid om twee problemen tegelijk aan te pakken. In eerste instantie kan het plastic afval helpen om de behoefte aan sterke wegen in te vullen. Daarnaast wordt er ook een mogelijkheid geboden om plastic afval te beheren.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Nepal onderzoekt aanleg van wegen met plastic ondergrond

Noorwegen eerste land dat volledig op elektrische voertuigen overstapt

Posted by managing21 on 29th januari 2025

Noorwegen is op weg om het eerste land ter wereld te worden waar de verkoop van nieuwe auto’s met motoren op benzine of diesel wordt geweerd. Ondanks zijn enorme reserves aan olie en gas wordt het Scandinavische land al lang erkend als een wereldleider op het gebied van duurzaam transport. 

De verkoop van elektrische voertuigen in Noorwegen is gestegen van minder dan 1 procent van de totale autoverkoop in 2010 tot 88,9 procent vorig jaar. Deze trend vertoont bovendien geen enkel teken van vertraging. Cijfers van de Noorse Dienst voor Openbare Wegen, toonden dat elektrische voertuigen tijdens de eerste weken van dit jaar meer dan 96 procent van de totale verkopen van nieuwe wagens voor hun rekening namen. 

Nog slechts een kleine minderheid van de Noren koopt een nieuwe wagen met een verbrandingsmotor. – Foto: Pixabay/Andreas Lischka

Daarmee staat Noorwegen op hun punt om zijn autoverkoop exclusief elektrisch te maken. De realisatie van die doelstelling werd voor de eerste keer in 2017 naar voor geschoven, weliswaar op een niet-bindende manier. De Norwegian Electric Vehicle Association (Neva), die eigenaren van elektrische auto’s in het land vertegenwoordigt, verwacht dat Noorwegen deze doelstelling zal halen.

Volgens Christina Bu, secretaris-generaal van de Neva, waren er plannen om een ??feest te houden om die historische mijlpaal te vieren. “We hebben al veel politici en verschillende belanghebbenden uitgenodigd voor een feest op 13 februari”, betoogde Bu. “Een precies cijfer zullen we pas weten wanneer het jaar voorbij is, maar iedereen zegt dat de verkoop van elektrische wagens in 2025 op een score tussen 95 procent en 100 procent zal uitkomen. Dus in tijden als deze, waarin Donald Trump de Verenigde Staten terugtrekt uit de klimaatovereenkomst en andere duurzame initiatieven, moeten de Noorse prestaties worden gevierd.”

Naast een poging om de Verenigde Staten terug te trekken uit de historische Klimaatakkoorden van Parijs, nam Trump inmiddels al ook verschillende koolstofarme technologieën op de korrel. Dit omvatte het intrekken van het niet-bindende uitvoerende bevel van voorganger Joe Biden, dat mikte op de verkoop van 50 procent elektrische voertuig tegen het einde van dit decennium. Het bevel van de nieuwe president, dat werd bekritiseerd door voorstanders van elektrische voertuigen, was volgens Trump bedoeld om het mandaat voor elektrische voertuigen te elimineren en een echte keuzevrijheid voor de consument te bevorderen.”

Nieuwe normaal

Cecilie Knibe Kroglund, de Noorse vice-minister van transport, maakte daarbij gewag van consistente beleidsmaatregelen op lange termijn, ontworpen om de opname van elektrische voertuigen te ondersteunen – in plaats van maatregelen op te leggen om het gebruik van voertuigen met een verbrandingsmotor te verbieden – die cruciaal waren voor de transitie van het land.

Noorwegen hanteert daarbij een compleet andere strategie dan de Europese Unie of het Verenigd Koninkrijk. De Europese Unie heeft wetgeving aangenomen om de verkoop van nieuwe auto’s op fossiele brandstoffen vanaf 2035 daadwerkelijk te verbieden, terwijl het Verenigd Koninkrijk te kennen heeft gegeven de verkoop van nieuwe exemplaren van dit type wagen vanaf 2030 te zullen weren.

Om de verkoop van elektrische voertuigen te stimuleren, heeft Noorwegen voor dit type wagens onder meer een vrijstelling op btw-heffingen, kortingen op de wegenbelasting en parkeertarieven en een toegang tot busbanen ingevoerd. De Noorse overheid heeft ook zwaar geïnvesteerd in openbare oplaadinfrastructuur en veel Noorse huishoudens kunnen hun auto’s thuis opladen.

Kroglund beschreef de veranderingen als een nieuw normaal voor Noorwegen. “Transport is een groot deel van het antwoord op klimaatvriendelijke oplossingen”, betoogde de vice-minister. “We moeten er dus voor zorgen dat een deel van het succes dat we met auto’s hebben behaald, ook voor andere onderdelen van de transportsector kan worden gebruikt. Kroglund gaf daarbij aan dat Noorwegen van plan was om dit jaar volledig op elektrische stadsbussen over te stappen, terwijl zware voertuigen tegen het einde van het decennium voor 75 procent hernieuwbaar zouden worden gemaakt.

Hoewel de verkoop van nieuwe auto’s in Noorwegen bijna 100 procent elektrisch is, zijn er nog steeds veel voertuigen met verbrandingsmotoren op de weg. Bu gaf daarbij aan dat op dit ogenblik 28 procent van het nationale autopark volledig elektrisch is aangedreven. In de hoofdstad Oslo loopt dat cijfer op tot 40 procent. Volgens Bu geven vooral oudere autobestuurders in eerste instantie aan nooit een elektrische auto te zullen kopen, maar bij een overstap zich over de technologie bijzonder enthousiast blijken te tonen.

