Diepzeemijnbouw genereert aanzienlijke ecologische en economische risico’s
Posted by managing21 on 25th april 2025
Diepzeemijnbouw gaan niet alleen gepaard met aanzienlijke ecologische, sociale en economische risico’s die verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor kustgemeenschappen en kleine eilandstaten, maar zal waarschijnlijk ook voor het bedrijfsleven, waaronder verzekeraars en investeerders, negatieve gevolgen hebben. Dat blijkt uit een studie van de University of British Columbia en de Dona Bertarelli Philanthropy.
Diepzeemijnbouw zal volgens het rapport naar verwachting de negatieve impact op de ecologische indicatoren met 13 procent verhogen. “Dit betekent een bijzonder significante weerslag”, werpt onderzoeksleider Rashid Sumaila, hoogleraar aan het Institute for the Oceans and Fisheries (IOF) en de School of Public Policy and Global Affairs (SPPGA) van de University of British Columbia, op. “Daarbij moet vooral gekeken worden naar de toegenomen kwetsbaarheid van de kust, vervuiling en een verlies aan biodiversiteit.”
“De risico’s die samenhangen met diepzeemijnbouw reiken veel verder dan de loutere milieudegradatie”, werpt Sumaila aan. “De activiteiten vormen een aanzienlijk gevaar voor mariene ecosystemen, kustgemeenschappen en inheemse gemeenschappen, maar vormen ook voor bedrijven, vooral voor de verzekeringssector, een bedreiging.”
“De potentiële aansprakelijkheden die inherent zijn aan de activiteiten van diepzeemijnbouw vereisen een herziening van de huidige verzekeringsmodellen”, verduidelijkt Sumaila. “Onze analyse gaf aan dat de toegenomen risicofactoren zullen leiden tot een gevoelige stijging van de economische risico’s. Daarbij moet rekening worden gehouden met een geschatte toename van 11 procent aan bedreigingen. Onder meer contractbreuk, in de hand gewerkt door de ongunstige impact, kan daarbij een rol spelen. Dit kan grote gevolgen hebben voor verzekeraars.”
De onderzoekers wijzen erop dat de klimaatverandering – onder meer door een stijgende zeespiegel, meer frequente orkanen en extreme weersomstandigheden – de verzekeringsmarkt in kustgebieden al heeft verstoord. “Denk bijvoorbeeld aan locaties zoals Florida, waar de kust steeds kwetsbaarder wordt voor orkanen, een stijgende zeespiegel en overstromingen”, verduidelijken de wetenschappers. “Verzekeraars trekken zich uit deze risicogebieden terug. Als het overstromingsrisico in een regio met 11 procent stijgt, zou dat op verzekeraars een afschrikwekkend effect hebben. Dat is ook bij de impact van diepzeemijnbouw het geval.”
“We hebben ook de onverwachte impact van rampen met olie of gas op het mariene milieu ervaren”, stippen de onderzoekers nog aan. “Het ongeval met de olietanker Exxon Valdez in Alaska in 1989 had verwoestende gevolgen voor het lokale milieu en leidde ertoe dat Exxon miljarden dollars aan schoonmaakkosten en schadevergoedingen moest betalen. De ramp met het boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico in 2010 wordt bestempeld als een van de grootste milieurampen in de wereldgeschiedenis en heeft ook nu nog steeds gevolgen voor het gebied. Bovendien heeft British Petroleum (BP), de uitbater van Deepwater Horizon, door de ramp miljarden dollar economische kosten moeten dragen. Omwonenden blijven ook lijden onder aanhoudende gezondheidsproblemen.”
Kleine eilandstaten
“De rampen met de Exxon Valdez en Deepwater Horizon gebeurden in ontwikkelde landen”, werpen de onderzoekers op. “Op kleine eilandstaten, die zich dichter in de nabijheid bevinden van de gebieden waar diepzeemijnbouw zou worden gestart, kan die invloed wellicht nog veel groter zijn. Veel eilandstaten krijgen onder de invloed van de klimaatverandering al te maken met een uittocht van particuliere verzekeraars. De klimaatverandering heeft immers tot hogere risicoscores geleid. Een dekking door een verzekeraar is daardoor extreem duur of zelfs helemaal onbeschikbaar geworden.”
