managing21.be

Managing21: een blik op het heden en de toekomst van de economie.

Archive for the 'Stad' Category

Biomaterie kan in vele sectoren meer duurzaamheid creëren

Posted by managing21 on 1st augustus 2024

Biologische materie kan de basis vormen voor de aanmaak van unieke nieuwe materialen die zich kunnen aanpassen aan hun omgeving en zichzelf kunnen herstellen. Dat blijkt uit onderzoeksprojecten van wetenschappers aan de Technische Universiteit Delft (Nederland) en de Primorska Universiteit in Koper (Slovenië). Deze alternatieve materialen kunnen volgens de onderzoekers een belangrijke bijdrage leveren tot een grotere duurzaamheid in een brede waaier van sectoren.

Kunal Masania, docent luchtvaartstructuren aan de Technische Universiteit Delft, werkt aan de ontwikkeling van levende materialen voor een gebruik in de luchtvaart, de ruimtevaart en de transportsector. “Deze levende materialen bevatten micro-organismen zoals schimmels en bacteriën, waardoor ze hun integriteit kunnen behouden en zichzelf kunnen herstellen”, betoogt Masania.

Het onderzoeksteam van Masania keek naar het potentieel van biologische organismen die zouden kunnen worden geïntegreerd in innovatieve nieuwe materialen voor gebruik in de industrie en techniek. “Het doel is om kunstmatige structuren te maken die zich kunnen gedragen als levende organismen, die in staat zijn om mechanische spanningen te voelen en zich daaraan aan te passen”, verduidelijkt Masania.

Onder meer voor de aankleding van het interieur van vliegtuigen kan biologische materie worden gebruikt. – Foto: Airbus

De onderzoekers gebruikten een composiet dat levende schimmelcellen en hout combineert. De structuur bestaat uit een hydrogel en mycelium, een wortelachtige structuur van een schimmel die normaal gesproken ondergronds leeft. “We hebben ervoor gekozen om met schimmels te werken omdat zijn een heel robuust organisme zijn, bestand zijn tegen zware omstandigheden en relatief gemakkelijk te kweken zijn,” zei Masania.

“Bovendien hebben schimmelcellen een groot vermogen om zich te verbinden. Mycelium kan een uitgebreid sensornetwerk aanleggen waarmee signalen door het hele organisme kunnen worden gestuurd. Dit betekent dat de wetenschappers slechts een beperkt aantal cellen over het materiaal hoeven te verspreiden. De cellen zullen zich immers weer verbinden om uiteindelijk een sensornetwerk vormen. De productie van deze levende materialen gebeurt met behulp van driedimensionale drukmethodes.

Biologische materialen zouden kunnen helpen bij het verbeteren van de prestaties en de duurzaamheid van kritieke structuren die worden gebruikt in gebieden zoals de luchtvaart, ruimtevaart en transport. Masania en zijn team onderzoeken onder meer of hun composieten gebruikt kunnen worden als kernmateriaal voor het interieur van vliegtuigen.

“Onze materialen zijn bijzonder licht en duurzamer dan de materialen die momenteel worden gebruikt,” zegt Masania. “Momenteel is het interieur van vliegtuigen grotendeels vervaardigd uit plastic en metaal. Als we deze materialen vervangen, zijn we niet langer afhankelijk van fossiele brandstoffen en kunnen we ook voor de recuperatie betere oplossingen bieden. Door het gebruik van levende materialen kunnen de vliegtuigonderdelen worden ontmanteld en teruggegeven aan de natuur.”

“Het materiaal zou bijzonder interessant kunnen zijn voor bouwconstructies in de ruimte en op andere planeten,” zei hij. “Onze levende materialen zouden de basis kunnen vormen van nieuwe habitats, omdat de lokale materialen kunnen worden gebruikt en aan elkaar worden gebonden met behulp van de schimmels.”

Bouwtechnologie

Biogebaseerde materialen worden ook gebruikt om een nieuwe bondgenoot voor duurzaam bouwen te ontwikkelen. Anna Sandak, docente materiaalkunde aan de  Primorska Universiteit in Koper (Slovenië), doet onderzoek naar innovatieve hernieuwbare materialen voor duurzaam bouwen. In 2022 kreeg Sandak subsidies van de Europese Unie om het concept van een bioactief levend coatingsysteem voor duurzame bouwtechnologie verder te ontwikkelen. Dat leidde tot de creatie van een biofilm die verschillende oppervlakken – waaronder beton, plastic en metaal – kan beschermen.

Het idee is dat deze levende huid kan worden toegepast om bouwmaterialen te beschermen en gebouwen veerkrachtiger en duurzamer te maken. “In plaats van synthetische chemicaliën, biociden en minerale oliën – die niet altijd milieuvriendelijk zijn – te gebruiken, richten we ons op het ontwikkelen van natuurlijke oplossingen,” benadrukte Sandak.

Door het gebruik van levende organismen, creëren wetenschappers nieuwe functionaliteiten die niet in conventionele materialen te vinden zijn. “We voegen een nieuwe dimensie aan materialen toe die voorheen niet bestond,” zegt Sandak. “In de natuur hebben cellen veel fantastische eigenschappen die in synthetische materialen bijzonder moeilijk zijn te bereiken en ook heel duur zijn. Levende materialen zijn milieuvriendelijker, ze kunnen zichzelf genezen, hebben de potentie om lucht te zuiveren en zijn goedkoper.”

Ook het team van Sandak werkt vooral met schimmels. “Schimmels hebben een enorm potentieel”, betoogt de wetenschapster. “Ze groeien fantastisch, hebben een hoge overlevingskans en hebben niet veel voedingsstoffen nodig.” Schimmels zijn momenteel al terug te vinden op bouwplaatsen, maar zijn meestal niet gewenst omdat ze materialen kunnen beschadigen. Sandak werkt echter met een specifieke schimmel die niet schadelijk is en materialen niet aantast. 

Om ervoor te zorgen dat de oplossing ook in praktijk zou worden toegepast, creëren de wetenschappers een biocoating die niet alleen effectief blijkt, maar ook visueel aantrekkelijk is. “In de architectuur is esthetiek belangrijk”, benadrukt Sandak. “Gestreefd wordt naar een coating op waterbasis die op een groot aantal oppervlaktes kan worden gespoten, geborsteld of gerold. Het onderzoek vordert snel en het zal het niet lang meer duren voordat de coating op de eerste gebouwen kan worden aangebracht. Ik denk dat het mogelijk zal zijn om de oplossing al binnen het volgende decennium in praktijk te kunnen toepassen.”

