managing21.be

Managing21: een blik op het heden en de toekomst van de economie.

Archive for the 'industrie' Category

Zwitserland wil ideeën om munitie uit meren te bergen

Posted by managing21 on 31st augustus 2024

Zwitserland wil een grote voorraad ongebruikte munitie uit zijn meren verwijderen. Gevreesd wordt immers dat het wapenmateriaal uiteindelijk aanzienlijke schade aan het ecosysteem van de meren zal toebrengen. De Zwitserse overheid heeft nu een competitie uitgeschreven voor de beste strategie om de munitie naar de oppervlakte te halen en naar een veiliger bestemming af te voeren.

Zwitserland is sinds 1815 officieel neutraal en heeft daarbij een verdedigingsstrategie van gewapende neutraliteit aangenomen. Alle Zwitserse mannen moeten militaire dienst doen om indien nodig een groot leger te onderhouden. Geregeld worden er ook militaire oefeningen gehouden. Hierdoor is ongebruikte munitie over het hele land verspreid. Zwitserland heeft ook grote reserves aan wapens en munitie opgebouwd om bij een eventuele aanval zijn neutraliteit te verdedigen.

Ook in de Vierwaldstättersee werden tonnen ongebruikte munitie gedumpt. – Foto: Pixabay/Jozsef Farago

Wanneer die militaire reserves het einde van hun levensloop hadden bereikt, moet voor dat overbodige materiaal echter een oplossing worden gevonden. Het Zwitserse leger besliste om die voorraden in verschillende bergmeren te dumpen. Dat leek destijds de veiligste manier om de munities te verwijderen. Dit betekent echter dat er inmiddels op de bodem van de Vierwaldstättersee, de Thunersee, en Brienzersee en het Lac de Neuchâtel duizenden tonnen munitie liggen. Het Lac de Neuchâtel werd door de Zwitserse luchtmacht ook gebruikt voor bombardement-oefeningen.

Een evaluatie in 2005 maakte duidelijk dat alle mogelijke bergingstechnieken gevaren zouden kunnen houden voor zowel het ecosysteem als het bergings-personeel. Tot nu tot waren veel wetenschappers van mening dat het achterlaten van de munitie de veiligste manier zou zijn om te werk te gaan. Ook bij het Britse bedrijf Zetica, gespecialiseerd in het verwerken van niet-ontplofte munitie, is die mening toegedaan. “Wanneer de munitie niet onmiddellijk gevaarlijk is of niet op een schadelijke manier dreigt te degraderen, lijkt een dumping op de bodem van de meren nog altijd de beste oplossing”, betoogt Mike Sainsbury, directeur van Zetica.

Het Zwitserse ministerie van defensie biedt echter nu 50.000 Zwitserse frank (bijna 5.000 euro) aan prijzengeld aan partijen die de beste drie ideeën bedenken om de munitie veilig te bergen. “De ondergedompelde munitie is bedekt met een fijne sedimentlaag van maximaal twee meter dik”, stipt een woordvoerder van het Zwitserse leger aan. “Als de sedimenten tijdens het bergen worden opgewoeld, kan dit leiden tot zuurstofverlies, dat op deze diepte slechts in kleine hoeveelheden beschikbaar is. Als gevolg daarvan zou  het ecosysteem van het meer kunnen worden beschadigd.

“Naast het slechte zicht onder water en de explosiegevaren vormen de waterdiepte, de stroming, de afmetingen (tussen 4 millimeter en 20 centimeter en tussen 0,4 gram en 50 kilogram) en de staat van de ondergedompelde munitie een extra uitdaging. De meeste componenten bestaan ??uit ijzer en zijn magnetisch, maar bepaalde ontstekers zijn vervaardigd uit niet-magnetisch koper, messing of aluminium. Al deze factoren vormen grote uitdagingen voor een milieuvriendelijke recuperatie van de munitie.” Het materiaal bevindt zich op dieptes tussen zeven en meer dan tweehonderd meter onder het wateroppervlak.

Miljarden francs

De bergingsoperatie zal naar verwachting miljarden francs kosten. De Zwitserse geoloog Marcos Buser, die de overheid over dit onderwerp adviseerde, schreef tien jaar geleden een onderzoekspaper waarin hij waarschuwde voor de gevaren van de stortplaatsen. “De munitie brengt twee risico’s met zich mee”, betoogde hij. “Ten eerste is er, ondanks het feit dat het materiaal onder water ligt, nog steeds een explosiegevaar. In veel gevallen heeft het leger nagelaten om de lonten te verwijderen voordat de munitie werd gedumpt. Dan is er nog de verontreiniging van water en bodem – er is een reële kans dat het zeer giftige TNT het water en het sediment in de meren kan vervuilen.”

Het is niet de eerste keer dat het Zwitserse leger met zijn munitie in problemen komt. Het bergdorp Mitholz werd in 1947 getroffen door een enorme explosie van 3.000 ton munitie die het leger in de berg boven het dorp had opgeslagen. Negen mensen kwamen daarbij om en het dorp werd verwoest. Drie jaar geleden onthulde het leger dat een resterende voorraad van 3.500 ton niet-ontplofte munitie wellicht niet veilig was en moest worden verwijderd. Voor de inwoners van Mitholz betekende dit dat ze hun woning tijdens de bergingsoperatie tot wel tien jaar moesten verlaten.

Er zijn ook problemen gerezen over de beslissing van de Zwitserse regering om tijdens de Koude Oorlog explosieve ladingen onder zijn bruggen en tunnels aan te brengen, om bij een invasie tot ontploffing te kunnen brengen. Sommige bruggen moesten echter snel worden ontmijnd omdat moderne vrachtwagens het risico liepen een explosie te veroorzaken. 

