managing21.be

Managing21: een blik op het heden en de toekomst van de economie.

Archive for mei, 2023

Studie: Brazilië moet zijn metronetwerk versterken om stedelijke wildgroei tegen te gaan

Posted by managing21 on 31st mei 2023

De grote Braziliaanse steden moeten zwaar investeren in openbaar vervoer per spoor om de productiviteit, het concurrentievermogen en het leefmilieu te verbeteren. Dat staat in een studie van de Confederação Nacional da Indústria, de Braziliaanse nationale industriebond, over de stedelijke mobiliteit in het land. Volgens de studie moet Brazilië de ontbrekende metro’s aanleggen om de ongebreidelde stadsuitbreiding tegen te gaan.

De studie raamt dat de volgende twintig jaar 295 miljard Braziliaanse real (54,9 miljard euro) zou moeten worden uitgegeven, bijna volledig aan projecten rond metronetten en stadsspoorwegen, om het openbaar vervoer op het niveau van vergelijkbare steden elders in Latijns-Amerika, zoals Santiago en Mexico City, te brengen.

Uitdijende steden

Uit de studie blijkt dat de versnelde verstedelijking en het uitdijen van de woongebieden in de grote Braziliaanse metropolen over het algemeen negatieve gevolgen hebben gehad voor het welzijn en de productiviteit. Daarbij wordt gewezen naar lange en ongemakkelijke verplaatsingen tussen die nieuwe gebieden en de stadscentra. Opgemerkt wordt dat Brazilië in het recente verleden te weinig in openbaar vervoer heeft geïnvesteerd en het individuele gemotoriseerde vervoer omgekeerd heeft bevoordeeld en gesubsidieerd, onder meer door het beprijzen van fossiele brandstoffen.

Openbaar vervoer in Rio de Janeiro. (Foto: Miguel Montesc/Pixabay)

Het rapport benadrukt nog dat onderfinanciering in Brazilië het grootste knelpunt is voor de versterking van het stedelijk openbaar vervoer. “Van de totale investeringen die het land de volgende twee decennia in het openbaar vervoer zou moeten doen, zou 271 miljard real moeten worden voorzien voor de uitbreiding van de metronetwerken”, luidt het. “Nog eens 15 miljard real zou moeten worden besteed aan voorstedelijke spoordiensten en 9 miljard real aan snel busvervoer.”

Verder wordt opgemerkt dat het gemiddelde aandeel van het openbaar vervoer in negen grote steden in Brazilië bijna 39 procent bedraagt, waarbij Rio de Janeiro een niveau van nagenoeg 49 procent haalt, tegenover 36,6 procent in São Paulo. Het aandeel van de metro en voorstadstreinen in de totale verplaatsingen bedroeg in Rio de Janeiro amper 5,4 procent en 11 procent in São Paulo. Ook elders werden opvallend lage scores opgetekend. In Recife werd nog een aandeel van 6,1 procent gemeld, maar in Brasilia slechts 1,4 procent en in Belo Horizonte 2 procent. 

Het busvervoer had in Salvador in de totale verplaatsingen een aandeel van iets meer dan 38 procent, gevolgd door Rio de Janeiro (37,7 procent), Recife (34,5 procent) en São Paulo (19,8 procent). De onderzoekers merken wel op dat hier enige voorzichtigheid moet worden geboden. De gegevens werden immers op uiteenlopende tijdstippen het voorbije decennium verzameld.

Aanbevelingen

In het rapport worden ook een aantal aanbevelingen voor de overheid gedaan. Onder meer wordt gevraagd om meer doeltreffende instrumenten in te zetten voor de modernisering van de vervoersnetwerken, waarbij de gemeentebesturen de mogelijkheid zouden moeten krijgen om regelgevende maatregelen te nemen die de uitvoering van de mobiliteitsplannen kunnen ondersteunen. Tevens wordt aangevoerd dat de metropolitane regio’s voorzien moeten worden van efficiëntere bestuursstructuren, waarbij het beheer van het stedelijk vervoer aan een specifieke organisatie wordt overgedragen. 

Verder wordt opgemerkt dat er een sterke financiële basis voor de investeringen in de stedelijke vervoersinfrastructuur moet worden voorzien. “De vijftien grootste metropolen van het land moeten de volgende twee decennia immers 295 miljard real investeren”, stippen de onderzoekers aan. “Daartoe moet het model van de publiek-private samenwerking met een relatief lange concessieperiode – van ongeveer dertig jaar – voor de aanleg, de exploitatie en het onderhoud – worden uitgebreid.”

In de studie wordt nog opgemerkt dat het gebruik van het openbaar vervoer in Rio de Janeiro en São Paulo momenteel nog altijd lager ligt het niveau van vier jaar geleden, voor de uitbraak van de coronacrisis. In Rio de Janeiro daalden de trafieken in de metro met 30 procent en in het busvervoer met 15 procent. In São Paulo lieten beide een terugval met ongeveer 25 procent optekenen.

Robson Braga de Andrade, voorzitter van de Braziliaanse nationale industriebond, betoogde dat het uitdijen van de steden negatieve gevolgen heeft gehad voor de mobiliteit. “Dit fenomeen heeft geleid tot lange reistijden naar het centrum van de stedelijke gebieden, met negatieve gevolgen voor de arbeidsproductiviteit, het leefmilieu, het concurrentievermogen van de industrie en het welzijn van de Braziliaanse bevolking”, aldus Braga de Andrada.

Meer over dit onderwerp:

Posted in Mobility, transport & logistiek | Reacties uitgeschakeld voor Studie: Brazilië moet zijn metronetwerk versterken om stedelijke wildgroei tegen te gaan

Europese Unie verdubbelt vloot om bosbranden vanuit lucht te bestrijden

Posted by managing21 on 30th mei 2023

De Europese Unie zal deze zomer over een vloot van achtentwintig toestellen kunnen beschikken om bosbranden vanuit de lucht te helpen bestrijden. Dat betekent een verdubbeling tegenover het arsenaal dat vorig jaar kon worden ingezet. Dat heeft Janez Lenar?i?, Europees commissaris voor Crisisbeheersing, gezegd. De vloot bestaat nu uit tien Canadairs, die vuurhaarden met water moeten bombarderen, naast veertien lichte amfibische vliegtuigen en vier helikopters.

Janez Lenar?i? beklemtoonde dat de Europese Unie opnieuw een hete zomer verwacht, met een groot risico op bosbranden. “Dit jaar is al veel droger dan gemiddeld begonnen”, beklemtoonde Lenar?i?, verwijzend naar de droge omstandigheden waarmee Portugal, Spanje, Zuid-Frankrijk en Noord-Italië tot voor kort werden geconfronteerd. “De ongewoon vroege droogte, in combinatie met de stijgende temperaturen die Europa nu kent, betekenen uiteraard een belangrijke aanjager van bosbranden.”

Warmste zomer

Europa beleefde vorig jaar de warmste zomer uit de geschiedenis. In september kondigde Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, het plan aan om de luchtvloot voor blussingswerken te verdubbelen. Dat arsenaal is strategisch over heel Europa gespreid, zodat snel kan worden ingegrepen wanneer de branden in de kritieke periode tussen juni en oktober opslaan.

De Canadairs, een belangrijk wapen tegen grote natuurbranden. (Foto: Pixabay)

De vliegtuigen zijn in tien lidstaten – Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië, Portugal, Spanje en Zweden – gestationeerd. De Europese Unie verstrekt de middelen zodat de nationale autoriteiten van de betrokken landen de vloot, die bekend staat onder de naam RescEU, in staat van paraatheid kunnen houden.