De technologieën kunnen een belangrijke maatschappelijke impact hebben. “Het wordt mogelijk om de wereld te verbeteren”, benadrukt Sandak. “Ik denk dat we in de toekomst zeker veel meer toepassingen voor biogebaseerde materialen zullen kunnen opmerken. Dat geldt niet alleen voor de bouwkunde, maar ook voor consumptieproducten. Naarmate het begrip van deze materialen toeneemt, zullen er steeds meer toepassingen volgen.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in biotechnologie, luchtvaart & ruimtevaart, Stad | Reacties uitgeschakeld voor Biomaterie kan in vele sectoren meer duurzaamheid creëren

Parijs zoekt naar nieuwe bestemming voor iconische krantenkiosken

Posted by managing21 on 26th juli 2024

Parijs maakt gebruik van de Olympische Spelen om zijn krantenkiosken nieuw leven in te blazen. Doelstelling is om deze traditionele merkpunten in het stedelijk landschap van de Franse hoofdstad te bewaren en tegelijkertijd een nieuwe bestemming voor de locaties te vinden. Dat heeft het stadsbestuur van Parijs aangekondigd.

De krantenkiosken zijn sinds het midden van de negentiende eeuw, toen de stedenbouwkundige Georges-Eugène Haussmann zijn beroemde renovatie van Parijs uitvoerde, een iconisch onderdeel van het straatbeeld van de Franse hoofdstad. Het ontwerp van de kiosken is in de loop der tijd weliswaar geëvolueerd, maar ze hebben altijd klanten van een krant, tijdschrift of ansichtkaart kunnen voorzien. De verkoop van deze traditionele producten kent echter al vele jaren een gestage daling, waardoor de toekomst van de kioskverkopers bijzonder somber oogt.

Krantenkiosken kunnen in Parijs een alternatieve dienst worden om bezoekers te ondersteunen. – Foto: Pixabay/Nuno Lopes

Om het voortbestaan van de kiosken te garanderen, besloot het stadsbestuur van Parijs om de activiteiten van de locaties te diversifiëren. De organisatie van de Olympische Spelen leek daarbij een gepast ogenblik om met die transformatie te starten. Bedoeling van het plan is dat de kiosken van verkooppunten van kranten en tijdschriften geleidelijk zouden evolueren naar locaties die een verscheidenheid aan diensten – zoals toeristische informatie, postdiensten en de verkoop van lokaal gemaakte producten – zouden aanbieden.

Toeristische infopunten

Parijs is een grootmacht in de wereldwijde toeristische sector en wordt jaarlijks door tientallen miljoenen reizigers van over de hele wereld wordt bezocht. “Maar wanneer deze bezoekers nuttig advies of informatie nodig hebben, blijkt er zelden een helpdesk in de buurt te zijn”, merken de initiatiefnemers op van het transformatieproject op. “Daarom hebben dertig kioskuitbaters, in samenwerking met het toeristenbureau Paris Je t’Aime, een training gevolgd om bezoekers tijdens de Olympische Spelen te begeleiden.”

“Wanneer dit experiment door de toeristen positief wordt onthaald, kan het initiatief worden uitgebreid en kunnen mogelijk meer of zelfs alle kiosken in de stad bij het project worden betrokken”, wordt er nog aangevoerd. “Daardoor zou in feiten een netwerken van kleine toeristische informatiepunten kunnen uitgebouwd.”

Daarnaast wordt bekeken of het mogelijk zou zijn om de kiosken om te vormen tot kleine souvenirwinkels. “Dit zal echter gebeuren op een manier die de kitscherigheid van de verkooppunten van souvenirs op vele populaire bestemmingen kan vermijden”, stippen de initiatiefnemers nog aan. “De kiosken zullen immers uitsluitend richten op de verkoop van producten die van het label Fabriqué à Paris zijn voorzien. Dat label werd zeven jaar geleden door het stadsbestuur geïntroduceerd als een manier om de lokale economie – waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de vaardigheden van lokale ambachtslieden en ontwerpers – te promoten.”

Tenslotte zullen een aantal kiosken ook worden tot postkantoor. “Dit initiatief zou zowel voor de toeristen als de buurtbewoners van nut kunnen zijn”, werpen de initiatiefnemers op. “Volgend jaar wordt een experiment met deze postpunten opgestart. Daarbij zullen vijftig kiosken worden ingeschakeld.”

Bouquinistes

Naast de krantenkiosks vormt ook de boekenmarkt op de oevers van de Seine een cruciaal onderdeel van het straatbeeld van Parijs. Het stadsbestuur had eerder aangekondigd dat de boekverkopers tijdens de Olympische Spelen hun activiteiten zouden moeten onderbreken of naar een andere locatie zouden moeten verhuizen. Daarmee zou een einde komen aan een traditie die al vierenhalve eeuw stand houdt, maar de politie was van oordeel dat de boekenstands tijdens de Olympische Spelen een gevaar voor de openbare veiligheid zouden kunnen betekenen.

Dat leidde tot een zwaar dispuut, waarbij ook de Franse president Emmanuel Macron betrokken raakte. Macron noemde de boekverkopers een levend erfgoed van de hoofdstad en beloofde dat de boekenstands zouden mogen blijven. “De Seine stroomt tussen boeken”, benadrukte de Franse schrijver Alexandre Jardin. “Wie suggereert dat de bouquinistes alleen maar boekverkopers zijn, zit compleet naast de kwestie. De boekenstands vormen een deel van de identiteit van Parijs. Het besluit om dit levend symbool van Parijs uit het hart en de ziel van het land te halen, net op een ogenblik dat Frankrijk de hele wereld voor de Olympische Spelen zou ontvangen, was zo absurd dat het duidelijk door bureaucraten was geïnspireerd. Het was niet meer dan logisch dat president Macron die fout rechtzette.”

De bouquinistes verkopen al sinds de zeventiende eeuw tweedehands boeken op houten karren en tafels die langs de oevers van de Seine stonden opgesteld. In 1859 verleende Napoleon III aan de boekenstallen een permanente toelating. Momenteel zijn langs de Seine in Parijs, over een lengte van een drietal kilometer ongeveer 230 boekverkopers actief. Daarmee heeft Parijs de grootste openlucht-boekenmarkt van Europa gecreëerd.