“Onze hele samenleving heeft deze mentale verschuiving doorgemaakt”, verduidelijkte Bo. “Men kan niet beweren dat Noren een duurzamer karakter hebben dan andere volkeren.” Die duurzame verschuiving is vooral te danken aan de beleidsmaatregelen, waarna de bevolking snel zijn houding tegenover de technologie heeft veranderd. Noorwegen herbergt bovendien geen lobby van autofabrikanten, wat de adoptiegraad van elektrische voertuigen in het land wellicht ten goede is gekomen. Er zijn vaak politieke debatten geweest over de voordelen van de overstap van verbrandingsmotoren. Maar partijen die zich tegen de overstap verzetten, zijn niet sterk genoeg of onvoldoende georganiseerd gebleken.”

Er is op het gebied van elektrische wagens tussen Noorwegen en de rest van de wereld een grote kloof. In de Verenigde Staten vertegenwoordigden elektrische voertuigen vorig jaar 8,1 procent van de totale autoverkoop, tegenover 7,8 procent het jaar voordien. In het Verenigd Koninkrijk was er vorig jaar sprake van een aandeel van 20 procent.

Rico Luman, sectoreconoom voor transport en logistiek bij de ING Bank, zei dat het leiderschap van Noorwegen op het gebied van elektrische voertuigen laat zien dat het mogelijk is dat andere landen dit voorbeeld volgen. “Noorwegen is een wereldwijde koploper en in dit opzicht ook een voorbeeld voor andere landen”, benadrukte Luman. “We moeten echter ook in gedachten houden dat Noorwegen een van de meest welvarende landen in Europa is, dat zich gemakkelijk meedogenloze budgetten kan veroorloven”, “Een ander punt is het feit dat energie in Noorwegen – een grote exporteur van gas en olie – relatief goedkoop is, wat elektrische voertuigen aantrekkelijker maakt. De meeste andere landen kunnen dat niveau niet halen. Denk daarbij maar aan Duitsland, dat door budgetbeperkingen uiteindelijk verplicht was om de subsidies voor elektrische wagens voor het grote publiek af te bouwen.”

Duitsland heeft eind 2023 abrupt de subsidies voor elektrische voertuigen afgeschaft na een overeenkomst om een ??begrotingscrisis te boven te komen. De regeringscoalitie van het land, die eind vorig jaar is gevallen, heeft onder druk van de dalende verkopen sindsdien ingestemd met een voorstel om enige belastingverlichting te bieden voor elektrische auto’s.

Harald Nils Røstvik, professor duurzaamheid aan de University of Stavanger, zei niet te verwachten dat Noorwegen de transitie naar elektrische wagens zal terugkomen. “Daarvoor zijn de voordelen van een elektrische auto ten opzichte van een lawaaiige dieselwagen te talrijk”, benadrukte hij. “Een elektrische wagen is stil, zuiniger en milieuvriendelijk. Voor vele bestuurders is een elektrisch voertuig bovendien een soort statussymbool. Tenslotte is de elektrische wagen ook bij het onderhoud gevoelig goedkoper. Noorwegen zal dan ook nooit terugkeren naar de grote, lawaaierige en vervuilende dieselwagens. Dat zou niet logisch zijn.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Noorwegen eerste land dat volledig op elektrische voertuigen overstapt

Geen verschil in levensverwachting tussen elektrische wagens en auto’s met verbrandingsmotoren

Posted by managing21 on 26th januari 2025

Elektrische voertuigen op batterijen zijn nu betrouwbaarder en kunnen op het gebied van levensduur tippen aan traditionele auto’s en bestelwagens met motoren op benzine of diesel. Deze vaststelling markeert een cruciaal moment in de beweging naar duurzaam transport. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de University of Birmingham, de London School of Economics, de University of California en de Université Bern, gebaseerd op bijna 300 miljoen testgegevens van het Britse ministerie van transport.

De onderzoekers merken op dat de eerste generaties elektrische wagens weliswaar minder betrouwbaar waren dan voertuigen met een verbrandingsmotor, maar stellen tegelijkertijd dat snelle technologische vooruitgang ervoor heeft gezorgd dat die verschillen bij de jongere versies elektrische wagens, zelfs bij intensiever gebruik, bleken te zijn weggewerkt.

Elektrische wagens hebben inmiddels een gemiddelde levensduur van 18,4 jaar. – Foto: Ford Motor

Het onderzoek bracht aan het licht dat elektrische wagens op het gebied van betrouwbaarheid de snelste verbetering lieten noteren. Bij dat type liep het risico op defecten voor elk opeenvolgend jaar van productie met 12 procent terug, tegenover een reductie van 6,7 procent en 1,9 procent voor respectievelijk wagens op benzine en diesel. 

Daarbij werd aangegeven dat elektrische wagens nu een gemiddelde levensduur van 18,4 jaar hebben en tot 124.000 mijl kunnen rijden, waarmee ze traditionele benzineauto’s in kilometers overtreffen. Verder bleek dat bij de elektrische wagens het merk Tesla de grootste levensverwachting kan bieden. Bij wagens met motoren op benzine en diesel werden de beste prestaties geleverd door respectievelijk Audi en Skoda. 