Recent onthulde het leger dat meldingen van burgers over vondsten van niet-ontplofte munitie in het Zwitserse platteland vorig jaar met 12 procent waren toegenomen tegenover het jaar voordien. Zelfs op de gletsjers, die nu terugtrekken door de gevolgen van klimaatverandering, onthult het smeltende ijs in de bergen gebruikte en scherpe munitie die is overgebleven van trainingen die tientallen jaren geleden plaatsvonden.

Meer over dit onderwerp:

Posted in industrie, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Zwitserland wil ideeën om munitie uit meren te bergen

Japan heeft belangrijkste innovatiecluster van de hele wereld

Posted by managing21 on 29th augustus 2024

Tokyo-Yokohama blijft ook dit jaar wereldwijd het grootste cluster voor wetenschap en technologie. Dat blijkt uit een rapport van de World Intellectual Property Organization (Wipo), gebaseerd op basis van patentaanvragen en wetenschappelijke publicaties. Er wordt echter tegelijkertijd opgemerkt dat economieën met een middeninkomen op het gebied van innovatie de snelste groei laten optekenen. Tokyo-Yokohama gaat in de rangschikking het Chinese cluster Shenzhen-Hongkong-Guangzhou, vooraf.

Uit het rapport blijkt dat China voor het tweede opeenvolgende jaar het grootste aantal innovatieclusters liet optekenen. In de lijst met de honderd meest innovatieve gebieden van de wereld, konden immers zesentwintig Chinese locaties worden teruggevonden. Dat betekende een stijging met twee regio’s tegenover vorig jaar. De Verenigde Staten eindigden met twintig clusters op de tweede plaats. Nog bleek dat Shenzhen-Hongkong-Guangzhou zijn tweede plaats wist vast te houden, terwijl Peking naar de derde plaats klom. Dat gebeurde ten nadele van Seoel, dat naar de vierde plaats terugzakte. Op de vijfde plaats staat met Shanghai-Suzhou opnieuw een Chinees cluster.

De top tien bestaat verder uit de clusters San Jose-San Francisco (Verenigde Staten), Osaka-Kobe-Kyoto (Japan), Boston-Cambridge, (Verenigde Staten), Nanjing (China) en San Diego (Verenigde Staten). Daarna volgend New York City (Verenigde Staten), Parijs (Frankrijk), Wuhan (China), Hangzhou (China), en Nagoya (Japan).

Tokio blijft het belangrijkste innovatiecentrum van de hele wereld. – Foto: Pixabay/kdsmatt

De twee grootste clusters van de wereld vertegenwoordigen bijna één op de vijf patenten die wereldwijd werden ingediend. De twee clusters werden geleid door respectievelijk Mitsubishi Electric en Huawei. Hoewel er in de top tien weinig veranderingen werden geregistreerd, waren er wel sterkere verschuivingen verder in de ranglijst. Daarbij lieten volgens de Wipo vooral landen met een middeninkomen een sterke groei optekenen.

De sterkste groei werd opgetekend in de Chinese regio Hefei, waar het aantal patentaanvragen en wetenschappelijke publicaties een stijging met 23 procent werd genoteerd. Op de tweede plaats staat Zhengzhou, eveneens in China, met een score van 19 procent, gevolgd door Cairo (11 procent),  Chennai (8 procent) en Istanbul (8 procent). Daarentegen moesten de meeste Noord-Amerikaanse en Europese clusters een daling melden.

Innovatie-ecosystemen

Latijns-Amerika en Afrika hebben in de ranglijst slechts een bescheiden aandeel. Sao Paulo (Brazilië)  is op een 73ste plaats het enige Latijns-Amerikaanse cluster in de top honderd. Afrika is in die lijst bovendien alleen vertegenwoordigd door Cairo (Egypte), dat op de 95ste plaats zelfs zijn debuut maakt. Ook Kuala Lumpur (Indonesië) is op een 93ste plaats een debutant in de top honderd.

“Clusters van wetenschap en technologie vormen de basis van robuuste nationale innovatie-ecosystemen”, benadrukt Daren Tang, hoofd van de Wipo, in een commentaar op het rapport. “Het is bemoedigend om te zien dat deze clusters niet alleen floreren in de mature centra van de geïndustrialiseerde landen, maar ook in de opkomende innovatiehotspots van een aantal ontwikkelingslanden.”

Na China en de Verenigde Staten bleek Duitsland de meeste innovatieclusters te herbergen. In de top honderd werden immers acht Duitse regio’s opgetekend. Het belangrijkste innovatiecluster van Duitsland is München, dat op een 22ste plaats gerangschikt. Zuid-Korea en India volgen met vier clusters. Het belangrijkste Indiase innovatiegebied is Bengaluru, dat op een 56ste plaats kon worden teruggevonden. Frankrijk, Groot-Brittannië, Japan en Canada waren elk met drie clusters in de top tien vertegenwoordigd.

Wanneer de innovatiekracht wordt afgemeten naar de omvang van de lokale populatie, komt Cambridge (Engeland) als primus uit de studie, gevolgd door San José-San Francisco (Verenigde Staten) en Eindhoven (Nederland). Verder wordt opgemerkt dat de innovatie in Afrika eerder door wetenschappelijke publicaties dan door patentaanvragen wordt gedreven. Na Cairo zijn Johannesburg, Kaapstad, Tunis en Alexandrië de belangrijkste Afrikaanse innovatieclusters.