Meer over dit onderwerp:

Posted in sport, Stad, toerisme | Reacties uitgeschakeld voor Parijs zoekt naar nieuwe bestemming voor iconische krantenkiosken

Cyanobacteriën vormen basis van duurzame bouwmaterialen

Posted by managing21 on 9th juli 2024

Het is mogelijk om op basis van cyanobacteriën biogene bouwmaterialen te vervaardigen. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan het Fraunhofer Institute for Ceramic Technologies and Systems (IKTS) en het Fraunhofer Institute for Electron Beam and Plasma Technology (FEP). De onderzoekers merken op dat de bacteriën zich vermenigvuldigen zich in een voedingsoplossing, aangedreven door fotosynthese. Wanneer aggregaten en vulstoffen zoals zand, basalt of hernieuwbare grondstoffen worden toegevoegd, worden rotsachtige solide structuren geproduceerd. In tegenstelling tot de traditionele betonproductie genereert dit proces geen koolstofdioxide, wat schadelijk is voor het milieu. In plaats daarvan wordt de koolstofdioxide gebonden in het materiaal zelf.

“De bouwindustrie heeft een belangrijk probleem”, voeren de onderzoekers aan. “Cement – het hoofdbestanddeel van beton en misschien wel het meest gebruikte bouwmateriaal van deze tijd – is slecht voor het klimaat. De uitstoot van koolstofdioxide bij de productie van cement is erg hoog. Volgens het Duitse Umweltbundesamt (UBA) was de cementproductie in 2018 alleen al in Duitsland verantwoordelijk voor de uitstoot van ongeveer 20 miljoen ton koolstofdioxide. Dat komt overeen met ongeveer 10 procent van alle industriële emissies. Het is echter mogelijk om met een milieuvriendelijke, biologisch geïnduceerde methode biogene bouwmaterialen te produceren. Niet alleen stoot het proces zelf geen koolstofdioxide uit, maar het schadelijke gas wordt gebruikt voor het proces zelf en vervolgens gebonden in het materiaal.”

De huidige bouwsector heeft een bijzonder grote ecologische voetafdruk. – Foto: Pixabay/Dimitris Vetsikas

De kern van de nieuwe methode wordt door cyanobacteriën, voorheen bekend als blauwalgen, gevormd. Deze bacterieculturen zijn in staat tot fotosynthese. Als licht, vocht en temperatuur op elkaar inwerken, vormen ze structuren die bekend staan als stromatolieten van kalksteen. Deze rotsachtige biogene structuren bestaan al 3,5 miljard jaar in de natuur, wat getuigt van de veerkracht en duurzaamheid van dit biologische proces. Net als toen wordt koolstofdioxide uit de atmosfeer gevangen als onderdeel van het mineralisatieproces en vervolgens gebonden in het biogene gesteente. De Duitse wetenschappers, onder leiding van Matthias Ahlhelm en Ulla König zijn er met hun project BioCarboBeton nu in gelukt om dit natuurlijke proces met een technologische methode na te bootsen.

Verschillende toepassingen

“In de eerste stap om biomassa te produceren, worden de lichtgevoelige cyanobacteriën gekweekt in een voedingsoplossing”, werpen de onderzoekers op. “De intensiteit en kleur van de gebruikte lichtbron beïnvloeden de bacteriële fotosynthese en het metabolisme. Om ervoor te zorgen dat de bacteriële oplossing een mineralisatie kan ondergaan om stromatoliet-achtige structuren te produceren, worden calciumbronnen zoals calciumchloride toegevoegd. Vervolgens wordt een mengsel van hydrogels en verschillende vulstoffen, zoals diverse soorten zand, gecreëerd. Extra koolstofdioxide wordt toegevoegd om het proces te ondersteunen.”

Het bacteriële mengsel wordt geroerd tot het punt van homogeniteit en krijgt dan structuur door het over te brengen in bijvoorbeeld mallen. De mallen moeten bij voorkeur doorzichtig zijn,  zodat de processen van bacteriële stofwisseling en fotosynthese door kunnen gaan. De daaropvolgende mineralisatie leidt tot de uiteindelijke stolling. Het bacteriële mengsel kan ook worden gevormd door spuiten, schuimen, extrusie of additieve vervaardiging, waardoor het de vorm krijgt waarin de laatste stadia van mineralisatie plaatsvinden.

Als alternatief kunnen ook poreuze substraten worden gemaakt en vervolgens met de cyanobacterie-cultuur worden behandeld. “De vaste structuur die zich ontwikkelt, is tijdens het proces nog steeds poreus, zodat er licht naar binnen valt en de koolstofdioxide-fixatie wordt aangestuurd door de mineralisatie van kalksteen”, verduidelijkt Ahlhelm. “We kunnen het proces stoppen door het licht en vocht te verwijderen of de temperatuur te veranderen. Op dat moment sterven alle bacteriën gewoon af. Het resultaat is een vast product op basis van biogeen calciumcarbonaat en vulstoffen dat onder meer als baksteen kan worden gebruikt. De biogebaseerde bouwmaterialen die van cyanobacteriën zijn gemaakt, bevatten geen giftige stoffen.”

Een van de doelen van het project BioCarboBeton is het bepalen van de mogelijke eigenschappen van de biogene materialen die kunnen worden geproduceerd en het opschalen van de processen. De onderzoekers denken daarbij al na over een circulair procesontwerp. De koolstofdioxide zou onder meer afkomstig kunnen zijn van industriële afvalgassen. Basalt en mijnafval zouden gebruikt kunnen worden als calciumbron, maar dat geldt ook voor melkresten van zuivelbedrijven. Naast zand kunnen ook bouwafval of hernieuwbare bronnen als vulmiddel worden gebruikt.

De Duitse wetenschappers merken op dat de technologie voor verschillende toepassingen kan worden gebruikt. “Dankzij de gerichte selectie van vulstoffen en het beheer van de parameters kunnen producten worden gemaakt voor een groot aantal verschillende toepassingen”, werpen de onderzoekers op. “Potentiële toepassingen zijn onder meer  isolatiemateriaal, baksteen, bekistingsvulling en zelfs mortel of stucwerk dat uithardt of verhardt nadat het is aangebracht.”

De uiteindelijke bedoeling van BioCarboBeton is om fabrikanten in staat te stellen de milieuvriendelijke bouwmaterialen op biologische basis in de benodigde volumes, snel en kosteneffectief te produceren. Ahlhelm en König zeggen absoluut in het proces te geloven. “Onze methode laat het enorme potentieel zien dat door de biologisatie-technologie kan worden ontsloten. In het algemeen biedt BioCarboBeton een kans om een grote stap te zetten in de richting van een circulaire economie in de bouwsector en daarbuiten.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in grondstoffen, immobiliën & constructie, milieu, Stad | Reacties uitgeschakeld voor Cyanobacteriën vormen basis van duurzame bouwmaterialen

Wenen voor derde jaar op rij bekroond tot meest leefbare stad van de wereld

Posted by managing21 on 7th juli 2024

Wenen was ook het voorbije jaar de meest leefbare stad van de wereld. Dat blijkt uit de Global Liveability Index van The Economist Intelligence Unit (EIU), waarin de leefbaarheid van 173 steden uit de hele wereld werd bestudeerd. Met Kopenhagen op een tweede plaats en Zürich op een derde plek bestaat de top drie volledig uit West-Europese steden. Genève eindigde op een zesde plaats, waardoor West-Europa in de top tien nog altijd het sterkst is vertegenwoordigd. Toch moet volgens de onderzoekers worden opgemerkt dat de Europese regio op het gebied van leefbare steden steeds meer zijn dominantie moet opgeven.