Uitstootvrije toekomst

Onderzoeksleider Viet Nguyen-Tien, professor milieu-economie aan de London School of Economics, wees erop dat de studie kritische inzichten biedt in de levensduur van elektrische wagens en hun impact op het leefmilieu. “Elektrische wagens zijn niet langer alleen een nicheoptie, maar bieden een levensvatbaar en duurzaam alternatief voor traditionele voertuigen aan”, beklemtoonde Nguyen-Tien. “Dit betekent een belangrijke stap in de richting van een uitstootvrije toekomst.”

“Elektrische wagens bieden aanzienlijke voordelen voor het leefmilieu, vooral de Europese energiemix op een grotere hernieuwbaarheid overschakelt”, zeggen de wetenschappers nog. “Ondanks de hogere initiële emissies bij productie van elektrische wagens, kan een langdurig gebruik van dit type voertuig de ecologische voetafdruk snel compenseren. Dit draagt bij aan de strijd tegen klimaatverandering, waardoor deze wagens een duurzamere optie op de lange termijn zijn.”

“Onze bevindingen bieden consumenten betrouwbare gegevens om weloverwogen beslissingen te nemen over de aankoop van een voertuig. Beleidsmakers kunnen onze inzichten gebruiken om regelgeving en prikkels vorm te geven waardoor de adoptie van duurzame en milieuvriendelijke voertuigen wordt bevorderd.” 

“De studie benadrukt het belang van technologische vooruitgang bij de bevordering van de adoptie van elektrische wagens. Het onderzoek biedt tevens waardevolle inzichten voor strategieën rond de vervanging van wagenparken en de planning voor de efficiënte recyclage van elektrische voertuigen aan het einde van hun levensloop.”

Meer over dit onderwerp:

 

Posted in automotive, milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Geen verschil in levensverwachting tussen elektrische wagens en auto’s met verbrandingsmotoren

Samenwerking Bayer en Neste rond grondstoffen voor hernieuwbare brandstoffen

Posted by managing21 on 15th januari 2025

De bedrijven Neste en Bayer hebben beslist om een ecosysteem op te bouwen rond de productie van wintercanola in de Verenigde Staten als grondstof voor hernieuwbare brandstoffen. Wintercanola, gebruikt als rotatiegewas in combinatie met regeneratieve landbouwpraktijken, kan de bodemgezondheid verbeteren en koolstofdioxide vastleggen. Het gewas kan vervolgens worden gebruikt om materialen, zoals duurzame vliegtuigbrandstoffen en hernieuwbare diesel, te produceren.

Bayer en Neste zullen samenwerken met de toeleveringsketen en boeren om de wintercanola te introduceren en hebben een memorandum van overeenstemming ondertekend om gezamenlijk wintercanola op te schalen als een grondstof dio op biomassa is gebaseerd. Dit omvat ook de ontwikkeling van een wintercanola-ecosysteem in de Southern Great Plains van de Verenigde Staten.

Canola kan mogelijk een interessante bron worden van duurzame brandstoffen. – Foto: Bayer

Neste, dat zich sterk richt op de ontwikkeling van grondstoffen op basis van afval en restproducten, zei dat de samenwerking aansluit bij haar inspanningen om regeneratieve landbouwconcepten te ontwikkelen. “Wintercanola past goed bij onze nieuwe concepten voor plantaardige olie als nieuw alternatief rotatiegewas”, benadrukte Artturi Mikkola, vice president grondstoffen bij Neste. “Wintercanola heeft niet alleen het potentieel een grondstof met een lagere koolstofintensiteit te creëren, maar kan ook extra milieuvoordelen opleveren voor teeltsystemen.”

TruFlex

Neste zei samen te werken met partners in verschillende regio’s over de hele wereld. Deze collaboraties variëren van kleinere veldproeven om de voordelen van geselecteerde concepten op het gebied van duurzaamheid te bestuderen, tot meer volwassen projecten met behulp van verschillende regeneratieve landbouwpraktijken met als doelstelling om tot een identificatie te komen van de meest veelbelovende concepten die kunnen worden opgeschaald en de grondstoffenpool van Neste voor hernieuwbare producten kunnen diversifiëren.

Bayer streeft ernaar om zijn hybride wintercanola TruFlex in 2027 te lanceren. In aanloop naar de lancering zal Bayer samenwerken met Neste en landbouwers om wintercanola te introduceren als een grondstof, op basis van biomassa, die brandstof levert met een lagere koolstofintensiteit dan traditionele bronnen. “We zetten ons in om boeren te ondersteunen bij het leveren van koolstofarme grondstoffen op aanvraag, door middel van investeringen in nieuwe gewassen zoals winterkoolzaad en ontwikkelingen in duurzame teeltsystemen”, betoogde Frank Therhorst, hoofd strategie en duurzaamheid bij de Crop Science Division van Bayer.

Meer over dit onderwerp:

Posted in grondstoffen, landbouw, milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Samenwerking Bayer en Neste rond grondstoffen voor hernieuwbare brandstoffen

Autobouwers worstelen met oplossingen voor hoge emissieboetes

Posted by managing21 on 15th januari 2025

De autofabrikanten hebben een aantal manieren om de impact van de strengere emissieregels van de Europese Unie te verzachten. Maar al die mogelijke opties zullen waarschijnlijk aanzienlijke kosten met zich meebrengen. Dat hebben een aantal experts gezegd.