De vliegtuigen zijn essentieel om bosbranden te bestrijden, omdat zij op precieze plaatsen tonnen water op de vlammen kunnen gooien. Vooral de Canadairs, vliegtuigen van het Canadese bedrijf Bombardier, hebben in het verleden hun waarde bij het bestrijden van branden al meermaals bewezen. Daarnaast zullen volgens Lenar?i? meer dan vierhonderd brandweerlieden in Griekenland, Frankrijk en Portugal worden gestationeerd.

Meer interventies

De brandbestrijding wordt gestuurd vanuit het Emergency Response Coordination Centre in Brussel. Dat centrum bestaat tien jaar en ondersteunt het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie, dat onder meer is gebruikt om uitrusting, voedsel en medicijnen naar het door oorlog verscheurde Oekraïne te sturen.

Het mechanisme werd ook geactiveerd voor het verzenden van corona-vaccins naar landen buiten de Europese Unie en voor de repatriëring van Europese burgers die tijdens de pandemie naar huis dienden te worden gehaald. Recent nog werd het mechanisme gebruikt voor de hulp aan bevolkingsgroepen te helpen die waren getroffen door de aardbeving in Zuidoost-Turkije en Noord-Syrië.

Het Europees mechanisme werd in het begin van deze eeuw gelanceerd. Tijdens de eerste twee decennia van zijn bestaan, werd het gemiddeld twintig keer per jaar geactiveerd. Meer recent liep dat echter op tot ongeveer honderd interventies per jaar. Lenar?i? voegde eraan toe dat de volgende jaren waarschijnlijk meer middelen nodig zal zijn om de activiteiten van het mechanisme verder te kunnen garanderen.

“Bovenop natuurrampen zoals aardbevingen en crisissen die door de mens worden veroorzaakt, zoals de oorlog in Oekraïne, zullen we in toenemende mate te maken krijgen met weersgerelateerde gebeurtenissen die een gevolg zijn van de klimaatcrisis”, waarschuwde Lenar?i?. “Er moet meer financiering komen om de gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken, want er is een duidelijke toename merkbaar van de de frequentie en intensiteit van natuurrampen.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in luchtvaart & ruimtevaart | Reacties uitgeschakeld voor Europese Unie verdubbelt vloot om bosbranden vanuit lucht te bestrijden

Bakfietsen in binnenstad uitgelezen alternatief voor bestelwagens

Posted by managing21 on 30th mei 2023

Bakfietsen kunnen het aantal kilometers dat in Londen door bestelwagens wordt afgelegd, in de toekomst met bijna een vijfde verminderen. Dat kan de vervuiling in de stad in belangrijke mate terugdringen en zorgt tevens voor een aanzienlijke besparing van ruimte. Dat heeft Will Norman, de Londense commissaris voor fietsen en wandelen, gezegd in een reactie op het bakfiets-actieplan dat de Londense autoriteiten hebben opgezet.

Londen is de eerste lokale overheid in het Verenigd Koninkrijk die een bakfiets-actieplan heeft gelanceerd. De Britse hoofdstad wil het gebruik van fietsen aan te moedigen om de snelle toename van de congestie en vervuiling door bestelwagens tegen te gaan. Bakfietsen – die twee, drie of vier wielen kunnen hebben – hebben meestal grote laadbakken en maken gebruik van elektrische energie om de gebruiker te helpen.

Emissies

In het rapport wordt opgemerkt dat een verschuiving naar bakfietsen het aantal bestelwagens in het centrum van Londen tegen het eind van dit decennium met maar liefst 17 procent zou kunnen verminderen. Volgens statistieken van het Ministerie van Transport stegen de trafieken van bestelwagens in Groot-Londen tijdens de tweede helft van het voorbije decennium met 18 procent. Dit type van verkeer kende bovendien tijdens de coronapandemie ook een kleinere inkrimping dan andere vormen van transport.

Cargo bikes kunnen ladingen tot 250 kilogram vervoeren. (Foto: Zedify)

“Een transfer van verkeer van gemotoriseerde bestelwagens naar fietsen met elektrische ondersteuning maakte deel uit van de route die Londen wil volgen om de uitstoot van koolstofdioxide tegen het einde van dit decennium te elimineren”, verduidelijkte Norman. “De overstap vormt tevens de sleutel om de Londense verkeerscongestie aan te pakken. De beslissing is voor iedereen een goede zaak.”

Voorstanders van het nieuwe plan zeggen dat ongeveer een kwart van de huidige ladingen in lichte bestelwagens naar bakfietsen, die ladingen tot ongeveer 250 kilogram kunnen meevoeren, kunnen worden overgeheveld. Exploitanten zeggen dat de fietsen sneller en flexibeler in drukke steden zijn dan de bestelwagens, die veel ruimte innemen.

“De lokale autoriteiten willen er ook voor dat de verschuiving zo soepel mogelijk verloopt”, voegde Norman eraan toe. “We moeten ervoor zorgen dat het potentieel van de bakfietsen volledig wordt gerealiseerd. Er moet daarbij op een gecoördineerde manier worden gewerkt.”

Nieuwe benadering

Volgens het actieplan moeten lokale planners op zoek gaan naar terreinen die geschikt kunnen worden gemaakt om als uitvalsbasis voor de transporten met bakfietsen te functioneren. Momenteel is in Hoxton, ten noordoosten van de Londense City, in een kelder onder een hoogbouw een depot van Zedify, exploitant van bakfietsen, gevestigd.

Bestelwagens leveren op dat adres grotere volumes goederen af. De ladingen worden vervolgens met bakfietsen naar hun eindbestemming in de stad gevoerd. Zedify werkt onder meer voor de modegroep Zara en Grubby, verkoper van veganistische maaltijdpakketten.

Volgens Rob King, directeur van Zedify, moeten de logistieke concepten opnieuw worden bekeken om ervoor te zorgen dat de vrachtfietsen hun volledige potentieel kunnen benutten. “Er moet een heel nieuw bedrijfssysteem worden uitgewerkt om de trafieken met bakfietsen op grote schaal te laten functioneren”, beklemtoonde King. “Locaties voor depots zijn schaars, maar ze zijn essentieel om ervoor te zorgen dat exploitanten van bakfietsen een groter deel van de markt kunnen veroveren.

De beperkte beschikbaarheid van locaties voor distributiecentra is volgens King een belangrijk knelpunt. “In een dichtbevolkt stedelijk gebied zoals Londen levert een flatgebouw meer opbrengsten op dan een logistieke centrum”, verduidelijkte King. “Maar daarnaast dreigt ook de financiering van de diensten een probleem op te leveren. De aankoopprijs van een vrachtfiets kan tot 8.000 pond oplopen. Veel financiële instellingen zijn huiverig om in de sector te investeren.”

Ook binnen het bedrijfsleven zou een aanzienlijke terughoudendheid tegenover het gebruik van bakfietsen vertonen. “Er moet immers op een totaal nieuwe manier over de organisatie van het werk worden gedacht”, benadrukte Aaron Fleming-Saheed, oprichter van Cycling Sparks, een elektricien die zijn medewerkers met een vloot elektrische fietsen heeft uitgerust. “Daarbij staat flexibiliteit centraal, maar dat is een concept dat bij vele ondernemingen op twijfels wordt ontvangen.”