Meer over dit onderwerp:

Posted in industrie, wetenschap | Reacties uitgeschakeld voor Japan heeft belangrijkste innovatiecluster van de hele wereld

Royal Mail richt zich voortaan op recyclage e-waste

Posted by managing21 on 7th augustus 2024

In het Verenigd Koninkrijk boort de Royal Mint, producent van de nationale muntstukken, een nieuwe bron aan voor de winning van goud. Om zijn goudvoorraden aan te vullen, heeft het Britse staatsbedrijf immers beslist om elektronisch afval (e-waste) te verwerken. Daarvoor werd in Llantrisant, in het zuiden van Wales, een grote industriële fabriek opgetrokken. In de installaties van die fabriek zal het goud uit oude printplaten van computers en andere elektronische apparatuur te halen. 

Elektronisch afval – van oude telefoons en computers tot televisietoestellen – vormt een snelgroeiend probleem. Uit cijfers van de Verenigde Naties blijkt dat twee jaar geleden in totaal 62 miljoen ton elektronisch afval werd weggegooid. Volgens ramingen zal de berg elektronisch afval tegen het einde van dit decennium nog worden verdrievoudigd.

Jaarlijks wordt meer dan 60 miljoen ton elektronisch afval weggegooid. – Foto: Pixabay

In Llantrisant worden ingezamelde stapels printplaten verhit om de verschillende componenten te verwijderen. Vervolgens wordt de reeks losgemaakte spoelen, condensatoren, pinnen en transistoren op een transportband gezeefd, gesorteerd, gesneden en in blokken gesneden. Daarbij worden alle onderdelen met goud geselecteerd en vervolgens naar een chemische installatie op de site afgevoerd. Daarna wordt het goud in een chemische oplossing gegoten. Nadat die oplossing wordt gefilterd, blijft een gouden poeder over. Tenslotte wordt dat poeder in een oven verhit, waardoor goudklompen worden gevormd.”

“De Royal Mint richt zich in Llantrisant op stedelijke mijnbouw”, werpt Inga Doak, hoofd duurzaamheid van het Britse staatsbedrijf, op. “We recupereren een afvalproduct dat door de maatschappij wordt geproduceerd. Uit dat restproduct wordt vervolgens het goud gehaald om opnieuw te kunnen worden verwerkt.” Doak merkt daarbij op dat de economie steeds meer de waarde van deze eindige grondstof begint op te merken.

“De traditionele processen voor de winning van goud zijn bijzonder energie-intensief”, verduidelijkt Leighton John, operationeel directeur van de Royal Mint. “Daarbij wordt beroep gedaan op extreem giftige chemicaliën die slechts één keer kunnen worden gebruikt. Bij die processen wordt ook gebruikgemaakt van smelters die bijzonder veel energie consumeren. Bij het nieuwe procédé verloopt het chemisch proces echter bij kamertemperatuur. Daarvoor is slechts weinig energie nodig, terwijl de gebruikte chemische producten kunnen worden gerecupereerd. Het goud kan bovendien snel worden gewonnen.”

Grote aanvoer

De Royal Mail kan voor het nieuwe productieproces op de aanvoer van grote voorraden rekenen. Volgens een rapport van de Verenigde Naties is het Verenigd Koninkrijk per hoofd van de bevolking na Noorwegen de grootste producent van technologie-afval ter wereld. “Het is de bedoeling om jaarlijks meer dan 4.000 ton elektronisch afval te verwerken”, zegt Leighton John. “Traditioneel wordt dit afval naar het buitenland verscheept, maar die export is nu niet langer noodzakelijk. Daardoor wordt ook een aanzienlijk financieel verlies vermeden.” Vierduizend ton e-waste zou tot 450 kilogram goud moeten opleveren. Die voorraad heeft aan de huidige tarieven een waarde van 27 miljoen pond. 

Deze verschuiving naar de afvalsector betekent een grote verandering voor de Royal Mint, die al meer dan duizend jaar de officiële muntfabrikant van het Verenigd Koninkrijk is. Maar nu het gebruik van contant geld afneemt, vormt e-waste voor het overheidsbedrijf een nieuwe manier om inkomsten te genereren en arbeidsplaatsen te redden. “We dienden onze activiteiten te diversifiëren”, verduidelijkt Anne Jessopp, chief executive van de Royal Mint. “Aangezien er nu minder mensen nodig zijn om munten te maken, was het eigenlijk een ideale gelegenheid om medewerkers naar de verwerking van e-waste over te plaatsen. Op die manier konden we de tewerkstelling van de betrokkenen redden.” 

Het goud wordt in eerste instantie gebruikt voor de vervaardiging van sieraden. In een later stadium zullen de gewonnen voorraden ook worden gebruikt voor de productie van herdenkingsmunten. De Royal Mint zoekt ook naar mogelijkheden voor de andere materialen – waaronder aluminium, koper, tin en staal – die uit de printplaten worden gehaald. De printplaten zelf zouden mogelijk kunnen worden vermalen en in de bouwindustrie gebruikt.

Meer over dit onderwerp:

Posted in grondstoffen, industrie, Jewellery, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Royal Mail richt zich voortaan op recyclage e-waste

Grote modemerken slagen er moeilijk in hun klimaatimpact terug te dringen

Posted by managing21 on 2nd augustus 2024

Een aanzienlijk deel van de grootste modemerken in de wereld hebben nog altijd geen openbaar plan om hun klimaatimpact te elimineren. Dat blijkt uit een rapport van de organisatie Fashion Revolution, gebaseerd op een onderzoek naar de klimaatacties van 250 grote modebedrijven, waarbij gekeken werd naar zeventig verschillende duurzaamheidscriteria.

De modesector kan bijzonder vervuilend zijn. In sommige gevallen bleken er eeuwige chemicaliën aangetroffen te kunnen worden in wateroppervlaktes in de buurt van modefabrieken. De industrie betekent ook een zorgwekkende bron van afval, waarbij fast fashion ervan wordt beschuldigd de overconsumptie aan te moedigen.