“Het vooruitzicht van hoge boetes voor het niet naleven van de nieuwe emissienormen van de Europese Unie heeft een verhit debat binnen de automobielindustrie aangewakkerd, vooral gezien het feit dat de sector momenteel niet op schema ligt om de doelstellingen van dit jaar te behalen”, werpen de experts op. “Een perfecte storm van uitdagingen op weg naar volledige elektrificatie zorgde ervoor dat de gevestigde autofabrikanten het voorbije jaar in 2024 een hectische tijd doormaakten. Weinigen verwachten dat 2025 veel beter zal zijn.”

Een Volkswagen ID.7 heeft in het zuiden van Italië met een volgeladen batterij een afstand van 941 kilometer afgelegd. – Foto: Volkswagen

De limiet van de Europese Unie op gemiddelde emissies van nieuwe voertuigverkopen daalt in 2025 naar 93,6 gram koolstofdioxide per kilometer (g/km). Dit betekent een daling van 15 procent ten opzichte van de basislijn van 110,1 gram per kilometer die in 2021 werd bepaald. Het overschrijden van die limieten – die in 2019 werden overeengekomen en deel uitmaken van de ambitie van de Europese Unie om tegen het midden van deze eeuw klimaatneutraal te zijn – kan leiden tot boetes van enkele miljarden euro’s.

“Iedereen tast in het duister over dit vraagstuk”, vertelde Rico Luman, transportspecialist bij ING Bank. “De problematiek is immers bijzonder complex. De autobouwers ervaren nog steeds moeite om de verschuiving te maken en zich te herstructureren, zoals de jongste weken en maanden is gebleken bij Volkswagen. De constructeurs hebben er op lange termijn belang bij om met hun concurrenten gelijke tred te houden. Het is duidelijk in welke richting de sector evolueert. De autobouwers zullen zich uiteindelijk moeten aanpassen, maar op korte termijn is dat traject voor hen niet zo aantrekkelijk. De transitie kan hen immers op vele manier schaden.”

“De meeste grote Europese autobouwers zijn momenteel nog ver verwijderd van de nieuwe uitstootnormen die de Europese Unie heeft uitgevaardigd”, werpt Luman op. “Dit betekent dat er actie nodig is om de impact van de financiële sancties te verzachten.

Daarvoor liggen enkele opties op tafel. Onder meer kan gedacht worden om de verkoop van elektrische wagens te stimuleren door meer betaalbare modellen uit te rollen en prijzen te verlagen, de productie van conventionele verbrandingsmotoren te verminderen ten gunste van elektrische wagens en hybride modellen en samenwerkingsverbanden met concurrenten die al aan de doelstelling voldoen.”

“De autobedrijven zouden ook kunnen beslissen om gewoon de boetes te betalen”, voert Luman nog aan. Dat samenwerkingsverband verwijst naar het proces waarbij verschillende autofabrikanten samenwerken om als één entiteit te worden beschouwd bij het berekenen van hun emissieprestaties. Op dit moment wordt vermoed dat de Zweedse constructeur Volvo de enige grote autofabrikant is die erin is geslaagd om aan de doelstellingen te voldoen, naast de Amerikaanse groep Tesla en enkele Chinese bedrijven.

Samenwerking

Stephen Reitman, hoofd autoresearch bij Bernstein, benadrukte dat de autofabrikanten die in Europa actief zijn, door de aanscherping van de emissieregels van de Europese Unie dit jaar te maken zullen krijgen met een enorme emissiekloof. “Nu kunnen ze die lasten verzachten door samen te werken met bedrijven die overtollige uitstootrechten bezitten”, verduidelijkte Reitman. “Maar die potentiële partners zijn bijzonder beperkt. Alleen Tesla en Volvo, eigendom van het Chinese Geely, zijn in staat om overtollige rechten aan te bieden.”

“Bovendien moet ermee rekening worden gehouden dat de groot deel van de wagens die Tesla in Europa bouwt en emissierechten opleveren, in China worden geproduceerd”, waarschuwt Reitman. “In feite is er dus sprake van een overdracht van geld van Europese autofabrikanten naar Chinese entiteiten of naar bedrijven die in China zijn ontstaan, wat misschien niet het beste vooruitzicht is voor de Europese Unie en voor de Europese nationale overheden.”

Een aantal Europese traditionele autobouwers hebben hun bezorgdheid geuit over de strengere emissievoorschriften die in Europa worden gehanteerd, vooral omdat de vraag naar elektrische voertuigen afneemt. De European Automobile Manufacturers Association (Acea) heeft de Europese Commissie opgeroepen om dringende noodmaatregelen te nemen voor de nieuwe regels, terwijl de Duitse bondskanselier Olaf Scholz heeft gezegd dat er geen boetes zouden moeten zijn voor autobedrijven die zich niet aan de nieuwe normen houden.

Voor een aantal andere partijen zou echter elke stap om de strengere emissieregels van de Europese Unie af te zwakken of uit te stellen, hetzelfde zijn als de regelgeving helemaal af te schaffen. Julia Poliscanova, analist bij de organisatie Transport & Environment, vertelde recent dat de regels zijn ontworpen om de autofabrikanten concurrerender te maken, zelfs wanneer dit op korte termijn ten koste zou kunnen gaan van hogere winstmarges. “We lopen achter met elektrificatie”, waarschuwde Poliscanova. “Het uitstellen van de emissiedoelstellingen zal de Europese autosector dan ook nog meer achterstand opleveren. Een uitstel van strengere regels kan niet helpen bij de transitie die de sector moet doormaken.”