Wenen heeft de ranglijst van de meest leefbare steden het voorbije decennium sterk gedomineerd. De Oostenrijkse hoofdstad kwam nu al voor het derde jaar op rij als laureaat uit de bus. De voorbije tien jaar behaalde Wenen bovendien acht keer de eerste plaats. Er kwam in die dominantie alleen een onderbreking tijdens de covid-pandemie, toen vele Weense musea en restaurants hun deuren sloten.

Wenen is op tien jaar tijd acht keer tot de meest leefbare stad van de wereld verkozen. – Foto: Pixabay/Edgar Winkler

In het rapport werd opgemerkt dat Wenen nog steeds een onovertroffen combinatie biedt van een sterke stabiliteit, een goede infrastructuur, een hoge kwaliteit in het onderwijs en de gezondheidszorg, maar ook een groot aanbod biedt aan cultuur en amusement. In vier van de vijf categorieën uit het onderzoek – gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur en stabiliteit – haalt Wenen een score van 100 procent. Alleen op het gebied van cultuur en leefmilieu bleef de Oostenrijkse hoofdstad onder het maximum. Door een gebrek aan grote sportevenementen werd hier slechts een score van 93,5 procent behaald

In het algemeen wordt gesteld dat de leefbaarheid van de steden het voorbije jaar nog een bescheiden groei heeft laten optekenen. “In een aantal steden in de geavanceerde markten was er wel sprake van een terugval op het gebied van stabiliteit en infrastructuur, maar dat kon worden gecompenseerd door een aantal structurele verbeteringen op het gebied van gezondheid en onderwijs in verschillende ontwikkelingslanden”, beklemtonen de onderzoekers. Ook geopolitieke risico’s hadden een negatieve impact.

De top vijf van de meest leefbare steden bestaat naast de drie West-Europese metropolen ook nog uit Melbourne (Australië) en Calgary (Canada). De rest van de top tien omvat naast Genève verder ook nog Sydney (Australië), Vancouver (Canada), Osaka (Japan) en Auckland (Nieuw-Zeeland). Daarbij blijkt dat West-Europa en Asia-Pacific elk vier vertegenwoordigers in de top tien hebben. De steden uit het gebied Asia-Pacific laten ook een sterke vertegenwoordiging in de top twintig blijken. In Australië moest echter een opmerking gemaakt worden voor de infrastructuur van het land. Dat heeft te maken met een aanhoudende vastgoedcrisis, waardoor veel steden met groot tekort aan huurwoningen worden geconfronteerd.

Conflicten

In het Midden-Oosten en Noord-Afrika moet een gemengd beeld worden gemeld. Door het conflict tussen Israël en Hamas is Tel Aviv in de rangschikking met twintig eenheden tot een 112de plaats teruggevallen. Geen enkele andere stad in de ranglijst heeft een zwaardere achteruitgang moeten melden. “Hoewel het conflict de stabiliteit van de regio zwaar heeft ondermijnd, kon een belangrijke vooruitgang worden gemeld in de kwaliteit van het onderwijs en de gezondheidszorg in een groot aantal lidstaten van de Gulf Cooperation Council”, wordt er nog opgemerkt. “Hierdoor is de algemene leefbaarheid van de regio’s toch nog gestegen. De sterkste vooruitgang werd geboekt door steden uit de Verenigde Arabische Emiraten (Abu Dhabi, Dubai) en Saudi-Arabië (Riyadh, Jeddah en Al Khobar). Ondanks de geboekte vooruitgang, is deze regio echter ook het gebied waar de minst leefbare steden – Algiers (Algerije), Tripoli (Libië) en Damascus (Syrië) – kunnen worden teruggevonden.

Honolulu was met een 32ste plaats de meest leefbare stad van de Verenigde Staten. Brussel haalde in de rangschikking een score van 91,4 procent en viel daarmee van een 30ste naar een 35ste plaats terug. Wereldwijd kenden slechts zes andere locaties een grotere achteruitgang. “De Brusselse terugval wordt toegeschreven aan de instabiliteit waarmee de Belgische hoofdstad wordt getroffen”, wordt er opgemerkt. Daarbij moet worden gewezen op onder meer ontwrichtende demonstraties, zoals de boerenprotesten waarbij enkele gewelddadige botsingen met de politie plaatsvonden en de Europese wijk meerdere keren moest worden afgesloten toen honderden tractoren de wijk binnenreden.”

Nog wordt opgemerkt dat in de ranglijst vooral op het gebied van stabiliteit een achteruitgang diende te worden gemeld. “Door de toenemende frequentie van protesten hebben de West-Europese steden hierbij de grootste verliezen moeten melden”, geeft het rapport aan. “Onder meer hierdoor behoorden vijf Duitse steden – München, Hamburg, Stuttgart, Berlijn en Düsseldorf – tot de gebieden waar de grootste daling aan leefbaarheid moest worden geregistreerd.” Door de aanhoudende oorlog in Oekraïne raakt Kiev momenteel ook niet weg bij de tien steden die op het gebied van leefbaarheid de slechtste score van de wereld laten optekenen.

Meer over dit onderwerp:

Posted in gezondheid, milieu, Stad | Reacties uitgeschakeld voor Wenen voor derde jaar op rij bekroond tot meest leefbare stad van de wereld

Ultralage emissiezone doet Londense luchtvervuiling versneld dalen

Posted by managing21 on 1st juni 2024

In Londen daalt de luchtvervuiling door het verkeer sneller dan elders in het Verenigd Koninkrijk. Een groot deel van de verbetering is het resultaat van de ultra-lage emissiezone (Ulez), die de voorbije zomer werd uitgebreid naar alle Londense stadsdelen. Dat blijkt uit een rapport van de Greater London Authority (GLA) en Transport for London (TfL). De uitbreiding van de ultra lage emissiezone, die vereist dat oudere en meer vervuilende voertuigen een dagelijkse heffing van 12,50 pond betalen, werd nochtans fel bestreden door de conservatieve Britse regering. Zelfs Keir Starmer, de leider van Labour, vroeg de Londense burgemeester Sadiq Kahn de maatregel te heroverwegen.