Uit het onderzoek bleek dat slechts 117 modemerken een concreet plan voor de eliminatie van de uitstoot van koolstofdioxide kunnen voorleggen. Daarbij gaven 105 partijen ook updates over de vooruitgang die ze op het gebied van klimaatactie hebben geboekt. Maar daarbij moet wel worden vastgesteld dat 42 merken moeten melden dat hun emissies ten opzichte van het basisjaar zijn opgelopen.

Slechts weinig modebedrijven kunnen op het gebied van duurzaamheid een goed rapport voorleggen. – Foto: Pixabay/Ahmad Ardity

Volgens het rapport heeft 86 procent van de onderzochte bedrijven geen openbare doelstelling voor de uitfasering van emissies en 94 procent heeft geen openbare doelstelling voor hernieuwbare energie. Verder blijkt dat slechts 43 procent van de merken transparant is over de herkomst van hun energievoorziening.

Er heerst al geruime tijd een vrees dat de industrie te veel kleding produceert. Een aanzienlijk deel van de overschotten belandt uiteindelijk op een vuilnisbelt. Fashion Revolution merkt op dat de sector ook op dit vlak weinig verantwoordelijkheidszin aan de dag legt. Er moest immers worden vastgesteld dat 89 procent van de grote modemerken niet bekendmaken hoeveel kleding er jaarlijks in hun fabrieken wordt vervaardigd.

Werknemers en toeleveranciers

Maar ook op het gebied van tewerkstelling blijft de modesector met problemen worstelen. “De textielproductie is grotendeels geconcentreerd in een aantal landen, zoals Bangladesh, die voor de klimaatverandering bijzonder gevoelig zijn”, voert Fashion Revolution aan. “Een groot aantal textielproducerende naties wordt geconfronteerd met steeds zwaardere overstromingen die werknemers in gevaar kunnen brengen. Schattingen suggereren dat extreme weersomstandigheden – zoals droogte, hittegolven en moessons – in de sector bijna één miljoen banen zouden kunnen doen verdwijnen.”

Fashion Revolution ontdekte dat slechts 3 procent van de grote modemerken bericht over inspanningen die werden gedaan voor de financiële ondersteuning van werknemers die door de klimaatcrisis werden getroffen. De onderzoekers riepen bedrijven op om hun verantwoordelijkheid te nemen en maatregelen te nemen voor de bescherming van hun werknemers, die vaak tegen minimale lonen in de fabrieken aan het werk worden gesteld.

“Door minstens 2 procent van hun inkomsten te investeren in duurzame, hernieuwbare energie en werknemers te trainen en te ondersteunen, zou de modesector tegelijkertijd de gevolgen van de klimaatcrisis kunnen beperken en de armoede en ongelijkheid in hun toeleveringsketens kunnen verminderen”, benadrukte Maeve Galvin, campagnedirecteur bij Fashion Revolution. “Grote modebedrijven hebben voldoende financiële reserves om die inspanningen te kunnen dragen.”

Fashion Revolution benadrukt daarbij dat modemerken niet alleen tekortschieten in het investeren in een eerlijke transitie naar een duurzame economie, maar bovendien ook hun verantwoordelijkheid afwentelen op leveranciers die al weinig financiële ruimte hebben en nu de taak krijgen om problemen op te lossen die ze niet zelf hebben gecreëerd. “Het feit dat de modesector bijzonder afhankelijk is van fossiele brandstoffen, is al vele jaren een bron van discussie”, merkt Fashion Revolution op. “Dat fenomeen weerspiegelt het breder debat op het wereldtoneel over de mogelijkheden om de economie te decarboniseren en de doelstellingen van de Klimaatakkoorden van Parijs te halen.”

Uit het onderzoek blijkt dat Puma met een score van 75 procent op het gebied van duurzaamheid binnen de modesector de beste prestatie laat optekenen, gevolgd door Gucci (74 procent) en Hennes & Mauritz (61 procent). Er wordt nog opgemerkt dat slechts vier bedrijven in het hele onderzoek slechts vier bedrijven – Asics, Hennes & Mauritz, Marks & Spencer en Patagonia – voldoen aan de doelstellingen die de Verenigde Naties op het gebied van emissiereductie hebben vastgelegd. Anderzijds bleek dat tweeëndertig merken geen enkel punt konden scoren.

Meer over dit onderwerp:

Posted in industrie, retail | Reacties uitgeschakeld voor Grote modemerken slagen er moeilijk in hun klimaatimpact terug te dringen

Donau moet evenwicht zoeken tussen economie en ecologie

Posted by managing21 on 3rd juni 2024

De Donau heeft het potentieel om nog meer transport op te nemen. Tegelijkertijd moet er echter met milieuoverwegingen rekening worden gehouden. Dat blijkt uit het Actieprogramma Donau 2030 dat het Oostenrijkse ministerie voor klimaatbescherming, milieu, energie, mobiliteit, innovatie en technologie heeft opgesteld. Dat programma is volgens de auteurs gebaseerd op op een evenwichtsoefening tussen ecologische en economische belangen.

“Ik denk dat de Donau nog veel meer potentieel heeft als transportroute,” stelde Davor Sertic, voorzitter van de Transport and Traffic Division van de Weense Kamer van Koophandel op een conferentie van de Europese transportindustrie in Wenen in september vorig jaar. Slechts enkele weken eerder had de Oostenrijkse waterwegbeheerder Viadonau zijn verslag voor het jaar voordien gepresenteerd. Daarin kwamen over het Donauverkeer ontnuchterende cijfers aan de oppervlakte. De cijfers voor het Oostenrijkse deel van de Donau waren indrukwekkend. Er moest immers voor het totale goederenvolume het laagste niveau in dertig jaar tijd worden gemeld.