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, betoogde eind vorig jaar een strategische dialoog te zullen samenroepen over de toekomst van de Europese autosector. De dialoog, die deze maand officieel van start gaat, is gericht op een een snelle implementatie van maatregelen die de sector dringend nodig heeft.

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, energie, milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Autobouwers worstelen met oplossingen voor hoge emissieboetes

Verplaatsingen blijven duurzaamheid Olympische Spelen hinderen

Posted by managing21 on 25th december 2024

De uitdaging van de Olympische Spelen om de emissies van het vervoer van mensen te verminderen, is een vraag die sportevenementen zichzelf moeten blijven stellen. Dat is de conclusie van een rapport van het duurzaamheidsplatform van Paris 2024, de organisator van de Olympische Spelen de voorbije zomer. Er is immers gebleken dat verplaatsingen meer dan de helft van de totale emissies van het evenement vertegenwoordigen. Dit moet volgens het rapport leiden tot ernstige bekommernissen voor toekomstige organisaties.

De Olympische Spelen van de voorbije zomer werden als de meest duurzame editie uit de geschiedenis genoemd. Er werd daarbij opgemerkt dat Paris 2024 de gemiddelde ecologische voetafdruk van zijn voorgangers London 2012 en Rio de Janeiro 2016 heeft gehalveerd. Daarmee wordt ook de lat voor de volgende edities van de Olympische Spelen, die in Los Angeles en Brisbane zullen worden georganiseerd, hoger gelegd.

Verplaatsingen voor de Olympische Spelen van Parijs veroorzaakten een uitstoot van 830.000 ton koolstofdioxide. – Foto: Groupe ADP

Ondanks het algehele succes bij het verminderen van emissies, overtrof het uitstootniveau van de verplaatsingen van toeschouwers, atleten en afgevaardigden volgens het rapport van het duurzaamheidsplatform van Paris 2024 de oorspronkelijke schattingen met bijna 60 procent. Deze verplaatsingen zouden meer dan 830.000 ton koolstofdioxide-equivalent hebben veroorzaakt. Dat vertegenwoordigt ongeveer 360.000 vluchten in economy class heen en weer tussen New York en Parijs. 

Hoewel er werd geïnvesteerd in projecten voor emissiecompensatie, zoals de distributie distribueren van gasfornuizen in arme landen ter vervanging van houtskool, besloot Paris 2024 bij de berekening van de duurzaamheid van het evenement deze initiatieven niet mee te rekenen.

Georgina Grenon, directeur duurzaamheid van Paris 2024, zei dat “Toeschouwers die met het vliegtuig vanuit New York kwamen, hebben meer dan ruimschoots de pogingen om de uitstoot van de verplaatsingen te verminderen – zoals de uitbouw van fietsroutes, extra verbindingen met het openbaar vervoer, treinvervoer voor de nationale teams uit naburige landen en ticketpakketten om toeschouwers aan te moedigen meerdere evenementen bij te wonen – ongedaan gemaakt”, benadrukte Georgina Grenon, directeur duurzaamheid van Paris 2024.

“De gemiddelde reiziger op lange afstand produceerde evenveel emissies als duizend lokale toeschouwers”, merkte Grenon nog op. “De vluchten op lange afstanden van internationale toeschouwers waren verantwoordelijk voor bijna een derde van de totale emissies van de Olympische Spelen, terwijl Amerikaanse reizigers alleen al bijna 17 procent aan de totale uitstoot bijdroegen.”

Grenon schreef de onderschatting van de vervoersemissies toe aan de recordbrekende kaartverkoop, vooral op het laatste moment. “Het probleem van bijzonder vervuilende internationale reizen overtreft de Olympische Spelen in het algemeen”, zei Grenon. “De toename van de reizen naar Frankrijk lag in lijn met de wereldwijde trends die sinds de covid-pandemie konden worden opgetekend. We moeten ons allemaal bijzonder bewust zijn van de impact van de menselijke activiteiten.”

Bijzondere uitdaging

Deskundigen zeiden dat er een kloof bleef bestaan ??tussen het traditionele doel van de Olympische gaststad om een recordkaartverkoop te realiseren en de inspanningen om de reisemissies te verminderen. Voor de Olympische Spelen in Parijs werden meer dan 12 miljoen tickets verkocht. Dat is minstens één miljoen meer dan in Londen twaalf jaar geleden het geval was. “Ik zie niet in hoe reisemissies kunnen worden verminderd als het model van de organisatie van evenementen ongewijzigd blijft”, benadrukte David Gogishvili, professor geografie aan de Université de Lausanne.

Transport zou naar verwachting ongeveer een derde van de ecologische voetafdruk van de Olympische Spelen in Parijs uitmaken, maar uiteindelijk liep dat cijfer op tot 54 procent. “Dit blijft ook voor de toekomstige Olympische Spelen een probleem”, merkte Benja Faecks, onderzoeker bij de organisatie Carbon Market Watch.

“Los Angeles, waar de autoriteiten in 2028 een autovrije Olympische Spelen te organiseren, vormt daarbij een bijzondere uitdaging. Los Angeles heeft immers een minder uitgebouwde infrastructuur van elektrisch transport dan Parijs. Los Angeles in 2028 en Brisbane in 2032 vertonen voor bezoekers die niet in de lokale regio woonachtig zijn, ook een gebrek aan alternatieven voor het vliegtuig. Een grotere geografische spreiding van de Olympische Spelen, waarbij meerdere continenten bij het evenement zouden worden ingeschakeld, zou een oplossing kunnen zijn.”