Volgens het onderzoek daalden de niveaus van de verontreiniging met stikstofdioxide (NO2) langs de Londense straten tussen 2016 en 2023 met 49 procent. De niveaus lagen vorig jaar zelfs lager dan twee jaar voordien, tijdens de covid-pandemie, die het autoverkeer sterk verminderde. De daling deed zich voor ondanks het feit dat de bevolking van Londen met meer dan een miljoen mensen is toegenomen. Londen kende bovendien een grotere daling dan de nationale cijfers van Engeland (35 procent), Schotland (39 procent), Wales (31 procent) en Noord-Ierland (27 procent).

Op nog amper vijf meetpunten werden de niveaus van vervuiling met stikstofdioxide overschreden. – Foto: Pixabay/Albrecht Fietz

In 2016 werden in Londen 56 meetlocaties opgetekend waar de cijfers voor stikstofdioxide de jaarlijkse wettelijke limiet overschreden. Vorig jaar bleven er nog amper vijf locaties over. De totale luchtvervuilingsconcentraties zijn sinds 2016 in centraal Londen met 65 procent gedaald, in het centrum van Londen met 53 procent en in het buitengebied van Londen met 45 procent.

Veel van het voordeel is te danken aan de Ulez, die in 2019 in het centrum van Londen werd gelanceerd en vervolgens in 2021 en voorbije zomer werd uitgebreid. De verbeteringen zijn echter ook te danken aan initiatieven zoals de introductie van een groter aantal elektrische en hybride bussen en de bredere verschuiving naar elektrische of minder vervuilende privévoertuigen. Dat is een verandering waaraan de Ulez heeft bijgedragen.

Silvertown-tunnel

Sadiq Khan heeft naar aanleiding van het rapport extra programma’s voor de aanpak van de luchtvervuiling aangekondigd, waarbij wordt opgemerkt dat de verontreinigingsniveaus in de stad volgens de prognoses zelfs eind dit decennium nog steeds de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie zullen overschrijden. Een nieuw fonds van 5,3 miljoen pond, verdeeld over zeventien stadsdelen, omvat inspanningen om de uitstoot van de scheepvaart op de rivier en kanalen te verminderen en om het stationair draaien van bedrijfsvoertuigen te beperken.

In het rapport wordt echter niets vermeld over de mogelijke gevolgen van de aanleg van Silvertown-tunnel, de eerste nieuwe wegverbinding over de Theems in dertig jaar, tussen Greenwich en Newham in Oost-Londen. Actievoerders zeggen dat deze nieuwe verbinding de vervuiling in een van de stadsdelen die het meest door smog worden geteisterd, nog zal verergeren. Het Londense stadsbestuur zegt echter dat de nieuwe connectie, waarvoor een tol zal worden geheven, de busdiensten zal versnellen en de vervuilingsniveaus zal verlagen door de congestie te verminderen.

Meer over dit onderwerp:

Posted in gezondheid, milieu, Mobility, Stad, transport & logistiek | Reacties uitgeschakeld voor Ultralage emissiezone doet Londense luchtvervuiling versneld dalen

Gezondheidsvoordelen verkeersarme wijken tot honderd keer groter dan kosten

Posted by managing21 on 16th maart 2024

Beleidsmaatregelen om mensen aan te zetten om te wandelen en fietsen, zoals verkeersluwe wijken, kunnen voordelen voor de volksgezondheid opleveren die wel honderd keer groter zijn dan de kosten van de maatregelen. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de Westminster University bij de inwoners van drie buitenwijken van Londen (Enfield, Kingston en Waltham Forest) waar verkeersarme buurten of vergelijkbare programma’s zijn ingevoerd.

Het onderzoek toont volgens de wetenschappers aan dat de betrokken ingrepen de bevolking kunnen aanzetten om voor een aantal verplaatsingen de auto te laten staan en naar een actieve vorm van reizen over te schakelen. De effecten van deze maatregelen tonen wel aanzienlijke variaties.

Verkeersarme buurten leveren meer economische voordelen op dan verwacht. – Foto: Mircea Iancu/Pixabay

Het cumulatieve voordeel voor de volksgezondheid van mensen die actiever zijn, werd per lokale volwassene over een periode van twintig jaar een gezondheidsvoordeel van 4.800 pond geraamd. De kost voor de inrichting van een verkeersarme buurt varieert, afhankelijk van het type project dat werd aangelegd, per bewoner daarentegen tussen 28 pond en 112 pond.

“Het is veelzeggend dat het onderzoek aantoonde dat de positieve effecten van de plannen, met name wat betreft het aantal voetgangers en fietsers, zich niet onmiddellijk laten voelen, maar enkele jaren na de invoering van de maatregelen beter merkbaar worden”, voeren de onderzoekers aan. “Dit geeft aan dat gemeenteraden niet te vroeg moeten bepalen of de introductie van een verkeersarme buurt al dan niet succesvol is.”

“De studie suggereerde tevens dat de positieve voordelen de neiging hebben om in de loop van de tijd te blijven groeien”, verduidelijkt onderzoeksleider Rachel Aldred, professor mobiliteit aan de Westminster University. “Dit betekent dat de ramingen die in de studie voor de kosten-batenverhouding voor verkeersarme buurten naar voor zijn gekomen, waarschijnlijk conservatief zijn.”

Controversieel

Bij de inrichting van verkeersarme buurten wordt onder meer gebruik gemaakt van borden of fysieke barrières zoals plantenbakken die voorkomen dat motorvoertuigen kleinere woonstraten gebruiken als doorgangen, maar voetgangers en fietsers volledige toegang geven. De introductie van de maatregelen zijn echter controversieel, onder meer door een aantal mislukte regelingen tijdens de covid-epidemie. In 2020 bestreken deze wijken in totaal 4 procent van de Londense bevolking.

“Hoewel studies de efficiëntie van de ingrepen lijken aan te tonen en peilingen en verkiezingen erop lijken te wijzen dat de maatregelen populair zijn, kondigde het Britse Department for Transport vorig jaar – na een aantal controverses in de media – niet langer financiering te zullen voorzien voor gemeenten die de plannen willen doorvoeren”, zeggen de onderzoekers. “Het nieuwe onderzoek suggereert dat het blokkeren van nieuwe verkeersarme wijken contraproductief zou zijn, zowel voor de verkeersplanning als voor de volksgezondheid.”