Echte kans voor klimaattoekomst?

Sertic zag de uitbreiding van intermodale Donauhavens, een dichter e-laadnetwerk aan wal voor de scheepvaart en een bevaarbaarheid het hele jaar door, vooral ten oosten van Wenen, als dringende maatregelen. Leonore Gewessler (Die Grünen), Oostenrijks minister van klimaat, beschrijft het nieuwe actieprogramma als een duidelijk engagement voor de bescherming van het klimaat en het leefmilieu, voor een veerkrachtige Donau-waterweg en voor een milieuvriendelijke en concurrerende binnenvaart. 

In Ennshafen wordt het project Panattoni Park uitgebouwd. – Foto: Ennshafen

De politica had eerder al aangegeven ook een grote bezorgdheid te hebben over de transportsector. Daarbij had ze het echter ook over de unieke voordelen die een natuurlijke vervoerswijze zoals de Donau biedt. “Het is nu des te belangrijker om deze opportuniteiten gericht te benutten en te versterken en ze te zien als een echte kans voor onze klimaattoekomst”, betoogde Gewessler nu. “Het actieprogramma staat dus voor een ecologische economie.”

De trafieken op de Donau worden momenteel door een aantal problemen gekenmerkt. “Een groot aantal binnenvaartschepen heeft zich gebundeld op de benedenloop van de Donau”, verduidelijkt Christoph Caspar, woordvoerder van ViaDonaua. “Door de oorlog in Oekraïne moesten grote hoeveelheden graanproducten die anders rechtstreeks over zee werden vervoerd, naar de Donau worden omgeleid. Minder schepen voor de landen aan de bovenloop van de Donau – Duitsland, Oostenrijk en Slowakije – waren daarvan het gevolg.”

Volgens Caspar heeft dit ook gevolgen gehad voor de transportvolumes in Oostenrijk: “In 2022 haalden we een jaarvolume van 6,3 miljoen ton, maar vorig jaar was dat tot 6,0 miljoen ton gedaald”, betoogt hij. “De grootste achteruitgang – min 20 procent – werd genoteerd voor de invoer uit de oostelijke Donaulanden.”

“In andere transportsectoren zijn geopolitieke, internationale kwesties minder relevant”, wordt in het actieprogramma aangevoerd. “Het jongste jaarverslag van ViaDonau toont dat het binnenlandse vervoer twee jaar geleden – zowel procentueel als absoluut – veruit de sterkste daler was. Hier daalden de vervoerde volumes met 81,4 procent tot 0,1 miljoen ton in vergelijking met het jaar voordien. De krimpende volumes kunnen specifiek worden toegeschreven. Een van de belangrijkste redenen voor deze scherpe daling was het stopzetten van transporten van afgegraven materiaal in verband met infrastructuurwerkzaamheden in Linz, die de twee jaar voordien relatief veel binnenlands transport hadden gegenereerd.

Mix van maatregelen cruciaal

Een groter concurrentievermogen van logistieke ketens langs het water en milieuvriendelijkere schepen zijn twee belangrijke doelstellingen die door het actieprogramma naar voor worden geschoven. “Deze twee doelstellingen kunnen ook een hefboomeffect hebben voor de internationale rivier, vooral in Duitsland”, wordt eraan toegevoegd. “Enkele evenementen, zoals hierboven aangehaald, hebben een grote impact. Het doel is hier om het potentieel in positieve zin te herkennen en te benutten.”

Het recent gestarte bouwproject Panattoni Park in het industriegebied Ennshafen in Oberösterreich vormt een voorbeeld van de verdere logistieke uitbouw van het Donaugebied. Panattoni Park is een gebied van ongeveer 65.000 vierkante meter. Het project zal volgens Markus Achleitner, provincieraadslid voor economische zaken van Oberösterreich, vooral gericht zijn op bedrijven uit de verwerking van metaal en staal, de voedingsmiddelenindustrie, de voertuigbouw, de chemische industrie en de transportsector. “Deze activiteiten kunnen profiteren van de nabijheid van Linz en de hoogwaardige ruimte die in Ennshafen beschikbaar is.” 

Panattoni zelf maakt expliciet reclame voor de verbindingen met de waterweg, terwijl  het Oostenrijkse ministerie voor klimaatbescherming, milieu, energie, mobiliteit, innovatie en technologie momenteel een financieringsprogramma voor een milieuvriendelijke scheepvaart naar voor schuift. Dat programma loopt tot eind 2026 en is gericht op uitgebreide financiële stimulansen en schepen sneller milieuvriendelijker te maken.

“De mix van maatregelen heeft een aanzienlijke impact op het gebruik van de Donau”, wordt er nog opgemerkt. “Het ontwerp omvat verschillende doelstellingen die elkaar idealiter niet tegenspreken, maar juist aanvullen in termen van een ecologische economie. Dit betekent dat noch de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven noch de klimaatminister – mochten ze van mening verschillen – hun overtuigingen hoeven op te geven.

Meer over dit onderwerp:

Posted in handel, industrie, milieu, scheepvaart | Reacties uitgeschakeld voor Donau moet evenwicht zoeken tussen economie en ecologie

Tsjechisch lithium kan belangrijke bijdrage leveren tot Europese energiezekerheid

Posted by managing21 on 24th mei 2023

Tsjechië zou een belangrijke producent van lithium kunnen worden. Het land zou daardoor bovendien een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot de algemene energiezekerheid van Europa. Dat heeft Petr Fiala, premier van Tsjechië, gezegd. Tsjechië herbergt in zijn ondergrond naar schatting ongeveer 3 procent van alle lithiumvoorraden in de wereld.