“De inherente aard van deze grootschalige sportevenementen maakt dit type initiatieven vanaf het begin relatief milieuvervuilend”, beklemtoonde Walker Ross, professor sportmanagement aan de University of Edinburgh, verwijzend naar de internationale focus van de Olympische Spelen en de unieke geografie van elke gaststad. “Bovendien moet worden opgemerkt dat het gigantisme, waarbij elk evenement erop gericht is om de vorige editie te overtreffen, voor de duurzaamheid een voortdurend probleem vormt. Het is moeilijk voor de volgende stad om minder spektakel te brengen dan zijn voorganger. De Olympische Spelen kunnen moeilijk duurzaam zijn, maar ze kunnen wel duurzamer worden.”

In totaal stootte Paris 2024 een volume van 1,59 miljoen ton koolstofdioxide – inclusief voeding, bouw en energieverbruik – uit. Daarmee bleef Parijs 54 procent onder de gemiddelde emissies die London 2012 en Rio de Janeiro 2016 hadden laten optekenen. “Het gebruik van bestaande locaties en een focus op het gebruik van koolstofarme materialen hielpen de organisatoren de emissies van de bouw terug te dringen tot bijna een kwart van het niveau dat London 2012 had laten registreren”, beklemtoont Gogishvili. “Dat is een baanbrekende prestatie. Ook bij de emissies per atleet liet Parijs een aanzienlijke daling zien ten opzichte van eerdere edities. Deze emissies vielen tegenover London 2012 met meer dan de helft terug.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in milieu, Mobility, sport | Reacties uitgeschakeld voor Verplaatsingen blijven duurzaamheid Olympische Spelen hinderen

Europese Unie zal uitstootregels voor autosector niet versoepelen

Posted by managing21 on 13th december 2024

De Europese Commissie heeft geen enkele intentie om het beleid over de uitstoot van het wagenpark in de Europese Unie bij te sturen. De regels voor de uitstoot van koolstofdioxide door het autoverkeer zal niet worden versoepeld. Dat heeft Wopke Hoekstra, Europees Commissaris voor klimaat, gezegd. Verscheidene autogroepen, politieke partijen en overheden hadden nochtans recent op een versoepeling aangestuurd.

Onder meer de Europese Volkspartij (EVP), de grootste politieke fractie in het Europese parlement, heeft een campagne gelanceerd om de Europese klimaatwetgeving te versoepelen. De fractie schaarde zich daarmee achter een aantal autofabrikanten en regeringen van lidstaten, die eerder ook al hadden gevraagd om de regelgeving af te zwakken.

De Europese autosector dreigt met een aanzienlijke banenverlies te kunnen worden geconfronteerd. – Foto: Audi

De betrokkenen hopen dat de Europese autosector zich op die manier gemakkelijker zou kunnen herstellen. De Europese autoproductie maakt een moeilijke periode door. Er worden in de sector mogelijk duizenden arbeidsplaatsen bedreigd. Dat is het gevolg van een zwakke vraag, de Chinese concurrentie en de tegenvallende verkopen van elektrische wagens.

De Europese Volkspartij vraag dat de autofabrikanten een verlichting krijgen van de uitstootlimieten die voor volgend jaar waren vastgelegd. In het algemeen wordt verwacht dat vele autocontructeurs er niet zullen in lukken om die limieten te halen. De European Automobile Manufacturers Association (Acea) wees erop dat de sector mogelijk 15 miljard euro aan boetes zou kunnen krijgen omdat de doelstellingen van volgend jaar niet zouden worden gehaald. Die boetes zouden de mogelijkheden voor investeringen ernstig kunnen uithollen.

Volgens de Europese Volkspartij zou bij de evaluatie over de emissiegrenzen met een gemiddelde van drie jaar moeten worden gerekend. Autoconstructeurs die hun limieten volgend jaar dreigen te missen, zouden hierdoor de twee volgende jaren hun achterstand in te halen en op die manier alsnog een boete vermijden. 

De partij wil ook dat de Europese Unie afstapt van zijn plannen om vanaf 2035 de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren te verbieden. Volgens de Europese Volkspartij mag dat verbod niet gelden voor motoren die op alternatieve brandstoffen – biobrandstoffen, hernieuwbare brandstoffen of synthetische brandstoffen – draaien. Ook zou volgens de partij rekening moeten gehouden worden met de inzet van plugin hybrides, wagens die minder uitstoot veroorzaken, maar niet elimineren. 

Arbeidsplaatsen

De Europese autosector heeft nochtans al belangrijke stappen gezet om de overstap naar een duurzame aandrijving te kunnen maken. Een duurzaam wegverkeer vormt een belangrijke pijler van de ambities van de Europese Unie om tegen midden deze eeuw uitstootvrij te worden. Maar in Duitsland bereidt de Christlich Demokratische Union (CDU), onderdeel van de Europese Volkspartij, zich voor op de volgende nationale verkiezingen, die in februari volgend jaar worden georganiseerd. De problemen van de Duitse autosector kunnen in de verkiezingsstrijd een belangrijke factor worden.

Jens Gieseke, een Duits parlementslid van de Europese Volkspartij, benadrukte dat zijn fractie een realistische benadering van de duurzame transitie vraagt. Hij wees erop dat er inspanningen moeten worden gedaan om de Europese autosector, die veertien miljoen arbeidsplaatsen vertegenwoordigt, te steunen. Er zijn al bij diverse partijen uit de sector en diens toeleveranciers – waaronder Volkswagen, Ford, Bosch, Valeo en Michelin – ontslagen gemeld.

