De markt voor beursintroducties kent wereldwijd sterke verschillen. Terwijl de Verenigde Staten en Azië een bloeiperiode beleven, blijft Europa achter. De oorzaken van dat fenomeen liggen in het lange en onzekere proces dat in Europa met beursintroducties gepaard gaan, de voorkeur van private-equityfirma’s voor zekerdere fusies en overnames en een tekort aan bedrijven die voldoen aan de hoge eisen van de publieke markt. Grote Europese bedrijven kiezen dan ook vaker voor een notering op de Amerikaanse beurs, al wordt aangetoond dat kwalitatieve bedrijven ook in Europa succesvolle beursintroducties kunnen realiseren.
Tot nu toe dit jaar werd in Noord-Amerika bij beursintroducties een bedrag 17,7 miljard dollar, gespreid over 153 deals, opgehaald, terwijl Europa slechts 5,5 miljard dollar uit 57 beursintroducties kon halen. Deze kloof is ook wereldwijd zichtbaar. “Azië is dit jaar ongelooflijk actief geweest en vormt een echte motor voor beursintroducties”, getuigde Tommy Rueger, hoofd Equity Capital Markets (ECM) bij UBS Group. “Er zijn in Europa wel enkele pockets van kracht en we verwachten dat de activiteit de rest van dit jaar en in 2026 zal versnellen, maar tot nu toe wordt de activiteit van beursintroducties gedomineerd door Noord-Amerika en Asia-Pacific.”
Typisch voor het fenomeen is de beursgang van het Zweedse bedrijf Klarna, dat voor een notering in New York koos. De gezondheid van de Europese markt voor beursintroducties leidt bij vele partijen in de regio – beurzen, investeringsbanken, adviseurs, financiële media en geïnteresseerde bedrijven – tot bezorgdheid. Een belangrijke frustratie is daarbij de lengte en onvoorspelbaarheid van het pad naar een beursnotering in volatiele markten.
“Beursintroducties vergen in Europa een vrij lang en tijdens dat proces lopen de betrokken bedrijven een aanzienlijk marktrisico,” betoogt Jonathan Murray, analist bij het Japanse beurshuis Mizuho. “Een beursgang kan vaak tussen de drie en twaalf maanden duren, afhankelijk van de voorbereiding van het bedrijf. In deze periode kan een deal alsnog ontsporen door brede marktschommelingen of een plotselinge daling van aandelen van een concurrent, wat investeerders kan afschrikken en waarderingsfactoren van de ene op de andere dag kan veranderen.”
Terwijl de beurzen in de Verenigde Staten, China en Japan nieuwe hoogten bereiken, blijft Europa hangen in een zijwaartse range. De Europese beurzen herstellen zich wel van eerdere dalingen, maar tonen niet genoeg kracht om echt nieuwe hoogtes te bereiken. Dat maakt de Europese regio voor investeerders minder aantrekkelijk vergeleken met markten die duidelijk wél in een stijgende trend zitten.
Daarnaast heeft Europa ook weinig beursgenoteerde bedrijven die van de huidige wereldwijde hype rond kunstmatige intelligentie – in tegenstelling tot de Verenigde Staten, waar concerns zoals Nvidia en Microsoft de beurs opstuwen – profiteren. Verder wordt Europa ook door geopolitieke onzekerheden – zoals de oorlog in Oekraïne, energieafhankelijkheid en spanningen rond handel en regelgeving – zwaarder getroffen.
Voor private-equityfirma’s – die een aanzienlijk aandeel van Europese bedrijven naar de beurs begeleiden – is de zekerheid van een fusie of overname vaak aantrekkelijker dan het risico van een beursgang die op het laatste moment kan mislukken. Dit geldt vooral voor sponsors die bij een beursintroductie niet volledig uitstappen en daarom sterk bezorgd zijn over de prestaties van het aandeel op de secundaire markt.
Sommige bankiers wijzen erop dat ook een tekort aan geschikte bedrijven die klaar zijn voor publieke controle, een oorzaak kan zijn voor het lage aantal Europese beursintroducties. “De markten blijven selectief over bedrijven die voor een beursnotering in aanmerking zouden kunnen komen”, zegt Luca Erpici, analist bij Jefferies. “We zitten niet meer met de oververhitte dagen die in 2021 konden worden opgemerkt. Er is duidelijk sprake van een kwaliteitsfilter. De lat ligt nog steeds hoog, maar tijdens het vierde kwartaal van dit jaar kunnen enkele grote deals worden verwacht. Er wordt ook een sterke pijplijn voor 2026 en 2027 uitgebouwd.”
“De kwaliteitsfilter verklaart mede waarom de pijplijn van beursintroducties vanuit private equity is vertraagd”, verduidelijkt Erpici. “Er bestaat geen vooroordeel tegenover private equity, maar veel bedrijven uit die portefeuilles zijn niet geschikt voor de publieke markten, die consistente prestaties kwartaal na kwartaal verwachten. Bedrijven die dit niet kunnen bieden, zijn beter af op de private markt.”
Tijdens de eerste helft van dit jaar stonden er wereldwijd 2 procent meer beursintroducties in de pijplijn in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Deze transacties kunnen de volgende zes tot negen maanden worden gerealiseerd. Toch blijven vooral de Verenigde Staten bedrijven en kapitaal aantrekken.
Diepte en liquiditeit
Investeerder Andrejka Bernatova benadrukte dat de dominantie van de Amerikaanse markt wordt geholpen door diepte en liquiditeit. “Er is op de Amerikaanse markt een groot aantal verschillende beleggers – van grote institutionele partijen tot particuliere beleggers – actief, terwijl er ook voldoende kapitaal beschikbaar is om grote emissies te absorberen. Daarnaast kunnen er door een sterke liquiditeit op de Amerikaanse markt gemakkelijk en snel aandelen worden gekocht of verkocht zonder een grote invloed op de prijs te hebben.”
“Europa daarentegen kampt met fragmentarische regelgeving”, stipt Bernatova aan. “Terwijl de Verenigde Staten meerdere beurzen zoals Nyse en Nasdaq kent die allemaal onder één enkel en samenhangend regelgevingskader van de Securities & Exchange Commission (SEC) vallen, creëert een lappendeken van nationale toezichthouders in Europa complexiteit en wrijving, waardoor investeerders en bedrijven worden beperkt.”
Bernatova stelt dat kapitaalintensieve sectoren van de toekomst – zoals artificiële intelligentie en de energietransitie – gedwongen zijn de Amerikaanse markten aan te boren om de vele miljarden dollars te kunnen verzamelen die nodig zijn voor groei. Erpici is het daar grotendeels mee eens, maar benadrukt dat een sterke onderneming zoals Klarna overal een succesvolle beursgang kan realiseren, met inbegrip van de thuismarkt. De keuze van Klarna voor New York was volgens hem vooral een strategische optimalisatie op lange termijn, maar niet omdat een beursgang in Europa onmogelijk zou zijn.