Het overgrote deel van de Tsjechische voorraden bevindt zich in Cínovec, dicht bij de grens met Duitsland. Volgens experts zou Cínovec de grootste lithiumreserves van Europa kunnen hebben.

Lithiumrevolutie

Lithium is de belangrijkste grondstof voor de productie van batterijen voor elektrische auto’s en hernieuwbare energiebronnen. “We staan aan de vooravond van de lithiumrevolutie”, lichtte Fiala de Tsjechische ambities toe. “Het gebruik van lithium zal in de toekomst dan ook aanzienlijk toenemen en Europa zal de productie van kritieke grondstoffen op zijn eigen grondgebied intensief ondersteunen.”

Tsjechië zou over een voorraad van 7 ton lithium beschikken. (Foto: Geomet)

Lithium – dat door de Europese Unie als een cruciaal materiaal wordt aangemerkt – is van cruciaal belang voor de productie van batterijen voor elektrische voertuigen en technologieën voor hernieuwbare energie. De afzettingen in Tsjechië bevinden zich in de regio waarvan de economie momenteel nog altijd op steenkoolwinning is gebaseerd. Dit betekent dat lithium de regio een belangrijke kans biedt om een economische heropleving tot stand te brengen.

“De ontginning van de lithiumreserves biedt een opportuniteit om nieuwe investeerders naar de regio Ústí aan te trekken, de levensstandaard van de lokale bevolking te verbeteren en duizenden nieuwe arbeidsplaatsen te creëren”, betoogde Fiala daarbij. “We hebben een kans om een centrum van moderne energie en hernieuwbare bronnen te creëren in een regio die ooit compleet door steenkool werd gedomineerd.”

De Tsjechische premier benadrukte dat voor de ontginning van de reserves een samenwerking met de Duitse deelstaat van groot belang kan zijn. Daarom hebben Tsjechië en Saksen een principe-akkoord getekend over een samenwerking bij strategische projecten, waaronder de winning van grondstoffen zoals lithium.

De ontginning van de lithiumvoorraden in Cínovec, een honderdtal kilometer ten noordwesten van de Tsjechische hoofdstad Praag, zal gebeuren door de onderneming Geomet, een bedrijf dat grotendeels in handen is van Severo?eské Doly, onderdeel van het energieconcern ?EZ Group.

Diepe mijnbouw

Een definitieve haalbaarheidsstudie, die antwoord moet geven op een aantal fundamentele vragen over de mogelijkheden van een rendabele lithiumproductie in Cínovec, zou tegen eind dit jaar moeten worden voorgesteld. De eigenlijke ontginning zou over drie tot vier jaar van start kunnen gaan, op voorwaarde dat Geomet op dat ogenblik al een bouwvergunning voor het project in bezit heeft.

De ?EZ Group voert over het project momenteel in gesprek met de burgemeesters van de omliggende dorpen. “Er is hier sprake van diepe mijnbouw”, verduidelijken woordvoerders van het concern. “Dit betekent dat alleen de ingang van de mijn aan de oppervlakte zichtbaar zijn. Het erts zal op een diepte van tweehonderd tot vijfhonderd meter onder de grond worden gewonnen. Daar zal ook al de eerste verwerking gebeuren. De verdere behandeling zal gebeuren op een locatie in de onmiddellijke omgeving van de afzetting. Daarna zullen de grondstoffen verder weg worden afgevoerd.

Volgens Pavel Cyrani, ondervoorzitter van de ?EZ-groep, moeten de kosten van het hele project op ongeveer 15 miljard Tsjechische kroon – 635 miljoen euro – worden geraamd. Een gedeelte van die middelen zou kunnen worden gedekt door subsidies van het Just Transition Fund van de Europese Commissie”, beklemtoonde Cyrani. “Dat geld zou vooral de werken voor de exploratie van de site moeten dekken. Daarnaast wordt er gerekend op een commerciële financiering, waarbij middelen door de aandeelhouders worden aangebracht, aangevuld met kredieten van de banken.”

Geraamd wordt dat de mijn in Cinovec jaarlijks een productie van gemiddeld 29.386 ton lithiumhydroxide zou kunnen opleveren. De site zou een levensduur van vijfentwintig jaar kunnen hebben.

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, grondstoffen, industrie, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Tsjechisch lithium kan belangrijke bijdrage leveren tot Europese energiezekerheid

Kunstmatige diamant mag zich aan sterke groei verwachten

Posted by managing21 on 18th januari 2019

De impact van kunstmatige diamanten, die in laboratoria worden geproduceerd, zal de volgende twee jaar beduidend toenemen. Dat wordt voorspeld in een rapport van experts van ABN Amro. Opgemerkt wordt dat de sector inmiddels zijn introductiefase grotendeels heeft afgerond en zich tot het einde van dit decennium wellicht in een sterke groeifase mag verheugen. Deze evoluties zullen volgens het rapport belangrijke consequenties hebben voor de diamantsector. De experts zeggen zelfs te twijfelen of natuurlijke diamanten erin zullen slagen hun waarde te kunnen vasthouden, zoals altijd werd verondersteld.

“De kunstmatige diamant zal vermoedelijk snel zijn weg naar de commerciële markt vinden,” voorspelt Georgette Boele, diamant-specialiste bij ABN Amro. “Vier belangrijke factoren zullen de groei van de markt voor kunstmatige diamanten in de hand werken. Naarmate de technologie vordert, zullen producenten van kunstdiamanten grotere stenen van hogere kwaliteit kunnen maken, die voor consumenten dan ook aantrekkelijker zullen worden. Bovendien zullen de lagere prijzen eveneens een positieve impact hebben op de vraag. Men mag daarnaast ook niet vergeten dat artificiële productie een perceptie van duurzaamheid creëert. Tenslotte is er de strategie van producent De Beers.”