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie en eveneens lid van de Europese Volkspartij, heeft beloofd persoonlijk de leiding te zullen nemen over een nieuw initiatief om de Europese autosector bij zijn transitie naar een duurzame toekomst te helpen.

Wopke Hoekstra, nochtans zelf ook lid van de Europese Volkspartij, benadrukte echter dat de Europese Commissie geen enkele intentie heeft om de klimaatwetgeving aan te passen. “De klimaatregels zijn nodig om de de wettelijk bindende emissiedoelstellingen van Europa te halen”, benadrukte hij. “Bovendien bieden de regels aan de Europese bedrijven een voorspelbaar investeringsklimaat.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Europese Unie zal uitstootregels voor autosector niet versoepelen

Subsidies basis voor strijd om investeerders in duurzame technologieën

Posted by managing21 on 12th december 2024

Door de versnelling van de wereldwijde zoektocht naar hernieuwbare energie, zullen de massale subsidies van de Verenigde Staten, Europa en China om hun marktaandeel in de sector veilig te stellen, ook voor de investeerders aanzienlijke gevolgen hebben. Dat blijkt uit een aantal getuigenissen van marktanalisten die door de Britse zakenkrant Financial Times werden verzameld.

Dit jaar heeft de Europese Unie de Net-Zero Industry Act aangenomen. Die regelgeving heeft tot doel om investeringen in zonnekracht, windenergie en andere duurzame technologieën aantrekkelijker te maken. De wetgeving verlicht de bureaucratie en versnelt de goedkeuring van projecten. Europa wil met het initiatief tegen eind dit decennium 50 miljoen ton aan opslagcapaciteit voor koolstofdioxide uitbouwen. Daarbij worden interessante initiatieven van de industrie met belangrijke subsidies ondersteund. Dat heeft diverse bedrijven al aangezet om actie te ondernemen.

Vermogensbeheerder Invesco beklemtoonde dat deze nieuwe wetgeving een belangrijke stimulans worden voor de duurzame energiesector. “Hierdoor zal Europa meer fabrikanten van duurzame producten aantrekken”, beklemtoonde Invesco. “De 375 miljard euro die de Net Zero Industry Act beschikbaar stelt aan subsidies, belastingkredieten, directe investeringen en leningen zullen helpen om bedrijven aan te zetten in duurzame toepassingen te investeren.”

Vooral offshore windenergie zou mogelijk door Donald Trump worden geviseerd. – Foto: Vestas

Het initiatief benadrukt volgens de analisten hoe graag de Europese Unie op het gebied van hernieuwbare energie tegenover de inspanningen die de Verenigde Staten en China terzake de voorbije jaren hebben gedaan, een inhaalbeweging wil maken. De Europese Unie toonde zich ook niet gelukkig met de Inflation Reduction Act die de regering van de Verenigde Staten twee jaar geleden heeft ingevoerd. Gevreesd werd immers dat het subsidiepakket van 368 miljard dollar uit die regelgeving duurzame bedrijven en investeringen uit de Europese regio zou weglokken. Er volgden oproepen tot wederkerige maatregelen.

De Net Zero Industry Act heeft tot doel dat bedrijven uit de Europese Unie tegen eind dit decennium 90 procent van de binnenlandse vraag van de regio naar batterijen voor elektrische voertuigen zouden dekken. “Naast een reactie op de Verenigde Staten is de wet een poging van de Europese Unie om een massale invoer van Chinese elektrische voertuigen op zijn markt te voorkomen”, benadrukte Marco Siddi, onderzoeker bij het Finse Institute of International Affairs.

China

De snelle ontwikkeling van elektrische voertuigen in China, die door de nationale overheid zwaar werden gesubsidieerd, heeft concurrenten over de hele wereld geschokt. Chinese fabrikanten van elektrische batterijen hebben subsidies aangeboden gekregen die meer dan 50 procent van de kosten van het product kunnen bedragen. In oktober boekte Byd, de grootste Chinese fabrikant van elektrische voertuigen, voor de eerste keer een hogere kwartaalomzet dan zijn Amerikaanse rivaal Tesla. Dit bewijst  hoe competitief de Aziatische grootmacht is geworden. “In Europa is het vrij duidelijk dat het niet alleen om subsidies gaat, maar ook om de bescherming van de eigen industrie”, zegt Siddi. “De Chinese centrale planning voor duurzame subsidies kan door Europa niet gemakkelijk worden gerepliceerd.”

Ook de Verenigde Staten worden door een complex regelgevend overheidsapparaat gekenmerkt. Het land geniet echter ook van een bloeiende aandelenmarkt en een ecosysteem voor durfkapitaalinvesteringen dat duurzame technologiebedrijven kan laten groeien. Volgens Sidi is het subsidiesysteem in de Europese Unie enigszins ingewikkelder dan in de Verenigde Staten.  

De uitdagingen voor Europa worden nog groter door de terugkeer van Donald Trump als president van de Verenigde Staten. “Aan de ene kant zou Trump een deel van de subsidies voor duurzame energie uit 2022 kunnen terugdraaien”, voeren de analisten aan. “Maar een volledige intrekking van de Inflation Reduction Act is onwaarschijnlijk.” In augustus spoorden achttien republikeinse congresleden Mike Johnson, de republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, aan de belastingvoordelen van de wet te behouden en waarschuwden dat een volledige intrekking zware gevolgen zou kunnen hebben.