Martin Norman voerde aan dat het stadsbestuur en de vervoersautoriteit Transport for London niet alleen aandringen op de ontwikkeling van nieuwe uitvalsbasissen, maar ook werken aan het opstellen van normen waaraan deze locaties moeten voldoen en aan maatregelen die de opleiding en veiligheid van de fietsers moeten garanderen.

Hina Bokhari, die namens de Liberal Democrats in de Londense gemeenteraad zetelt, merkte op dat de inspanningen nog verder zouden moeten opgevoerd. Tijdens de voorbereiding van de uitbreiding van de Londense Ultra Lage Emissie Zone (Ulez), was voorgesteld om fonds van 100 miljoen pond op te richten om bedrijven aan te moedigen hun bestelwagens door bakfietsen te vervangen. De aanbeveling werd echter niet aanvaard. “Indien Londen tegen eind dit decennium emissievrij wil zijn, moet er in deze strategieën geld worden geïnvesteerd”, betoogde Bokhari.

“Elk bedrijf dat momenteel van start gaat, moet het leefmilieu bovenaan zijn agenda hebben staan,” stelde ook Fleming-Saheed. “De praktijken van voorheen kunnen eenvoudigweg niet meer worden aangehouden.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in Mobility, Stad, transport & logistiek | Reacties uitgeschakeld voor Bakfietsen in binnenstad uitgelezen alternatief voor bestelwagens

Volmachtadviseur: “Klimaatbeleid Toyota toont onvoldoende transparantie”

Posted by managing21 on 29th mei 2023

Volmachtadviseur Institutional Shareholder Services (ISS) heeft aandeelhouders van Toyota Motor aanbevolen hun steun te geven aan een resolutie waarin de Japanse autofabrikant wordt aangespoord zijn lobbyactiviteiten rond klimaatactie beter openbaar te maken. Tevens stipte de adviseur aan dat de voorgestelde samenstelling van de raad van bestuur onvoldoende onafhankelijke kandidaten naar voor schuift. Toyota merkte echter op dat alle kandidaten voldoen aan de criteria die de beurs van Tokio voor onafhankelijke bestuurders hanteert.

Halverwege volgende maand organiseert Toyota zijn jaarlijkse aandeelhoudersvergadering. De autobouwer staat onder toenemende druk van duurzame beleggers en klimaatactivisten, die kritiek hebben geuit omdat de constructeur minder snel op een productie van uitsluitend elektrisch aangedreven voertuigen wil overschakelen dan zijn concurrenten.

Lobbyactiviteiten

Het Deense pensioenfonds AkademikerPension, het Noorse Storebrand Asset Management en de Nederlandse pensioenbelegger APG Asset Management hebben eerder te kennen geven bezorgd te zijn dat Toyota door de stijgende verkoop van elektrische voertuigen winsten zou mislopen. Zij willen dat Toyota zich tot een uitgebreide, jaarlijkse evaluatie van klimaatgerelateerde lobbyactiviteiten zou verbinden.

Investeerders noemen klimaatbeleid Toyota ondoorzichtig. (Foto: Toyota)

“Toyota voorziet aandeelhouders niet van voldoende informatie om zijn lobbyactiviteiten te kunnen beoordelen”, aldus Institutional Shareholder Services. “Aandeelhouders zouden er baat bij hebben indien het bedrijf informatie openbaar zou maken over zijn lobbywerk in de verschillende regio’s waarin de onderneming actief is.” Een woordvoerder van Toyota vroeg de aandeelhouders om tegen het voorstel te stemmen, waarbij er werd op gewezen dat een dergelijke openbaarmaking niet geschikt is om in statuten vast te leggen.

Analisten zijn trouwens van oordeel dat de resolutie met bijzonder zware hinderpalen moet afrekenen. “Om het voorstel goedgekeurd te krijgen, is een tweederde meerderheid vereist”, luidt het. “Tussen de aandeelhouders van Toyota bevinden zich bovendien ook heel wat leveranciers en andere zakelijke partners. Die zullen niet geneigd zijn om tegen het bedrijf in te gaan.”

Toyota, dat in drie jaar tijd 1,5 miljoen volledig elektrische auto’s wil verkopen, betoogt al lang dat de combinatie van een reeks energieoplossingen – waaronder ook de inzet van hybride motoren en brandstofcellen op basis van waterstof – nodig zal blijken om een uitstootvrije activiteit te kunnen uitbouwen.

De topwetenschapper van Toyota merkte recent nog op dat een focus op volledig elektrische motoren sommige chauffeurs zou kunnen aanmoedigen om aan vervuilende voertuigen vast te houden. Ook gaf hij aan dat een gebrek aan materialen een gebruik van batterijen niet het exclusieve antwoord van de industrie op de klimaatverandering kunnen zijn.

Voorzitter

Institutional Shareholder Services voerde verder ook aan dat drie van de vier personen die Toyota als onafhankelijke genomineerde voor het tienkoppige bestuur van de autobouwer heeft voorgesteld, in werkelijkheid banden met de onderneming hebben. Onder meer wordt gewezen naar het Internationaal Paralympisch Comité, waarmee Toyota een mobiliteitspartnerschap heeft. Ook Sumitomo Mitsui Financial Group, de belangrijkste geldschieter van de Japanse autobouwer, heeft een genomineerde gekregen.

Volgens Toyota zijn er echter geen problemen rond de objectiviteit, de onafhankelijkheid en het vermogen van de kandidaten om adequaat toezicht te houden. De Japanse wetgeving op het gebied van deugdelijk bestuur vereist dat bij beursgenoteerde ondernemingen minstens een derde van de bestuurders onafhankelijk is. Ondanks de vraag om de resolutie te steunen, heeft 

Institutional Shareholder Services aanbevolen toch voor de kandidaten te stemmen. Opgemerkt wordt dat een andere stem het risico zou inhouden dat de dominantie van het management in het bestuur nog zou toenemen.

Glass Lewis, een andere volmachtadviseur, zegt de resolutie rond het klimaatbeleid van de autobouwer klimaatverandering niet te steunen, omdat Toyota zou hebben getoond in hoge mate met zijn aandeelhouders rekening te houden. Maar de adviseur heeft de aandeelhouders van Toyota aanbevolen om tegen de herverkiezing van voorzitter Akio Toyoda te stemmen.

Volgens Glass Lewis draagt Toyoda een grote verantwoordelijkheid voor het feit dat de autoconstructeur niet over een voldoende onafhankelijk bestuur beschikt. Glass Lewis eist dat ten minste een derde van de bestuurders een onafhankelijk statuut heeft, maar dat is volgens de adviseur bij Toyota niet het geval.

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Volmachtadviseur: “Klimaatbeleid Toyota toont onvoldoende transparantie”

Delta Airlines meest waardevolle merk in wereldwijde luchtvaart

Posted by managing21 on 28th mei 2023

Delta Airlines is ook dit jaar de meest waardevolle merknaam in de wereldwijde luchtvaartsector. Toch is Delta er slechts op het nippertje in gelukt het snelgroeiende American Airlines achter zich te laten. Dat blijkt uit een rapport van de gespecialiseerde consultant Brand Finance. Berekend werd dat Delta Airlines een merkwaarde heeft van 8,9 miljard dollar. Dat betekende een stijging met 22 procent tegenover vorig jaar. American Airlines zag zijn merkwaarde met 36 procent oplopen tot 8,5 miljard dollar.

De waardestijging van Delta Airlines was te wijten aan een aantal beslissingen die de Amerikaanse maatschappij het voorbije jaar heeft genomen. Onder meer verwierf Delta Airlines een belang van 20 procent in de Latam Airlines Group. Die overname bezorgt Delta een belangrijke aanwezigheid in de Zuid-Amerikaanse regio. Bovendien biedt de transactie de Amerikaanse maatschappij de mogelijkheid om haar netwerk uit te breiden en haar klanten meer concurrerende tarieven aan te bieden.