Boele verwijs daarbij naar de beslissing van De Beers om Lightbox, een lijn van juwelen met diamanten die in het laboratorium werden vervaardigd, te lanceren. “Dat heeft de categorie meer aanvaardbaar gemaakt bij het grote publiek,” zegt de diamant-specialiste. Boele benadrukt dat de kunstdiamant in de handel van kleine stenen al belangrijke uitdagingen heeft gecreëerd, maar dat probleem zal zich volgens haar in de toekomst waarschijnlijk ook uitbreiden naar de markt van de grote stenen. Ze wijst er daarbij op dat de prijs van de grote diamanten met een dubbele bedreiging wordt geconfronteerd.

“Dankzij de verbeterde mijnbouwprocessen kunnen er grotere diamanten worden gevonden, waardoor bij het publiek de perceptie wordt gecreëerd dat de stenen minder zeldzaam zijn geworden,” verduidelijkt Boele. “Daarnaast hebben technologische verbeteringen ertoe geleid dat ook de fabrikanten van kunstmatige diamanten grotere exemplaren op de markt kunnen aanbieden.” Volgens Boele kunnen de producenten van natuurlijke diamanten van drie strategieën gebruik maken om hun overlevingskansen te vergroten. De experte wijst er daarbij dat de producenten zouden kunnen trachten hun mijnbouwactiviteiten te versnellen om de resterende voorraden boven te halen voor de prijs en vraag dalen.

“Daarnaast kunnen ze ook stoppen met de zoektocht naar nieuwe mijnen, want de hoge exploratiekostenzullen waarschijnlijk niet meer kunnen worden gecompenseerd door de inkomsten uit de toekomstige verkopen van de natuurlijke diamanten,” benadrukt Boele. “Ten slotte kunnen de fabrikanten zelf in de kunstmatige productie stappen. Daarbij kunnen ze een zelfstandige activiteit opstarten, maar ook kunnen er samenwerkingsverbanden worden gesloten met fabrikanten van het artificiële product.”

Lees Verder

Posted in handel, industrie | Reacties uitgeschakeld voor Kunstmatige diamant mag zich aan sterke groei verwachten

Bedrijfsleven wil dat Europa nulemissies introduceert

Posted by managing21 on 26th november 2018

De Europese Unie moet de uitstoot van broeikasgassen tegen het midden van deze eeuw tot nul herleiden. De regio moet zijn klimaatambities verbeteren om ook op kortere termijn aan de Akkoorden van Parijs te voldoen. Dat zegt een brief van de organisatie B Team, ondertekend door de chief executives van grote bedrijven zoals Unilever, Allianz, Engie en Electricité de France (EdF) en geadresseerd aan Miguel Arias Canete, Europees commissaris voor klimaatactie. In de brief wordt Canete aangespoord om ervoor te zorgen dat de klimaatstrategie van de Europese Commissie tegen het midden van deze eeuw ook een scenario met een zero-uitstoot omvat.

Hoewel de Europese Commissie door het Europees Parlement en tien landen van de Europese Unie werd opgeroepen om een optie voor nulemissies in zjn strategie op te nemen, bestaat hierover nog steeds geen 100 procent zekerheid. De brief waarschuwt Canete dat het bedrijfsleven onmogelijk zal kunnen functioneren in een wereld die volgens de huidige inschattingen tegen het einde van deze eeuw minstens drie graden Celsius warmer zal zijn geworden, terwijl de Akkoorden van Parijs de opwarming van de aarde tot anderhalf of twee graden Celsius willen beperken.

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties heeft al gewaarschuwd dat elke opwarming van meer dan anderhalve graad Celsius verwoestende gevolgen zal hebben. In de brief benadrukken ondernemers zoals Richard Branson (Virgin), Paul Polman (Unilever) en Emmanuel Faber (Danone) dat de verliezen door inactiviteit groter zullen zijn dan de kosten van investeringen in mogelijke oplossingen. Roland Jöbstl, beleidsverantwoordelijke van het European Environmental Bureau, vertelt dat Europa jaarlijks 13 miljard aan klimaatschade lijdt. Volgens hem moet elk staatshoofd en elke minister van financiën de rekening kunnen maken.

Lees Verder

Posted in industrie, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Bedrijfsleven wil dat Europa nulemissies introduceert

Bedrijven hebben belangrijke impact op gentrificatie

Posted by managing21 on 24th november 2018

De introductie van grote bedrijven in een regio kan een grote impact hebben op de samenstelling van de lokale gemeenschappen. Die invloed zal zich vaak in gentrificatie uiten. Dat zegt Alexandra Staub, professor stedenbouw aan de Pennsylvania State University, naar aanleiding van de beslissing van het ecommerce-bedrijf Amazon om in New York en Washington nieuwe belangrijke vestigingen te openen. Professor Staub merkt op dat deze bedrijven voor die beslissingen vaak belangrijke tegemoetkomingen krijgen van de lokale autoriteiten voor hun bijdrage aan de economie, terwijl er volgens hem naar een bredere impact op de maatschappij.

“Wanneer grote bedrijven naar een gebied verhuizen, verkondigen politici vaak dat de onderneming nieuwe banen zal creëren, de fiscale inkomsten zal verhogen en economische groei zal garanderen,” zegt professor Staub. “Dat is een van de redenen waarom lokale overheden fiscale stimulansen aanbieden aan bedrijven die bereid zijn te verhuizen. De komst van Amazon naar New York en Washington volgt datzelfde patroon. In New York opent het bedrijf een kantoor in Long Island City, rechtover Manhattan, op een locatie die grenst aan het woongebied met het laagste inkomen van het hele land en waar het mediane gezinsinkomen ruim onder het federale armoedeniveau blijft.”