Het echte probleem voor de Europese Unie is daarentegen de dreiging van de importheffingen die Donald Trump wil opleggen. “Dit kan de planning van de bedrijven verstoren”, beklemtoont Janka Oertel, directeur van het Aziatische departement bij de European Council on Foreign Relations. “Midden tussen een grote onzekerheid zullen bedrijven een afwachtende houding moeten aannemen. Dit vertraagt ??investeringen, bedrijfsuitbreidingen en uiteindelijk de decarbonisatie. Het is een patstelling die de concurrentiekracht van de Europese bedrijven vertraagt. Wachten is geen goede positie, maar iedereen is bang om de verkeerde zet te doen.”

Vooral subsidies voor windenergie zouden door het aantreden van de nieuwe Amerikaanse regering in het gedrang kunnen komen. “De verkiezingsoverwinning van Trump heeft de aandelen van Europese windbedrijven onmiddelijk geraakt”, benadrukt Oertel. “Trump beloofde tijdens zijn verkiezingscampagne dat hij na zijn aantreden de subsidies voor de offshore windindustrie onmiddellijk te schrappen. De aandelen van Vestas, een Deens fabrikant van windturbines, daalden tot het laagste punt in vijf jaar.

“Als de Chinese concurrenten in staat zijn om te profiteren van de verzwakkende positie van de Europese fabrikanten van windmolens en daadwerkelijk turbines kunnen leveren, zal het voor de Europese Unie bijzonder moeilijk worden om een industriële basis in windenergie te behouden.”

Meer over dit onderwerp:

 

Posted in energie, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Subsidies basis voor strijd om investeerders in duurzame technologieën

Topman BMW ziet geen reden om Europese emissieregels uit te stellen

Posted by managing21 on 9th december 2024

Er is geen enkele reden om de strengere emissie-doelstellingen van de Europese Unie, die volgend jaar van kracht worden, uit te stellen. Dat heeft Oliver Zipse, chief executive van de Duitse autobouwer BMW Group, in een gesprek met het magazine Automobilwoche gezegd. Zipse voegde eraan toe dat alvast BMW op de nieuwe regelgeving voorbereid is.

Vanaf 2025 verlaagt de Europese Unie de gemiddelde emissies die nieuwe voertuigen in het verkeer mogen produceren. Autofabrikanten dreigen met hoge boetes te worden geconfronteerd indien ze zich niet aan de nieuwe regels houden. Een aantal landen hebben, samen met de European Automobile Manufacturers Association (Acea), opgeroepen om de doelstellingen uit te stellen of te versoepelen. Gewaarschuwd daarbij werd dat de autofabrikanten door de afnemende vraag naar elektrische auto’s moeilijkheden zouden ervaren om de vooropgestelde normen te halen.

Oliver Zipse benadrukt dat BMW klaar is voor de strengere Europese uitstootregels. – Foto: BMW Group

Oliver Zipse, chief executive van de BMW Group, merkte echter op geen enkele reden voor een uitstel te zien. “We zijn al sinds 2019 op de hoogte van de nieuwe doelstellingen die volgend jaar worden ingevoerd”, betoogde Zipse. “We zien geen reden om de emissiedoelstellingen voor volgend jaar uit te stellen.” Hij voegde eraan toe dat BMW in de aanloop naar de nieuwe regelgeving zijn ontwerpen al heeft aangepast.

Hybrides

Zipse beklemtoonde dat de vermindering van de emissies niet alleen gerealiseerd kunnen worden door een sterkere verkoop van elektrische wagens, maar merkte op dat ook hybride voertuigen een belangrijke kunnen leveren om de doelstellingen te halen.

Volgens de nieuwe regels moet de gemiddelde uitstoot van nieuwe personenauto’s die in Europese Unie worden verkocht met 19 procent dalen. Tot nu toe wordt een uitstoot van 116 gram koolstofdioxide per kilometer toegelaten. Vanaf volgend jaar moet dat niveau tot minder dan 93,6 gram worden teruggebracht.

Zipse bekritiseerde echter de beslissing van de Europese Commissie om de verkoop van auto’s met motoren op fossiele brandstoffen in de Europese Unie tegen 2035 geleidelijk af te schaffen. “Een dergelijk beleid beperkt succesvolle technologieën, maar creëert niet voldoende investeringen in nieuwe ontwikkelingen en technologieën om de klimaatdoelen van Europa te bereiken”, waarschuwde hij.

Het autoconcern Stellantis heeft zich eveneens tegen het uitstellen van de nieuwe doelstellingen uitgesproken. Ook daar wordt gewezen op de inspanningen die werden gedaan om zich op de deadline voor te bereiden.

Net zoals andere Duitse fabrikanten wordt de BMW Group met dalende winsten geconfronteerd. Westerse fabrikanten worstelen immers met hoge productiekosten, terwijl tegelijkertijd met een zwakke vraag – vooral op de belangrijke Chinese markt – moet worden afgerekend. Desalniettemin toonde Zipse zich optimistisch over de toekomst en vooral over de verkoop van elektrische voertuigen, ondanks het feit dat op sommige markten recent een afnemende vraag moet worden vastgesteld. “Elektrische mobiliteit blijft de volgende jaren onze sterkste groeimotor”, beklemtoonde Zipse.

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Topman BMW ziet geen reden om Europese emissieregels uit te stellen