Snelste groei

“De pandemie heeft misschien wel de vliegtuigen aan de grond gehouden, maar heeft de mensen er niet kunnen van weerhouden over reizen te blijven dromen”, merkt Savio D’Souza, directeur van Brand Finance op in een commentaar op het rapport. “Nu de reiswereld weer opstart, zijn de luchtvaartmaatschappijen klaar om opnieuw in actie te komen. De merkwaarden in de sector zitten dan ook op koers om volgend jaar het verloren terrein goed te maken.”

Een Boeing 767 van Delta Airlines op Gatwick Airport in Londen. (Foto: Delta Airlines)

De snelst groeiende maatschappij in de sector was Ethiopian Airlines, dat zijn waarde met 79 procent zag oplopen tot 498 miljoen dollar. De Ethiopische nationale luchtvaartmaatschappij is nu het grootste luchtvaartmerk op het Afrikaanse continent. Andere snel groeiende merken zijn Vueling, dat een toename met 44 procent tot 527 miljoen dollar liet optekenen, gevolgd door United Airlines (een groei van 42 procent tot 7,8 miljard dollar) en China Southern (een toename met 39 procent tot 3,2 miljard dollar.)

Hoewel Delta Airlines de grootste merkwaarde in de luchtvaart heeft, blijkt All Nippon Airlines (ANA) volgens Brand Finance in de industrie de sterkste merknaam te hebben. In die rangschikking wordt onder meer ook rekening gehouden met de waarde die de maatschappij aan zijn aandeelhouders biedt en aan de operationele prestaties van het bedrijf. All Nippon Airlines heeft een merkwaarde van 2,4 miljard dollar. Dat was 5 procent meer dan het jaar voordien.

De Japanse maatschappij herlanceerde echter – na een onderbreking van twee jaar door de uitbraak van de coronacrisis – zijn internationaal netwerk. De maatschappij besliste daarbij om vluchten naar een aantal populaire bestemmingen – zoals New York, Londen en Parijs – opnieuw op te starten.

Emirates

In het Midden-Oosten blijft Emirates de rangschikking aanvoeren. De waarde van zijn merknaam liep met 2 procent op tot 5,1 miljard dollar. Wereldwijd staat Emirates op een vierde plaats. De snelstgroeiende maatschappij in de regio was Qatar Airways, dat de waarde van zijn merknaam met 23 procent tot 2,5 miljard dollar zag oplopen. Die stijging was in grote mate te danken aan de organisatie van de Fifa World Cup, waarbij Qatar Airways als officiële maatschappij optrad.

Qatar Airways wordt in deze rangschikking gevolgd door Saudia, dat zijn merkwaarde met 14 procent tot 651 miljoen dollars zag oplopen. Saudia moet een belangrijke bijdrage leveren aan de ambitieuze toeristische plannen die Saoedi-Arabië tegen het einde van dit decennium wil realiseren. 

The brand has invested heavily in optimising its operations to enhance the customer experience and reflect unique brands. position as the flag carrier and the role it must play in building perceptions of the Kingdom globally. The brand is also investing in building awareness and familiarity in key international markets, as evidenced by its investments in Formula One as airline-partner for the team Aston Martin Aramco. Also the Formula E has Saudia as an official partner.

De beste score op het gebied van duurzaamheid, in toenemende mate een belangrijke pijler van de merkwaarde, werd behaald door Eva Air uit Taiwan. De Aziatische maatschappij behaalde op dit vlak een puntentotaal van 50 procent. “Eva Air heeft een duidelijk doel gesteld om tegen het midden van dit decennium klimaatneutraal te opereren”, merkt Brand Finance op. “Hieruit blijkt de visie op lange termijn die Eva Air voor de toekomst heeft ontwikkeld. Dit impliceert de actieve implementatie van verschillende energiebesparende maatregelen.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in luchtvaart & ruimtevaart, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Delta Airlines meest waardevolle merk in wereldwijde luchtvaart

Chauffeurs Europese touringcars krijgen aangepaste rijtijden 

Posted by managing21 on 28th mei 2023

Bestuurders van touringcars krijgen in Europa mogelijk binnenkort hun eigen regelgeving voor rijtijden en rustpauzes. De Europese Commissie heeft immers erkend dat de huidige regelgeving voor de sector niet geschikt is. Er werden voor de bestuurders van touringcars daarom inmiddels bijzondere bepalingen voor de maximale duur van een verplaatsing en de verplichte rustpauzes voorgesteld. Dat heeft de International Road Transport Union (IRU).

Momenteel gelden voor de bestuurders van touringcars dezelfde regels als voor vrachtwagenchauffeurs die goederen vervoeren. Buschauffeurs hebben echter totaal andere werkpatronen en reistijden. Die elementen worden immers sterk beïnvloed door de passagiers die worden vervoerd.

Verkeersveiligheid en klantvriendelijkheid

Raluca Marian, directeur belangenbehartiging bij de internationale transportbond, reageerde tevreden op het voorstel van de Europese Commissie. “Gerichte rijtijden en rustpauzes zullen de chauffeurs van touringcars beter in staat stellen te reageren op situaties die tijdens de reizen kunnen ontstaan en zullen leiden tot een aanzienlijke vermindering op de stress die veroorzaakt wordt door regels die voor het toerisme niet zijn geschikt”, betoogde Marian.

Chauffeurs van touringcars hebben een heel specifiek werkregime. (Foto: Van Hool)

De transportbond noemt het voorstel voor specifieke regels een positieve ontwikkeling voor de verkeersveiligheid en de klanttevredenheid. “Met de verwachte toename van het groepstoerisme per touringcar zullen dergelijke voorschriften de werkgelegenheid en het leefmilieu ten goede komen”, luidt het. “Het groepstoerisme per touringcar kan een bijdrage leveren tot de inspanningen om het wegvervoer uitstootvrij te maken. Wij roepen de beleidsmakers dan ook op het voorstel te steunen.”

“Het voorstel van de Europese Commissie zal de arbeidsomstandigheden verbeteren door het schema van de chauffeurs af te stemmen op de verwachtingen van de passagiers”, betoogde Raluca Marian. “Dit is een frisse wind voor een sector die door de uitbraak van de coronapandemie zwaar werd getroffen.”

Zware klap coronapandemie

De chauffeurs van touringcars stemmen hun reizen af op het tempo van hun passagiers. Dit betekent meer pauzes en stops onderweg. Tegelijkertijd werken ze met een combinatie van langere en kortere ritten. De langere ritten situeren zich aan het begin en het einde van de reis. Daarnaast zijn er echter ook de kortere verplaatsingen – gemiddeld tussen vierenhalf en vijf uur per dag – tijdens het verblijf op de plaats van bestemming.

Het bustoerisme was een van de sectoren die door de uitbraak van het virus Covid-19 het zwaarst werd getroffen. Reisbeperkingen en een geringe vraag naar diensten voor groepstoerisme hebben volgens cijfers van de transport tussen 5 procent en 10 procent van de exploitanten in de sector ten onder doen gaan. “Indien de sector niet wordt gesteund door maatregelen die specifieke werkvoorwaarden voor buschauffeurs aanbieden, kan het concurrentievermogen van de autocarbedrijven in Europa aanzienlijke schade oplopen”, verduidelijkte Raluca Marian.