“Volgens de politici zal die bevolking profiteren van de komst van Amazon,” zegt Alexandra Staub. “In werkelijkheid moet worden vastgesteld dat een dergelijke beweging, waarbij vooral hoogopgeleide specialisten zijn betrokken, meestal tot gentrificatie leidt. De betrokken wijk kent weliswaar een economische ontwikkeling en ziet ook de prijzen van zijn onroerend goed stijgen. De armere bevolking wordt door de gestegen levensduurte echter gedwongen te vertrekken wordt vervangen door een rijkere populatie. Dat probleem wordt echter gemotiveerd door het utilitarisme, waarbij gestreefd wordt naar de beste levensvoorwaarden voor de samenleving als geheel.”

“Wat echter in dergelijke overwegingen wordt gemist, zijn de maatschappelijke kosten,” beklemtoont professor Staub. “Het utilitarisme houdt geen rekening met de verstoorde levens van de individuen die moeten vertrekken of met een gebrek aan toegang tot de superieure diensten die door de nieuwe situatie kunnen worden geboden. Wanneer bij dergelijke operaties geen voorwaarden of beperkingen worden opgelegd, kan de gentrificatie meestal volop bloeien. De grotere gemiddelde welvaart is niet het gevolg van verbeterde levensomstandigheden voor de originele bewoners, maar is wel te danken aan het feit dat de armste bevolkingsgroepen zijn moeten vertrekken.

“Onderzoek naar gentrificatie is de voorbije periode verschoven van de arme bevolking die is moeten vertrekken, naar de rijkere middenklasse die zich in de buurt is komen vestigen,” aldus Staub. “Daarbij wordt de focus gelegd op concepten zoals competitieve vooruitgang en regeneratie, revitalisering en renaissance. Onder meer stedenbouwkundige Richard Florida benadrukte dat steden met een grote boheemse bevolking van kunstenaars en intellectuelen een economische bloei kennen. Florida had het over een creatieve klasse die verantwoordelijk is voor het economische succes van een stad.”

“Stadsbesturen grepen de ideeën van Florida al snel aan om hun eigen projecten voor stadsvernieuwing te promoten,” beklemtoont Staub. “Wanneer wetenschappers en stadsbesturen zich op de nieuwkomers focussen, wordt de ontheemde arme klasse twee keer vergeten. Niet alleen worden ze weggeduwd uit een locatie die ze ooit hun thuis hebben genoemd, maar bovendien verdwijnen ze, op enkele uitzonderingen, ook uit de bekommernissen van het stedelijk beleid. Een dergelijke operatie moet ook een plan voor de armere bevolkingsgroepen en arbeidersklasse omvatten. Gentrificatie heeft ook een ethisch aspect, waarbij gedacht moet worden aan de bevolking die met de zwaarste kost wordt opgezadeld.”

Lees Verder

Posted in immobiliën & constructie, industrie, management, politiek | Reacties uitgeschakeld voor Bedrijven hebben belangrijke impact op gentrificatie

Overstappen naar zelfstandig statuut in crisisperiode niet altijd opportuun

Posted by managing21 on 8th mei 2018

De financiële crisis ging in Griekenland gepaard met massale ontslagen, maar een aantal slachtoffers besliste daarop om de stap naar de zelfstandigheid te zetten. Dat volgens de Griekse krant Kathimerini echter niet altijd een groot succes gebleken. Gewag wordt gemaakt van een moeilijke en riskante keuze. Uit cijfers van het Griekse commercieel register blijkt volgens de krant dat de voorbije zes jaar in totaal 39.432 bedrijven zijn opgericht en weer verdwenen. Daarmee vertegenwoordigen deze beginnende ondernemingen ongeveer 20 procent van de totale stopzettingen die tijdens die periode moesten worden genoteerd.

De financiële crisis heeft het Griekse bedrijfsleven verplicht om een zware sanering door te voeren. Er werden massale ontslagen doorgevoerd en een meerderheid van de getroffen werknemers bleek ook geen uitzicht op een nieuwe baan te hebben. Ook met de steun van de sociale zekerheid bleek het echter vaak niet mogelijk om nog op een degelijk inkomen te kunnen rekenen. Daarom beslisten een aantal ontslagen werknemers om op eigen kracht een nieuwe economische activiteit uit te bouwen. Maar voor velen bood dat volgens de cijfers van het Griekse commercieel register niet altijd een zekerheid op succes.

Het grootste deel van de mislukte commerciële activiteiten is gesitueerd in de voedingssector en de horeca. In die sectoren verdwenen in totaal 6.225 ondernemingen. Dat vertegenwoordigde 15,7 procent van alle stopzettingen. Ook in de retail moesten 4.731 ondernemingen hun activiteiten al snel na de oprichting opnieuw stopzetten. De cijfers tonen aan dat bij de keuze voor een zelfstandige onderneming vooral gekeken werden naar fastfood, horeca en retail of naar activiteiten die zich richten op behoeften – zoals de verkoop van brandhout – die als een gevolg van de crisis aan de oppervlakte kwamen.

Ook de sector van de zonnepanelen zag een belangrijke instroom van nieuwe bedrijven. Van alle bedrijven die de voorbije zes jaar werden opgericht en weer opgedoekt, bleek 80 procent tot de groep van de zelfstandigen te behoren.

Lees Verder

 

Posted in handel, industrie, voeding & horeca | Reacties uitgeschakeld voor Overstappen naar zelfstandig statuut in crisisperiode niet altijd opportuun