De meest opvallende veranderingen die in de loop van de tijd werden gevonden bij mensen die binnen de verkeersarme buurten wonen, zijn volgens de onderzoekers een substantiële gemiddelde toename in de gerapporteerde niveaus wandelaars en fietsers. Daarnaast is er een kleiner effect die niet in de verkeersarme buurten woonden, maar residenten waren van wijken waar andere actieve reisprogramma’s, zoals fietspaden, werden geïntroduceerd. Beide gebieden zagen tevens tekenen van verminderd autobezit, hoewel dit effect marginaal bleek in de gebieden die buiten de verkeersarme buurten zijn gelegen.

De onderzoekers stelden vast dat de drie verkeersarme buurten op twintig jaar tijd in totaal iets meer dan 1 miljard pond aan economische voordelen, onder meer door de betere gezondheid van actievere burgers en een daling van hun ziekteverzuim, konden laten optekenen. Daarvan bleek 821 miljoen pond voordeel gelinkt te kunnen worden aan de volksgezondheid. Uit het onderzoek bleek dat elk jaar gemiddeld 37 sterfgevallen en meer dan 500.000 ziektedagen werden voorkomen.

“Actieve reisinterventies boden veel waar voor hun geld wanneer de economische gezondheidsvoordelen van fysieke activiteit worden vergeleken met de kosten van de implementatie van het programma, vooral in wijken met weinig verkeer,” concludeerde het onderzoek.

Meer over dit onderwerp:

Posted in gezondheid, Stad, transport & logistiek | Reacties uitgeschakeld voor Gezondheidsvoordelen verkeersarme wijken tot honderd keer groter dan kosten

Madrid herbergt een van de extreemste stedelijke hitte-eilanden

Posted by managing21 on 4th september 2023

De Plaza Juan Pujol in Madrid moet één van de meest extreme stedelijke hitte-eilanden in de wereld vertegenwoordigen. Dat blijkt uit een onderzoek van het ingenieursbureau Arup in de steden Caïro, Londen, Los Angeles, Madrid, Mumbai en New York. De onderzoekers, die gebruik maakten van het programma UHeat om een inzicht te verkrijgen in het verschil in luchttemperatuur van buurt tot buurt, kwamen tot de vaststelling dat de Plaza Juan Pujol in Madrid op de heetste dag van vorig jaar 8 graden Celsius warmer was dan de landelijke omgeving.

De studie, die onder meer gebruik maakte van artificiële intelligentie en satellietbeelden, plaatste Ghatkopar East in Mumbai met een opwarming van 7 graden Celsius op een tweede plaats, gevolgd door Bulaq Ad Daqrur in Caïro en West Lake in Los Angeles (5 graden Celsius verschil) en Kilburn-South Hampstead in Londen en Washington Heights in New York (4,5 graden Celsius verschil).

De auteurs van het rapport benadrukken dat het stadsontwerp de temperatuur in steden opdrijft. In belangrijke hotspots blijkt de natuur vaak te zijn verdrongen en de gebieden worden veelal gedomineerd door geasfalteerde straten en hoge gebouwen van staal en glas. Stadsbesturen, stadsontwerpers en planners worden daarbij opgeroepen om beter te begrijpen op welke manier hun ontwerpen de hotspots in steden kunnen verminderen, vooral voor de meest kwetsbare gemeenschappen.

Gebrek aan afkoeling

In de meeste steden hadden de warmste plekken minder dan 6 procent vegetatie, terwijl de koelste plekken in de meeste steden meer dan 70 procent vegetatie hadden en bijna volledig in parken te vinden waren, ver verwijderd van woonwijken en commerciële gebieden. “Dit droeg binnen de steden bij tot enorme temperatuurschommelingen, waarbij het centrum van Madrid bijna 8 graden Celsius warmer was dan het El Retiro Park even verderop”, voeren de onderzoekers aan. “In Londen was het in Kilburn en South Hampstead, met 38 procent vegetatie, meer dan 7 graden Celsius warmer dan in Regent’s Park, dat met 89 procent vegetatie in dezelfde regio is gelegen.”

De Plaza Juan Pujol in Madrid – Foto: Zarateman/Wikimedia

“Verontrustend is dat drie van de onderzochte steden, waaronder Londen, de ergste temperatuur-hotspots tijdens de avond of de nacht ervaren”, luidt het nog. “Stedelijke hitte is vooral tijdens de nacht een probleem. Materialen zoals cement absorberen overdag immers grote hoeveelheden warmte, die echter slechts langzaam weer worden afgegeven wanneer de zon ondergaat. Dit veroorzaakt stress en gezondheidsproblemen en heeft op kwetsbare burgers, waaronder kinderen en ouderen, een acuut effect.”

“We hebben veel van onze steden onbedoeld ontworpen om heet te zijn”, werpt Dima Zogheib, expert duurzaam design bij Arup, op. “We hebben de natuur verdrongen. We hebben onze straten van beton gemaakt en gekozen voor een hoogbouw gebouwd. Anderzijds hebben we onze groene ruimten grotendeels beperkt tot grote parken, ver weg van de locaties waar de meeste mensen wonen. Onze uitdaging als ontwerpers is om creatief na te denken om de natuur strategisch en rechtvaardig in onze steden in te zetten. Tegenwoordig hebben we de geavanceerde digitale hulpmiddelen om snel te bepalen waar investeringen in oplossingen de grootste impact kunnen hebben.”

Gedragsverandering

De auteurs voeren aan dat de steden zich zouden moeten richten op het implementeren van oplossingen die op de natuur zijn gebaseerd. “Dit zijn schaalbare en betaalbare interventies die klimaatbestendigheid ondersteunen”, wordt er opgemerkt. “De strategische herintroductie van natuur kan de temperatuur verlagen, de luchtkwaliteit verbeteren en de biodiversiteit vergroten. In steden heeft de toename van de boombedekking bewezen het sterftecijfer als gevolg van de hitte te verminderen, zoals blijkt uit een recent onderzoek naar Europese steden, waar bleek dat een toename van de boombedekking tot 30 procent jaarlijks 2.644 sterfgevallen had kunnen voorkomen.”

Daarnaast wordt opgemerkt dat ook meer doorlaatbare oppervlakken zouden moeten worden gecreëerd. “Doorlaatbare oppervlakken, zoals kale of beplante grond, absorberen doorgaans minder warmte in vergelijking met ondoordringbare oppervlakken zoals beton of asfalt”, verduidelijken de onderzoekers. “Door meer doorlaatbare oppervlakken te creëren en water in de grond te laten infiltreren, koelt de omgeving af.”

Verder stippen de onderzoekers aan dat elke mogelijke ruimte zou moeten worden gebruikt om afkoeling te genereren. “Meer dan de helft van de ruimte in de steden – inclusief daken en straten – is open ruimte, wat een groot canvas biedt voor het bouwen van veerkracht. Maatregelen kunnen bestaan uit het vergroenen van gevels van gebouwen, het vergroenen van daken of het gebruik van witte verf om de reflectie van oppervlakken te veranderen en op die manier de hoeveelheid door de zon geabsorbeerde warmte te verminderen.”