In de voorstellen wordt onder meer een aanpassing aan de huidige pauzeverplichting – minstens 45 minuten rust na een rit van 4,5 uur – voorzien. De verplichte rustpauze zou immers kunnen worden opgesplitst in twee periodes van minstens dertig en vijftien minuten of in drie periodes van minstens vijftien minuten elk.

Deze nieuwe regeling zou de chauffeurs moeten helpen zich flexibeler op concrete situaties te reageren en onderbrekingen op een meer geschikt tijdstip te plannen. Ook bij de dagelijkse en wekelijkse rustperiodes komen er versoepelingen. Er wordt wel opgemerkt dat het voorstel geen enkele verandering doorvoert in de minimum rustperiodes die moeten worden gehouden. Evenmin worden de rijtijden verlengd.

Meer over dit onderwerp:



Posted in automotive, Mobility, toerisme, transport & logistiek | Reacties uitgeschakeld voor Chauffeurs Europese touringcars krijgen aangepaste rijtijden 

Afrika kan leidinggevend fabrikant van autobatterijen worden

Posted by managing21 on 27th mei 2023

Afrika moet belangrijke investeringen voorzien voor de productie van lithium-ionbatterijen. Daarmee kan het continent op de wereldwijde markt van elektrische voertuigen een sterke aanwezigheid creëren. Dat heeft Akinwunmi Adesina, president van de African Development Bank (ADB), gezegd. Adesina benadrukte daarbij dat Afrika met zijn enorme voorraden platina, kobalt, nikkel en lithium al over belangrijke troeven beschikt om een centrum voor de productie van batterijen te worden.

Akinwunmi Adesina benadrukte dat het belangrijk is dat Afrika zijn hulpbronnen benut en een belangrijke productie van lithium-batterijen opzet om zich op de markt voor elektrische wagens, die een wereldwijde revolutie doormaakt, een sterke positie uit te bouwen. Adesina benadrukte daarbij dat het continent van zijn fouten uit het verleden moet leren en er dit keer dient voor te zorgen dat de grondstoffen ter plaatse worden benut, zodat Afrika een actief deelnemer aan de evolutie naar de elektrische mobiliteit kan worden.

Goede positie

De president van de Afrikaanse ontwikkelingsbank beklemtoonde dat de wereldwijde verschuiving naar elektrische voertuigen Afrika in een goede positie plaatst om miljarden dollars aan particuliere investeringen aan te trekken. “Daarmee kan Afrika een belangrijke schakel worden om de wereldwijde transportsystemen duurzamer te maken”, benadrukte Adesina.

Druk verkeer in de Keniaanse metropool Nairobi. (Foto: Nina Stock/Pixabay)

“Nu de wereld de overstap op elektrische voertuigen maakt, moet Afrika zich voorbereiden op de productie van lithium-ionbatterijen, zodat het continent in staat kan zijn om de toekomstige markt van elektrische voertuigen aan te boren”, beklemtoonde Adesina nog. “Dat is bijzonder belangrijk. Volgens sommige projecties kan die markt in de toekomst een waarde van enkele triljoenen dollar realiseren.”

“De bodem van Afrika bevat vele grondstoffen die voor de bouw van elektrische wagens van cruciaal belang zijn”, verduidelijkte Adesina. “Het continent herbergt 80 procent van de wereldwijde voorraden platina. Dat geldt ook voor 50 procent van de voorraden kobalt en 40 procent van de reserves nikkel. Bovendien zijn in de Afrikaanse ondergrond tevens aanzienlijke reserves lithium aanwezig. De kosten om in Afrika een fabriek voor de productie van lithium-ionbatterijen op te zetten, liggen drie keer lager dan in China en de Verenigde Staten.”

De markt van elektrische wagens staat in Afrika minder ver dan in verscheidene andere delen van de wereld. Het Afrikaanse continent is nog altijd vaak een bestemming van grote zendingen vervuilende wagens die in de geïndustrialiseerde wereld worden afgeschreven, maar op diverse Afrikaanse markten een tweede leven kunnen beginnen. Aan die trend blijkt voorlopig ook geen einde te zullen kennen.

Rijke landen schakelen steeds meer over op het gebruik van elektrische wagens, waardoor auto’s met verbrandingsmotoren wellicht nog sneller dan vandaag naar West-Afrika dreigen te zullen worden verscheept. Een groot deel van die vervuilende voertuigen komt terecht in Benin, één van de grootste Afrikaanse importeurs van gebruikte wagens.

Marokko

Aangezien het Afrikaanse continent een sterke bevolkingsaangroei kent, zal er ook de vraag naar betaalbare wagens toenemen. Hierdoor zal de verkoop van ingevoerde occasiewagens op de Afrikaanse markt nog verder toenemen. Volgens experts zal dit fenomeen ertoe leiden dat vele ecologische problemen zullen worden afgewenteld op landen die voor de klimaatcrisis het meest kwetsbaar zijn, waardoor hun eigen pogingen om de vervuiling van de planeet te verminderen, worden ondermijnd.

Er worden wel pogingen ondernomen om de ecologische voetafdruk van de Afrikaanse automarkt te verkleinen, maar over de resultaten van die inspanningen is weinig duidelijkheid. Drie jaar geleden sloten Benin en veertien andere leden van de Economic Community of West African States een akkoord om de emissies van hun autovloot te beperken.

Onder meer werd daarbij een maximumgrens afgesproken voor koolstofdioxide die door auto’s mochten worden uitgestoten. Tevens werd een ouderdomsgrens opgelegd aan auto’s die in de regio mochten worden ingevoerd. Maar er blijven vragen over de controles die op deze reglementering worden uitgevoerd.

Inmiddels zijn in Afrika anderzijds de eerste signalen van een lokale productie van elektrische wagens opgevangen. In Marokko wil het bedrijf Atlas E-Mobility van start gaan met de productie van elektrische wagens. Atlas E Mobility zou daarmee de eerste Afrikaanse elektrische auto op de markt brengen. Ook elders op het Afrikaanse continent wordt melding gemaakt van plannen om een productie van elektrische voertuigen te ontplooien.

Meer nieuwe over dit onderwerp:

Posted in automotive, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Afrika kan leidinggevend fabrikant van autobatterijen worden

Tesla heeft met Model Y de meest populaire auto ter wereld

Posted by managing21 on 27th mei 2023

Tijdens het eerste kwartaal van dit jaar wierp het Model Y van Tesla Motors zich op als de meest verkochte wagen in de hele wereld. Dat staat in een rapport van analist Jato Dynamics. Het Model Y is daarmee de eerste elektrische auto in de geschiedenis die de wereldwijde lijst van autoverkopen aanvoert.

De voorbije zomer kondigde Elon Musk, chief executive van Tesla, tijdens de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders al aan dat de Model Y dit jaar mogelijk de best verkochte auto van de wereld zou worden. Hoewel Tesla een bijzonder sterke groei laat optekenen, wezen vele analisten de woorden van Musk als overdreven optimistische voorspellingen van de hand. Daarbij werd vooral naar de hoge gemiddelde prijs van de auto gewezen. Maar een aantal recente prijsverlagingen en de wereldwijde uitbreiding van Tesla hebben de vraag naar het Model Y gestimuleerd.

Kloof

Vorig jaar stond het Model Y in de wereldwijde ranglijst van autoverkopen op een derde plaats. Er werden toen in totaal 747.500 exemplaren van het type verkocht. Dat betekende een stijging met 91 procent tegenover het jaar voordien. Alleen twee types van de Japanse autobouwer Toyota konden vorig jaar op een hogere verkoop dan het Model Y rekenen. De RAV4 stond helemaal bovenaan met 1.015.500 verkochte auto’s, gevolgd door de Toyota Corolla met 991.500 verkopen.