“Het vertrek van de particuliere verzekeraars dwingt de overheden vaak om staatsgesteunde verzekeringen met een beperkte dekking aan te bieden. In een dergelijk scenario kan een hoge risicoscore een negatieve invloed hebben op de kredietwaardigheid van een land, waardoor de kredietkosten stijgen. Dit maakt het voor kleine eilandstaten moeilijker om internationale financiering te verkrijgen om infrastructuurprojecten op te zetten of plannen voor een adaptatie aan de klimaatverandering te realiseren.”
“Visserij en toerisme – voor veel kleine eilandstaten belangrijke economische sectoren – zijn eveneens rechtstreeks met de stabiliteit van het leefmilieu verbonden. Indien de risicoscores stijgen als gevolg van klimaatbedreigingen of een aantasting van het ecosysteem door diepzeemijnbouw, kunnen bedrijven verliezen lijden. Dit kan op zijn beurt leiden tot instabiliteit van de werkgelegenheid, ontmoediging van investeringen, beperkingen op de financiële groei en economische instabiliteit.”
Professor Sumaila wijst er daarbij op dat de geplande activiteiten op het gebied van diepzeemijnbouw momenteel in grote mate op de Clarion-Clipperton Zone in de Stille Oceaan. “Deze zone is wereldwijd een van de belangrijkste gebieden voor de tonijnvisserij”, voert hij aan. “De stijgende oceaantemperatuur zorgen er nu al voor dat verscheidene tonijnsoorten oostwaarts migreren, waardoor de vangst binnen de exclusieve economische zones van de eilandstaten in de Stille Oceaan afneemt. Deze landen zouden daarbij tegen 2050 een potentieel economisch verlies van mogelijk 140 miljoen dollar per jaar moeten vrezen.”
“Diepzeemijnbouw kan sedimentpluimen, geluidsoverlast en lichtvervuiling veroorzaken en kan leiden tot het lozen van water met hogere concentraties metalen”, geeft professor Sumaila aan. “Dit kan de habitats van tonijn verstoren en hun migratiepatronen veranderen, wat een verwoestend effect zou hebben op de duurzaamheid van de tonijnvisserij en de economische veerkracht van de eilandstaten.”
De studie pleit voor een verschuiving naar strategieën voor een circulaire economie, zoals een verbeterde recycling en een stedelijke mijnbouw, die duurzame alternatieven voor diepzeemijnbouw zouden kunnen bieden. “Deze benaderingen zouden de risico’s voor alle betrokken partijen kunnen verminderen”, benadrukken de wetenschappers. “Het zou immers mogelijk zijn om de ecologische en economische onzekerheden van de diepzeemijnbouw te verminderen.”
Professor Sumaila wijst er nog op dat recent een proces is ontwikkeld om bijna al het lithium uit gebruikte accu’s van elektrische voertuigen te recycleren. “Dit is een voorbeeld van een alternatieve technologie die zouden helpen voldoen aan de groeiende vraag naar cruciale materialen en tegelijkertijd de ecologische en sociale risico’s van de activiteit drastisch zouden kunnen verminderen”, beklemtoont hij.
“Circulaire oplossingen kunnen de efficiëntie in het gebruik van hulpbronnen maximaliseren, de levenscyclus van materialen verlengen en het hergebruik van gebruikte metalen bevorderen. Deze aanpak zal niet alleen de vraag naar nieuwe mineralen verminderen, maar zal ook de hoeveelheid afval minimaliseren. Dit zal helpen om de totale ecologische voetafdruk van het grondstoffenverbruik aanzienlijk verminderen.”
Meer over dit onderwerp:
- Diepzeemijnbouw vormt een bedreiging voor mariene cultureel erfgoed
- Vedanta Resources overweegt beursnotering in de Verenigde Staten
- Eliminatie beschermde mariene gebieden ook voor visserij probleem
- Revival steenkoolontginning is ook op gezondheidsvlak een probleem
- Europese Unie denkt aan versoepeling regelgeving methaanuitstoot
- Chinese exportbeperkingen stimulans voor Amerikaanse ontginning cruciale mineralen
- Donald Trump geeft vergunning voor kopermijn Rio Tinto op heilig land Apaches
- MP Materials zendt niet langer Amerikaanse zeldzame metalen naar China
- Impact diepzeemijnbouw zal vele decennia zichtbaar blijven
- Diepzeemijnbouw kan blauwdruk leveren voor ontginning maanbodem
Posted in grondstoffen | Reacties uitgeschakeld voor Diepzeemijnbouw genereert aanzienlijke ecologische en economische risico’s