Anderzijds wordt de creatie van koele eilanden aangemoedigd. “Aangezien steden elke zomer te maken krijgen met hittegolven, is er een netwerk van koelruimtes in steden nodig waar mensen kunnen schuilen”, stippen de onderzoekers aan. “In Londen heeft Arup bijvoorbeeld bijgedragen aan de kaart met koele ruimten van de Greater London Authority, waar inwoners tijdens warme dagen mogelijkheden kunnen vinden om te schuilen, in een poging om het gezondheidsrisico van warme weersomstandigheden te beperken.”

Tenslotte wordt gewezen op de noodzaak om een algemene gedragsverandering te stimuleren. “Mensen zullen de volgende tien jaar ook hun manier van leven in steden moeten veranderen”, luidt de waarschuwing. “Warme landen over de hele wereld passen hun leven al eeuwen hierop aan. Het is tijd om van die ervaringen te leren. Dit kan onder meer leiden tot het inlassen van siësta’s, een heroverweging van de kantooruren en het sluiten van winkels en restaurants tijdens periodes van piekhitte.”

Meer over dit onderwerp:

 

Posted in energie, gezondheid, milieu, Stad | Reacties uitgeschakeld voor Madrid herbergt een van de extreemste stedelijke hitte-eilanden

Bakfietsen in binnenstad uitgelezen alternatief voor bestelwagens

Posted by managing21 on 30th mei 2023

Bakfietsen kunnen het aantal kilometers dat in Londen door bestelwagens wordt afgelegd, in de toekomst met bijna een vijfde verminderen. Dat kan de vervuiling in de stad in belangrijke mate terugdringen en zorgt tevens voor een aanzienlijke besparing van ruimte. Dat heeft Will Norman, de Londense commissaris voor fietsen en wandelen, gezegd in een reactie op het bakfiets-actieplan dat de Londense autoriteiten hebben opgezet.

Londen is de eerste lokale overheid in het Verenigd Koninkrijk die een bakfiets-actieplan heeft gelanceerd. De Britse hoofdstad wil het gebruik van fietsen aan te moedigen om de snelle toename van de congestie en vervuiling door bestelwagens tegen te gaan. Bakfietsen – die twee, drie of vier wielen kunnen hebben – hebben meestal grote laadbakken en maken gebruik van elektrische energie om de gebruiker te helpen.

Emissies

In het rapport wordt opgemerkt dat een verschuiving naar bakfietsen het aantal bestelwagens in het centrum van Londen tegen het eind van dit decennium met maar liefst 17 procent zou kunnen verminderen. Volgens statistieken van het Ministerie van Transport stegen de trafieken van bestelwagens in Groot-Londen tijdens de tweede helft van het voorbije decennium met 18 procent. Dit type van verkeer kende bovendien tijdens de coronapandemie ook een kleinere inkrimping dan andere vormen van transport.

Cargo bikes kunnen ladingen tot 250 kilogram vervoeren. (Foto: Zedify)

“Een transfer van verkeer van gemotoriseerde bestelwagens naar fietsen met elektrische ondersteuning maakte deel uit van de route die Londen wil volgen om de uitstoot van koolstofdioxide tegen het einde van dit decennium te elimineren”, verduidelijkte Norman. “De overstap vormt tevens de sleutel om de Londense verkeerscongestie aan te pakken. De beslissing is voor iedereen een goede zaak.”

Voorstanders van het nieuwe plan zeggen dat ongeveer een kwart van de huidige ladingen in lichte bestelwagens naar bakfietsen, die ladingen tot ongeveer 250 kilogram kunnen meevoeren, kunnen worden overgeheveld. Exploitanten zeggen dat de fietsen sneller en flexibeler in drukke steden zijn dan de bestelwagens, die veel ruimte innemen.

“De lokale autoriteiten willen er ook voor dat de verschuiving zo soepel mogelijk verloopt”, voegde Norman eraan toe. “We moeten ervoor zorgen dat het potentieel van de bakfietsen volledig wordt gerealiseerd. Er moet daarbij op een gecoördineerde manier worden gewerkt.”

Nieuwe benadering

Volgens het actieplan moeten lokale planners op zoek gaan naar terreinen die geschikt kunnen worden gemaakt om als uitvalsbasis voor de transporten met bakfietsen te functioneren. Momenteel is in Hoxton, ten noordoosten van de Londense City, in een kelder onder een hoogbouw een depot van Zedify, exploitant van bakfietsen, gevestigd.

Bestelwagens leveren op dat adres grotere volumes goederen af. De ladingen worden vervolgens met bakfietsen naar hun eindbestemming in de stad gevoerd. Zedify werkt onder meer voor de modegroep Zara en Grubby, verkoper van veganistische maaltijdpakketten.

Volgens Rob King, directeur van Zedify, moeten de logistieke concepten opnieuw worden bekeken om ervoor te zorgen dat de vrachtfietsen hun volledige potentieel kunnen benutten. “Er moet een heel nieuw bedrijfssysteem worden uitgewerkt om de trafieken met bakfietsen op grote schaal te laten functioneren”, beklemtoonde King. “Locaties voor depots zijn schaars, maar ze zijn essentieel om ervoor te zorgen dat exploitanten van bakfietsen een groter deel van de markt kunnen veroveren.

De beperkte beschikbaarheid van locaties voor distributiecentra is volgens King een belangrijk knelpunt. “In een dichtbevolkt stedelijk gebied zoals Londen levert een flatgebouw meer opbrengsten op dan een logistieke centrum”, verduidelijkte King. “Maar daarnaast dreigt ook de financiering van de diensten een probleem op te leveren. De aankoopprijs van een vrachtfiets kan tot 8.000 pond oplopen. Veel financiële instellingen zijn huiverig om in de sector te investeren.”

Ook binnen het bedrijfsleven zou een aanzienlijke terughoudendheid tegenover het gebruik van bakfietsen vertonen. “Er moet immers op een totaal nieuwe manier over de organisatie van het werk worden gedacht”, benadrukte Aaron Fleming-Saheed, oprichter van Cycling Sparks, een elektricien die zijn medewerkers met een vloot elektrische fietsen heeft uitgerust. “Daarbij staat flexibiliteit centraal, maar dat is een concept dat bij vele ondernemingen op twijfels wordt ontvangen.”