Het Model Y van Tesla verkocht het voorbije kwartaal 267.200 exemplaren. (Foto: Tesla)

Door de prijsverlagingen die Tesla heeft doorgevoerd en de grote interesse in elektrische auto’s werd de kloof met Toyota echter steeds kleiner. Tijdens de eerste drie maanden van dit jaar steeg het Model Y met een verkoop van 267.200 verkochte eenheden naar de top van de rangschikking. Tegenover dezelfde periode vorig jaar kon een groei met 69 procent worden gemeld. Het Model Y kende een sterke prestatie in China, zijn grootste markt, maar ook in de Verenigde Staten en Europa, waar eveneens de top van de rangschikking werd gehaald.

De Toyota Corolla presteert met een verkoop van 256.400 eenheden iets minder goed. Het type, dat al jaren een van de meest populaire auto’s ter wereld is, zet daarmee de dalende trend verder die vorig jaar ook al kon worden opgemerkt. De huidige generatie van de Corolla maakte vijf jaar geleden zijn debuut. Het Model Y volgde amper een jaar later. Analisten wijzen erop dat de twee wagens echter een verschillend tijdperk in de automobielsector vertegenwoordigen.

Ruim één miljoen

Indien de verkoop van het Model Y zijn huidige trend volgt, zou het type dit jaar uiteindelijk op een afzet van meer dan één miljoen exemplaren kunnen eindigen. Daarmee zou het Model Y de beloftes inlossen die Elon Musk nog voor de lancering van het type had gedaan. Gezien echter de kloof tussen het Model Y en de Corolla beperkt blijft, is het volgens de analisten nog helemaal niet duidelijk welke wagen dit jaar op de grootste populariteit kan rekenen.

“Het Model Y behoort tot de suv-categorie en kan op een elektrische aandrijving rekenen”, zeggen de analisten nog. “Dat is op dit ogenblik op de automarkt een winnende combinatie. Anderzijds blijft de Corolla een mondiaal product, dat in bijna elk land ter wereld verkrijgbaar is. Dat maakt het type minder kwetsbaar voor eventuele geopolitieke conflicten tussen bijvoorbeeld China en de Verenigde Staten.”

Drie andere types van Toyota – Hilux, RAV4 en Camry – vervolledigden tijdens het eerste kwartaal van dit jaar de top vijf. Zowel de RAV4 als de Camry zijn ontworpen voor de ontwikkelde markten, terwijl de Hilux vooral op de opkomende markten op een groot succes kan rekenen. “Een aanwezigheid op deze markten – die ongeveer 20 procent van de wereldwijde autoverkoop vertegenwoordigen – betekent de ontbrekende schakel in de expansie van Tesla”, beklemtonen de analisten nog.

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Tesla heeft met Model Y de meest populaire auto ter wereld

Overstap naar elektrische auto is gekenmerkt door een opstapeling van uitdagingen

Posted by managing21 on 26th mei 2023

Om de overstap naar elektrische mobiliteit mogelijk te maken, zullen een aantal cruciale maatregelen moeten worden genomen. Daarbij zal vooral de omgang met grondstoffen van uiterst groot belang zijn. Dat zeggen wetenschappers van het Norwegian University of Science and Technology. Onder meer wordt gesuggereerd dat zoveel mogelijk op kleinere, lichte elektrische voertuigen moet worden overgeschakeld. Naast het opvoeren van de productie van grondstoffen zijn volgens de onderzoekers een betere recyclage en een overstap op alternatieven eveneens aangewezen.

De onderzoekers hebben het model MaterIal Demand and Availability (Matilda) ontwikkeld, dat inzicht wil geven in de stromen van deze grondstoffen en op basis van meer dan 8.000 scenario’s aangeeft met welke strategieën de vraag kan worden beperkt.  “De samenleving heeft dringend behoefte aan systemische benaderingen voor de aanpak van de aanvoerproblemen”, stippen de Noorse wetenschappers aan. “Instrumenten zoals Matilda kunnen voor de industrie en beleidsmakers een cruciale rol vervullen om strategieën voor veilige en veerkrachtige aanvoerketens van cruciale grondstoffen te ontwikkelen.”

Ingrijpende veranderingen

De meeste scenario’s voor het uitstootvrij maken van de transportsector beschouwen elektrische voertuigen als een hoofdonderdeel van de oplossing”, zegt onderzoeksleider Fernando Aguilar Lopez, materialenexpert aan het Norwegian University of Science and Technology. “Er zijn enorme hoeveelheden grondstoffen nodig om voldoende batterijen te bouwen en een overgang naar emissiearme voertuigen te waarborgen. Maar vooral de toegang tot lithium is cruciaal, omdat dit product in alle soorten batterijen wordt gebruikt.”

Elektrische wagens brengen ook nieuwe uitdagingen voor de mijnindustrie. (Foto: Stefan Schweihofer/Pixabay)

“Het lijkt zeer waarschijnlijk dat er een aanzienlijk tekort aan lithium zal ontstaan. De sleutel ligt bij de vraag, die moet dalen om bevoorradingsproblemen op lange termijn te vermijden. De wereld herbergt enorme voorraden lithium, maar de grondstof kan niet snel genoeg wordt ontgonnen om de vraag naar lithium-ion batterijen (LIB’s) voor elektrische voertuigen bij te houden. Als gevolg daarvan kunnen er in de aanvoer belangrijke haperingen – mogelijk gedurende een periode van tientallen jaren – opduiken.

De analyse van de Noorse wetenschappers maakt duidelijk dat ingrijpende maatschappelijke veranderingen en verschuivingen in de levensstijl de meest efficiënte maatregelen zijn om de risico’s voor de materiaalvoorziening te verminderen. “Om een buitensporige vraag naar de afzonderlijke metalen te vermijden, moet worden geïnvesteerd in een breder scala van nieuwe batterijtechnologieën”, beklemtonen de onderzoekers.

“Tevens moet het streven naar grotere en zwaardere elektrische wagens worden afgebouwd. Er zou integendeel meer gebruik gemaakt moet worden van het delen van kleinere wagens, die met kleinere batterijen kunnen worden uitgerust. Het verlengen van de levensduur van voertuigen en batterijen door hergebruik en vervanging te vergemakkelijken zal eveneens van cruciaal belang zijn om de vraag naar grondstoffen te verminderen.”

Een vermindering van de vraag naar bepaalde materialen kan de druk op andere grondstoffen echter doen toenemen. De studie toont een aantal van de consequenties wanneer dit met kobalt, nikkel of lithium zou gebeuren. “Wanneer de industrie op een bepaald ogenblik collectief op een nieuwe technologie zou overschakelen, kunnen nieuwe knelpunten worden gecreëerd”, werpt Lopez op. “Dat zou onder meer kunnen gebeuren met een overschakeling naar batterijen op lithium-ijzerfosfaat (LFP), waarover momenteel gewag wordt gemaakt.”

“Twee jaar geleden kondigden fabrikanten zoals Volkswagen, Volvo en Tesla aan van plan te zijn om de LFP-technologie toe te passen. Deze batterijen bevatten geen problematische, dure grondstoffen zoals kobalt en nikkel. Het nadeel is dat ze een grote consumptie van fosfor, een essentiële grondstof voor de kunstmestindustrie, vereisen. Een stijging van de vraag in de autosector kan een basis vormen voor prijsschokken, waardoor kleine landbouwers zouden kunnen worden getroffen en de voedselprijzen sterk zouden kunnen oplopen.” 

