YouTube reclameleverancier voor Super Bowl
Posted by managing21 on januari 31st, 2007
Het YouTube-effect is nu ook doorgesijpeld tot de Super Bowl, de hoogmis van de Amerikaanse reclamewereld. Voor de eerste keer in de geschiedenis zullen tijdens de uitzendingen van de wedstrijd tenminste vier reclamespots getoond worden die niet door reclamebureau’s, maar internetgebruikers zijn ontworpen en gemaakt. De wedstrijd wordt zondag gespeeld tussen de Indianapolis Colts de Chicago Bears.
“Voor adverteerders betekent consumer-created content een enorme kostenbesparing,” stipt The Washington Post aan. “Een traditionele Super Bowl-spot kost meer dan 1 miljoen dollar en de prijs voor de meest dure spot kan oplopen tot 2,6 miljoen dollar. Een reclamespot van een amateur, kost niet meer dan de prijs van een vliegtuigticket en een toegangsticket voor de wedstrijd.”
Eventueel komen daar ook nog wat postproductie-kosten bij om de spot wat bij te schaven. Voor de makers is een dergelijke reclamespot vooral een middel om zich in de kijker te zetten en eventueel een carrière in de reclamewereld een snelle start te geven. Toen Super Bowl-adverteerder Dorito een wedstrijd uitschreef voor een reclamespot, kreeg het bedrijf prompt 1.060 voorstellen binnen.
Eén van de winnaars was Weston Phillips (22) uit North Carolina. De productie van zijn reclamespot, waarin twee vrienden optreden, kostte 12,79 dollar. Phillips heeft een klein reclamebedrijfje en was vooral geinteresseerd in de 10.000 dollar beloning die Dorito had uitgetrokken voor de winnaars. De reclamespot heeft inmiddels al ruime aandacht gekregen op het internet.
Net zoals Dorito, heeft ook General Motors voor zijn Chevrolet-reclamespots dit jaar beroep gedaan op amateurs. Uit 820 studentengroepen werden vijf kandidaten weerhouden om de spot te ontwerpen. Vervolgens werden ze tijdens hun creatief proces gefilmd, wat het geheel volgens The Washington Post een behoorlijk Big Brother-gehalte geeft. “We kunnen niet meer rond deze consumer-generated reclame,” aldus Chevrolet-manager Ed Peper.