Martin Norman voerde aan dat het stadsbestuur en de vervoersautoriteit Transport for London niet alleen aandringen op de ontwikkeling van nieuwe uitvalsbasissen, maar ook werken aan het opstellen van normen waaraan deze locaties moeten voldoen en aan maatregelen die de opleiding en veiligheid van de fietsers moeten garanderen.

Hina Bokhari, die namens de Liberal Democrats in de Londense gemeenteraad zetelt, merkte op dat de inspanningen nog verder zouden moeten opgevoerd. Tijdens de voorbereiding van de uitbreiding van de Londense Ultra Lage Emissie Zone (Ulez), was voorgesteld om fonds van 100 miljoen pond op te richten om bedrijven aan te moedigen hun bestelwagens door bakfietsen te vervangen. De aanbeveling werd echter niet aanvaard. “Indien Londen tegen eind dit decennium emissievrij wil zijn, moet er in deze strategieën geld worden geïnvesteerd”, betoogde Bokhari.

“Elk bedrijf dat momenteel van start gaat, moet het leefmilieu bovenaan zijn agenda hebben staan,” stelde ook Fleming-Saheed. “De praktijken van voorheen kunnen eenvoudigweg niet meer worden aangehouden.”

Meer over dit onderwerp:

Posted in Mobility, Stad, transport & logistiek | Reacties uitgeschakeld voor Bakfietsen in binnenstad uitgelezen alternatief voor bestelwagens

Duitsers geven nationaal fietsklimaat nog steeds een onvoldoende

Posted by managing21 on 15th mei 2023

In geen enkele andere grote Duitse stad tonen de fietsers een grotere tevredenheid over de lokale verkeerssituatie dan in Bremen. Dat blijkt uit een rapport van de Allgemeiner Deutscher Fahrrad-Club (ADFC), gebaseerd op een  analyse van 1.114 Duitse steden en gemeenten. Bremen wordt in de rangschikking van steden met meer dan 500.000 inwoners op korte afstand gevolgd door Frankfurt am Main en Hannover. Wel werd opgemerkt dat landelijke regio’s relatief vaak een negatief oordeel krijgen.

In zowel Bremen als Hannover bleken de fietsers vooral tevreden over de toestemming om eenrichtingsstraten in tegengestelde richting te kunnen gebruiken. Ook de bereikbaarheid van het stadscentrum bleek in beide gevallen goede scores te kunnen laten optekenen.

In Bremen is het volgens de ondervraagden ook gemakkelijk om door de stad routes naar hun bestemming te volgen. Negatieve punten werden in Bremen vooral gegeven voor de beperkte breedte van de fietspaden. Ook de impact van bouwplaatsen oogstte kritiek, net zoals het illegaal parkeren op de fietspaden.

Niet optimaal

Het feit dat de drie steden een score van amper 3,6 punten – in schoolcijfers amper een voldoende – krijgen, toont volgens de onderzoekers echter dat de omstandigheden nog lang niet optimaal zijn. De cijfers zeggen volgens Sven Eckert, national secretaris van de Duitse fietsersbond, veel over het fietsklimaat in de Duitse steden. “Indien Bremen nog meer mensen op de fiets wil krijgen, moet de stad het gebruik van de tweewieler veiliger en comfortabeler maken”, betoogt Eckert. 

Maike Schaefer, senator voor Mobiliteit van Bremen, toonde zich echter tevreden. “Het resultaat toont aan dat Bremen met zijn verkeersomslag op de goede weg is”, benadrukte Schaefer, lid van Die Grünen. “De test biedt anderzijds ook waardevolle aanwijzingen over aspecten die nog voor verbetering vatbaar zijn.”

Het fietsklimaat haalt in Duitsland nog steeds een onvoldoende. (Foto: Pixabay)

Wanneer ook naar de kleinere steden wordt gekeken, moet worden vastgesteld dat verschillende locaties betere prestaties laten optekenen dan Bremen. Het beste cijfer werd geregistreerd in Münster (3,04 punten), gevolgd door Karlsruhe (3,09), Freiburg (3,11), Erlangen (3,24), Kiel (3,4) en Göttingen (3,51).

De onderzoekers merken op dat vooral grotere metropolen hun aantrekkelijkheid voor fietsers hebben kunnen verbeteren. Onder meer Keulen, Frankfurt en Hamburg lieten iets betere scores optekenen in vergelijking met de vorige studie eind vorig decennium.

Ondanks enkele positieve ontwikkelingen geeft het onderzoek echter aan dat er vanuit het oogpunt van de fietser nog veel ruimte voor verbetering is. Onder meer moest worden vastgesteld dat 80 procent van de respondenten klagen over de beperkte breedte van de fietspaden in hun thuisstad. Ook de problemen bij bouwplaatsen en foutparkeerders op de fietspaden blijven belangrijke knelpunten.

Wettringen

In kleine steden en gemeenschappen op het platteland wordt de beperkte beschikbaarheid van ruimte minder als een probleem gezien. Wettringen, een gemeente met minder dan twintigduizend inwoners in de buurt van Münster, haalde met een totaal van 2,0 punten nationaal de beste score. Maar in realiteit moet volgens de onderzoekers worden vastgesteld dat er op het Duitse platteland voor de fietsers niet bijzonder veel wordt gedaan.

Daar wordt echter vooral op de slechte bereikbaarheid van de steden in de omgeving en de gebrekkige veiligheid gewezen. Volgens de enquête voelde slechts 36 procent van de ondervraagden zich op de routes tussen de steden goed beschermd tegen ongevallen. Het fietsklimaat op het Duitse platteland werd dan ook slechts met een appreciatie van 3,8 punten beoordeeld.

”Over het hele onderzoek werd een gemiddelde score van 3,96 punten opgetekend”, stippen de onderzoekers aan. “Dat is dus nog steeds een onvoldoende. Dit cijfer is ook iets slechter dan drie jaar geleden, toen een score van 3,93 procent werd gemeld.”

Maar ondanks de klachten over een gebrekkige infrastructuur blijken steeds meer Duitsers bereid om zich met de fiets te verplaatsen. De enquête toonde dat vorig jaar 49 procent van de ondervraagden wegens kostenbesparingen voor een verplaatsing met de fiets zou opteren, tegenover amper 33 procent drie jaar geleden. De verschuiving is nog duidelijker in kleinere gemeentes met minder dan twintigduizend inwoners, waar het gebruik van de fiets uit budgettaire overwegingen tijdens diezelfde periode van 24 procent naar 43 procent is opgelopen.

Meer over dit onderwerp:

Posted in Mobiliy, Stad, transport & logistiek | Reacties uitgeschakeld voor Duitsers geven nationaal fietsklimaat nog steeds een onvoldoende