Recyclage vergt geduld

De studie voert verder aan dat recyclage weliswaar noodzakelijk is, maar de druk op de grondstoffen de volgende tien jaar niet significant zal verminderen. “Onze elektrische voertuigen zijn nog redelijk nieuw en pas over tien tot vijftien jaar zullen er genoeg voertuigen worden afgedankt voor recycling”, stellen de onderzoekers.

“Het blijkt echter dat de primaire vraag kan worden verminderd door de efficiëntie van de recyclage van lithium, aluminium, mangaan en fosfor te verbeteren. Momenteel is de herwinning van deze materialen economisch onrendabel. Bovendien zijn ze ook niet opgenomen in de meest recente batterijregelgeving van de Europese Unie. Zonder de nodige stimulansen om deze materialen terug te winnen, zullen ze waarschijnlijk verloren gaan.”

“Een belangrijk probleem is dat de voorgestelde Europese regelgeving uitsluitend op de aanbodzijde is gericht en geen betrekking heeft op de vraag. Dit betekent dat broodnodige veranderingen niet actief worden aangemoedigd. In de Verenigde Staten zal naar verwachting de helft van de nieuw verkochte auto’s aan het eind van dit decennium elektrisch zijn aangedreven.”

“In de Europese Unie moeten tegen het midden van het volgende decennium alle nieuw verkochte auto’s elektrisch zijn. Verschillende autofabrikanten hebben gezegd dat ze enkele jaren voor deze deadline de overstap kunnen maken. Dit betekent dat we in een sneltreinvaart regelrecht op een flessenhals in de bevoorrading afstevenen, tenzij er snel maatregelen worden genomen om de productie van grondstoffen voor batterijen op te voeren.”

Volgens de studie is de capaciteit van het gemiddelde accupakket in de Verenigde Staten bijna verdrievoudigd sinds de eerste Nissan Leaf tien jaar geleden op de weg kwam. “We rijden in steeds grotere, zwaardere wagens met enorme batterijpakketten. Tegelijkertijd worden deze voertuigen slechts 5 procent van de totale tijd actief gebruikt”, werpt Lopez op. “De rest van de tijd staat die vloot geparkeerd. Slechts een kleine minderheid van de chauffeurs legt dagelijks een afstand van meer dan 45 kilometer af.”

Stedelijk design

Lopez zegt veel aanwijzingen te zien dat minder mensen een eigen auto hoeven te bezitten. “Grote delen van de bevolking zou genoegen kunnen nemen met het delen van kleinere voertuigen. Er zijn meer elektrische wagens nodig met batterijen van dertig tot veertig kilowattuur, terwijl deze wagens nu vaak is uitgerust met accu’s tussen zestig en honderd kilowattuur. In Noorwegen is inmiddels beslist om de grootste en duurste elektrische auto’s niet langer te subsidiëren. Dit is een voorbeeld van een krachtige maatregel die indirect kleinere auto’s bevoordeelt. Ook elders kunnen dergelijke maatregelen worden ingevoerd.

De onderzoekers benadrukken dat de wereld tegen midden volgend decennium meer dan driehonderd nieuwe lithiummijnen nodig heeft om aan de vraag te voldoen. De prijzen zijn in enkele jaren tijd met honderden procenten gestegen. Er is grote belangstelling voor de ontginning van de noodzakelijke grondstoffen, maar op een aantal locaties is de opstart van nieuwe mijnen al op grote weerstand gebotst.”

In Europa is de jongste lithiummijn ongeveer tien jaar geleden geopend. Volgens sommige rapporten kan het wel twintig jaar duren vooraleer een volgend project kan worden gelanceerd. “In een ideaal scenario hadden we ons twintig jaar geleden al op deze situatie moeten voorbereiden”, zegt Lopez.

Bovendien wijzen de Noorse wetenschappers erop dat de nieuwe studie alleen rekening houdt met het verbruik van hulpbronnen door particuliere voertuigen. “Maar ook bussen, schepen en treinen schakelen met behulp van batterijen over op elektriciteit”, verduidelijken ze. “Ook de machinebouw zal belangrijke veranderingen doormaken.”

“De hele mijnbouwsector kent een volledige verschuiving naar elektrificatie en automatisering. Deze extra eisen zouden de knelpunten bij de levering van grondstoffen snel kunnen verergeren. De doelstellingen die door de autoriteiten zijn gesteld, zouden hierdoor problematisch kunnen worden. Dit zou ook een aanzienlijke bedreiging voor de klimaatdoelstellingen kunnen vormen.”

Hoewel de ontwikkeling van uiterst efficiënte vastestofbatterijen veelbelovend is, zullen ook zij volgens Lopez de crisis in de lithium-voorziening niet kunnen oplossen. “Eigenlijk kan deze toepassing de situatie nog verergeren, want daarvoor zijn per kilowattuur eigenlijk meer hoeveelheden lithium nodig”, werpt hij op. “In sommige gevallen is er zelfs sprake van nagenoeg een verdubbeling.”

“Brandstofcellen op waterstof worden anderzijds een volwassen technologie, maar zijn bijzonder duur. Dit alternatief zal veel efficiënter zijn in grote schepen en andere zware vormen van transport. Natrium-ion batterijen, die geen lithium nodig hebben, vormen een ander veelbelovend alternatief. Deze technologie bevindt zich in een vroeg stadium van onderzoek en ontwikkeling, waardoor een concrete toepassing nog wel geruime tijd op zich zal laten wachten. Waar ook gekeken wordt, er duiken steeds opnieuw uitdagingen op.”

Om een dreigende lithiumcrisis te vermijden, moet volgens Lopez best naar het stedelijk design worden gekeken. “Steden moeten voor mensen, niet voor auto’s, worden ontworpen”, benadrukt hij. “Kijk naar steden zoals Zürich, Wenen, Parijs of Oslo. Op veel plaatsen worden grote stappen gezet om aangenamere stedelijke gebieden te creëren en meer mensen te verleiden de auto te laten staan. Er is daarvoor ook noodzaak aan een specifieke regelgeving, die ook nog door de bevolking wordt geaccepteerd.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, energie | Reacties uitgeschakeld voor Overstap naar elektrische auto is gekenmerkt door een opstapeling van uitdagingen

Amerikanen wandelen beduidend minder dan bevolking andere industrielanden

Posted by managing21 on 24th mei 2023

In de Verenigde Staten wandelt de bevolking minder vaak dan in andere landen. Vele Amerikanen vinden de activiteit aanzienlijk gevaarlijk, maar ze worden ook met minder gunstige omstandigheden geconfronteerd dan elders in de wereld. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan het Virginia Polytechnic Institute (Virginia Tech) en de Rutgers University, die het aantal voetgangers, de veiligheid van wandelaars en het overheidsbeleid in elf geïndustrialiseerde landen gedurende de laatste drie decennia hebben geanalyseerd.

“De Verenigde Staten zijn in een spiraal terecht gekomen waarbij wandelen wordt ontmoedigd en het autorijden wordt gestimuleerd”, betoogt onderzoeksleider Ralph Buehler, professor stadsplanning aan de Virginia Tech. “De bevindingen tonen aan dat Amerikanen over het algemeen minder wandelen dan de inwoners van veel andere landen, terwijl ze per afgelegde kilometer ook een groter risico lopen het slachtoffer van een dodelijk ongeval te worden. Wandelen hoeft echter geen laatste uitweg te zijn. Er zijn instrumenten en beleidsmaatregelen beschikbaar om de activiteit aantrekkelijker en veiliger te maken.”

Uit het onderzoek bleek dat inwoners van het Verenigd Koninkrijk met wandeltochten dubbel zoveel afstanden afleggen dan hun tegenhangers in de Verenigde Staten. Toch blijken Amerikaanse wandelaars per afgelegde kilometer zes keer meer risico te lopen om het slachtoffer van een dodelijk ongeval te worden. Gelijkaardige verhoudingen kunnen met verschillende andere Europese landen – waaronder Duitsland, Denemarken en Nederland – worden opgetekend.

Verontrustend

In alle onderzochte landen liet het aantal dodelijke voetgangers per hoofd van de bevolking de voorbije drie decennia een daling optekenen. Maar in de Verenigde Staten werd minder vooruitgang geboekt dan in andere landen. Over de voorbije dertig jaar viel het aantal dodelijke ongevallen met wandelaars in de Verenigde Staten met 26 procent terug. In het Verenigd Koninkrijk was er echter sprake van een daling met 78 procent.

In vele landen krijgen wandelaars inmiddels in het verkeer een grotere prioriteit. (Foto: Pixabay)

“Nog verontrustender is dat alle andere landen bij de veiligheid van de voetgangers de voorbije tien jaar een duidelijke verbetering hebben laten optekenen, maar in de Verenigde Staten was er tijdens diezelfde periode nog sprake van een toename met 25 procent”, werpt Buehler op. “Niet alleen is wandelen in de Verenigde Staten minder veilig, maar bovendien moet worden opgemerkt dat de situatie de verkeerde kant uitgaat.”

Uit het onderzoek bleek nog dat op korte afstanden het grootste aantal wandelaars kan worden geregistreerd. Bovendien tonen vrouwen voor het wandelen een grotere interesse dan mannen. “Daarnaast moet worden vastgesteld dat de frequentie van het wandelen over het algemeen afneemt naarmate het inkomensniveau stijgt”, betoogt Buehler.

“Maar ook hier moet worden vastgesteld dat de Amerikaanse wandelaars tegen de algemene trend ingaan. De Verenigde Staten zijn het enige land waar de hoogste inkomenscategorie frequenter wandelt dan de middenklasse. Dit is wellicht te wijten aan de gentrificatie van een groot aantal centrale stadsgebieden sinds het begin van deze eeuw. In die gebieden is het wandelen veilig en gemakkelijker geworden.

Lange traditie

Professor Buehler merkte op dat het verkeersbeleid in de Verenigde Staten de lange traditie heeft om het autorijden te bevorderen en voetgangers in te perken”, benadrukte hij. “Aan het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw waren er in de straten nochtans overal voetgangers aanwezig. De auto’s hadden die ruimte echter nodig, waarop de voetgangers van de straat werden gehaald. Die inspanningen bleken ook een succes, want vandaag zou niemand nog durven beweren dat de straat voor voetgangers een veilige plek is.”

Die mentaliteit heeft volgens Buehler gedurende de voorbije eeuw een groot deel van de infrastructuurplanning van de Verenigde Staten geleid. “We hebben onze gemeenschappen rond de auto ontworpen, terwijl veel technische richtlijnen voor de wegenaanleg zijn ontworpen om het autoverkeer te vergemakkelijken. Wegenbouwers willen voertuigen niet ophouden, maar voorzieningen voor voetgangers zoals zebrapaden houden het autoverkeer op. Het is niet zo dat de richtlijnen doelbewust tegen het wandelen zijn, maar wel blijkt een duidelijke prioriteit voor het autoverkeer. Dat maakt het wandelen tegelijkertijd minder aantrekkelijk.”

Op basis van de successen van andere landen kunnen volgens de onderzoekers ook de Amerikaanse overheden een aantal initiatieven nemen om het veilig wandelen te bevorderen. “Er is daarbij echter een cultuuromslag nodig, waarbij voetgangers meer in de planning van de wegenaanleg een grotere prioriteit krijgen”, werpen de wetenschappers op.

“Daarbij zou gestreefd moeten worden naar netwerken van netwerken van duidelijk gemarkeerde, goed verlichte trottoirs en oversteekplaatsen en de aanleg van veiligheidseilanden op kruispunten en in middenbermen worden opgenomen. Ook de trajecten van de wegen zou moeten worden heroverwogen, terwijl tevens naar een beperking van de snelheid zou dienen te worden gestreefd.”

“In de Verenigde Staten wordt minder gewandeld, ook al zijn er voldoende korte afstanden die perfect te voet kunnen worden afgelegd”, voert Buehler aan. “Onder meer moet worden vastgesteld dat het noorden van New Jersey ongeveer de bevolkingsdichtheid heeft van Nederland, maar wel volledig op het autoverkeer is afgesteld. Wandelaars worden er vaak geconfronteerd met verkeersaders met zes rijbanen, zonder enige oversteekplaats. Daar is het levensgevaarlijk of zelfs onmogelijk om aan de overzijde te geraken.”

Stadsontwikkeling

Verder moet volgens Buehler ook worden gewerkt aan omgevingen die het wandelen aanmoedigen. “De invulling van een buurten is daarbij cruciaal”, verduidelijkt hij. “Wanneer deze wijken gebieden blijven zonder winkels, kinderdagverblijven, artsenpraktijken en andere dagelijkse bestemmingen, wordt de bevolking gedwongen om voor dergelijke diensten van de auto gebruik te maken.”

Daarnaast wordt door de onderzoekers aangestuurd tot lagere snelheidslimieten, die zowel door politie als verkeerscamera’s worden bewaakt. “Bovendien moeten strengere wetten tegenover het rijden onder invloed van drugs of alcohol de veiligheid van zowel de autobestuurders als de wandelaars ten goede komen”, luidt het. “Dat geldt ook voor chauffeurs die zich onder meer door mobiele telefoons of andere apparatuur laten afleiden.”

“Tevens moeten de wetten worden herzien om bestuurders een grotere verantwoordelijkheid te geven. Als een voetganger wordt aangereden, geven we vaak het slachtoffer de schuld. We moeten de verantwoordelijkheid voor het voorkomen daarvan leggen bij de individuen die de machines van twee ton bedienen in plaats van met een beschuldigende vinger te wijzen naar de personen die zich te voet verplaatsen en geen fysieke bescherming om zich heen hebben.”

“Veel landen waar veiliger kan worden gewandeld, hanteren ook strengere verkeersregels. Soortgelijke inspanningen, in combinatie met meer proactieve onderwijsprogramma’s voor jongeren over zowel het wandelen als het autorijden, zouden de algemene veiligheid van beide activiteiten sterk kunnen verhogen. Oversteekwachters hebben een van de gevaarlijkste banen in de Verenigde Staten.”

“Dit betekent dat het voor kinderen bijzonder gevaarlijk is om naar school te lopen. Als gevolg daarvan besluiten vele ouders om hun kroost naar school te rijden, waardoor rond onderwijsinstellingen nog meer auto’s circuleren. Tenslotte moet de lokale bevolking de gelegenheid krijgen om gevaarlijke situaties aan de verantwoordelijke beleidsvoerders te melden. Keer op keer moet worden vastgesteld dat het beleid van de situatie op het terrein niet echt op de hoogte is.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in Mobility, wetenschap | Reacties uitgeschakeld voor Amerikanen wandelen beduidend minder dan bevolking andere industrielanden