Hollywood had op andere stimulansen voor eigen filmindustrie gerekend
Posted by managing21 on mei 6th, 2025
De Verenigde Staten moeten een invoerheffing van 100 procent opleggen aan bioscoopfilms die uit het buitenland worden geïmporteerd. Dat heeft de Amerikaanse president Donald Trump aangekondigd. De ingreep moet volgens Trump de Amerikaanse filmindustrie nieuw leven inblazen. Maar de sector had daarbij zelf op een andere ondersteuning gerekend.
Donald Trump heeft aangekondigd dat hij een invoerheffing van 100 procent zal opleggen aan alle films die in het buitenland worden geproduceerd en op de Amerikaanse markt worden aangeboden. Daarmee breidt de Amerikaanse president zijn handelsoorlog naar de bioscoopsector uit om naar eigen zeggen een snelle dood van de entertainmentindustrie in Hollywood te voorkomen.
De Amerikaanse filmindustrie wordt volgens Trump met een dreigende teloorgang geconfronteerd. “Andere landen bieden allerlei stimuleringsmaatregelen om onze filmmakers en studio’s uit de Verenigde Staten weg te lokken”, benadrukte de Amerikaanse president op zijn digitale platform Truth Social. “Hollywood en vele andere gebieden in de Verenigde Staten worden hierdoor verwoest.”
De filmindustrie uit Los Angeles heeft de voorbije jaren een toenemende concurrentie opgemerkt van andere Amerikaanse staten en landen zoals Canada en het Verenigd Koninkrijk, die immers met diverse incentives filmmakers probeerden aan te moedigen producties in hun territorium op te zetten.
Gavin Newsom, de democratische gouverneur van Californië, had voorgesteld om de filmproductie in de Amerikaanse staat met belastingvoordelen te ondersteunen. Trump overweegt in plaats daarvan naar invoerheffingen te grijpen om de internationale concurrentie te dwarsbomen. Trump benadrukte dat hij het Amerikaanse ministerie van handel en de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger zou machtigen om onmiddellijk te beginnen met de introductie van een heffing van 100 procent op alle films die in het buitenland worden geproduceerd.
Trump benadrukte daarbij opnieuw films te willen die in de Verenigde Staten worden gemaakt. Hoewel de Amerikaanse president de ingrijpende heffingen op de invoer van een breed scala aan producten die in het land worden ingevoerd tot de maand juli heeft opgeschort – waardoor zijn ambtenaren de tijd krijgen om te proberen met landen over de hele wereld handelsovereenkomsten te sluiten – heeft hij de invoerbelastingen op een aantal specifieke sectoren, zoals de automobielindustrie en farmaceutische producten, gehandhaafd. Over de specifieke heffingen voor de filmindustrie was nog geen duidelijkheid gecreëerd.
Belastingvoordelen
Ook in de filmindustrie zelf proberen acteurs en leidinggevenden de filmproductie opnieuw naar de Verenigde Staten te brengen. Er wordt al jaren aan het beleid naar incentives gevraagd om de uittocht van de productie van films naar andere landen te stoppen. Maar daarbij werd niet voor de introductie van invoerrechten voor buitenlandse productie gepleit, maar werd wel gevraagd om aan lokale projecten belastingvoordelen toe te kennen.
“Het is niet duidelijk op welke manier een heffing zou kunnen worden toegepast op intellectueel eigendom zonder een specifieke geldwaarde”, voerden managers in de entertainmentindustrie aan. “Bovendien moet gevreesd worden dat vergeldingsmaatregelen onze belangen in het buitenland – waar films met een aanzienlijk budget vaak het grootste deel van hun inkomsten genereren – zouden schaden.”
Acteurs en crewleden zien hun kansen op werk in de Verenigde Staten al jaren slinken omdat andere landen royale belastingvoordelen bieden en lagere arbeidskosten hebben, wat vele studio’s motiveert om een delocalisatie te overwegen. De meest succesvolle film van dit jaar – A Minecraft Movie – werd in Canada opgenomen. Het nieuwe vervolg op Mission Impossible werd volledig in het Verenigd Koninkrijk en op andere buitenlandse locaties volledig opgenomen.
Gedurende het grootste deel van de twintigste eeuw werden Amerikaanse films vooral opgenomen in Los Angeles, waar eeuwenoude studio’s en nieuwe streamingbedrijven nog steeds gevestigd zijn. Maar de voorbije decennia hebben royale belastingvoordelen de bedrijven uit de sector gemotiveerd om te filmen waar de kosten het laagst zijn.
Landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Canada subsidiëren in feite elke uitgave die wordt gedaan voor het inhuren van cast en crew, het huren van podia en het uitvoeren van visuele effecten. Vooral Londen is voor Hollywood-producties – dankzij de belastingvoordelen, een uitgebreide infrastructuur, Engelstalige crews – een bloeiend centrum geworden. Onder meer de Marvel Studios, eigendom van Disney, neemt daar twee sequels uit de reeks Avengers op. Een groeiend aantal films wordt ook in regio’s zoals Oost-Europa, waar op lagere personeelskosten beroep kan worden gedaan, opgenomen.
Het bedrag dat vorig jaar in de Verenigde Staten aan filmproducties en televisieprogramma’s met budgetten van meer dan 40 miljoen dollar werd uitgegeven, daalde volgens het onderzoeksbureau ProdPro met 26 procent ten opzichte van twee jaar voordien. Tegelijkertijd liet de markt in het Verenigd Koninkrijk en Canada een stijging optekenen, hoewel geen van beide landen de Verenigde Staten heeft ingehaald.
Verschillende Amerikaanse staten bieden ondertussen hun eigen belastingvoordelen voor filmproducties. Een daarvan is Georgia, waar de onlangs uitgebrachte film Thunderbolts van Marvel werd opgenomen. Als gevolg hiervan daalde het aantal dagen dat films, televisieseries en reclames in Los Angeles werden opgenomen in het eerste kwartaal van dit jaar met 22,4 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Inmiddels heeft acteur Jon Voight gezegd te werken aan talloze plannen om de Amerikaanse filmproductie te stimuleren, hoewel hij weigerde details te geven. Voight werd door in januari door Trump tot speciaal ambassadeur in Hollywood benoemd. Hij voegde eraan toe met de Amerikaanse president te bespreken op welke manier de activiteit in Hollywood het best kan worden gestimuleerd.
Schadelijk voor Verenigde Staten
Verscheidene analisten waarschuwden dat Amerikaanse heffingen op films die in het buitenland worden gemaakt, verwoestend zouden kunnen zijn voor grote Hollywood-productiecentra in landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Maar tegelijkertijd wordt opgemerkt dat ook de Amerikaanse filmindustrie en de Amerikaanse bioscoopketens hard zouden worden getroffen, waarbij studio’s waarschijnlijk veel hogere kosten zullen moeten dragen en consumenten te maken kunnen krijgen met hogere ticketprijzen.
Analisten hadden echter ook vragen over de manier waarop de heffingen in de praktijk zou kunnen werken, aangezien films nu vaak wereldwijd op streaming-platforms worden gedistribueerd en geen fysiek product zijn dat de grens overgaat wanneer ze in Amerikaanse bioscopen worden vertoond. De analisten benadrukten tevens dat vrije handel voor de wereldwijde filmindustrie enorm economisch belangrijk is voor de Verenigde Staten, waar arbeid en faciliteiten duurder zijn. “Aangezien het meeste geld buiten de Verenigde Staten wordt verdiend, zouden wederzijdse tarieven enorm schadelijk zijn”, waarschuwden ze.
“De sector van de Amerikaanse film en televisie genereerde twee jaar geleden een handelsoverschot van 15,3 miljard dollar op een export van 22,6 procent”, benadrukte de Motion Picture Association. “De industrie heeft een groter handelsoverschot dat de telecommunicatie, het transport, de gezondheidszorg en de verzekeringssector.”
Toch hebben de Verenigde Staten de voorbije twee decennia in een wereldwijde strijd met landen in Europa en Azië terrein verloren om filmmakers aan te trekken met royale belastingvoordelen die een ??deel van de productiekosten kunnen compenseren. Het voorbije jaar daalde de productie in Groot-Los Angeles met 5,6 procent. Alleen in 2020 werden er nog minder opnames gemaakt. Toen werd de sector echter getroffen door de wereldwijde covid-pandemie.
In het Verenigd Koninkrijk kon de productie vorig jaar daarentegen een stijging met een derde tot 5,6 miljard pond melden. Daarbij was bijna twee derde van de totale uitgaven aan Britse filmproducties van vijf grote Amerikaanse studies en drie grote Amerikaanse streaming-platforms – Netflix, Apple en Amazon – afkomstig. Californië biedt de productie van films en televisie zelf een belastingvoordeel van 330 miljoen dollar per jaar. Gavin Newsom, gouverneur van Californië, wil dat bedrag echter tot 750 miljoen dollar per jaar uitbreiden.
Meer over dit onderwerp:
- Whoopy Goldberg hekelt invoerheffingen van Donald Trump
- Vakbond Teamsters achter Trump over heffingen voor buitenlandse films
- Britse filmindustrie noemt invoerheffingen Trump onwerkbaar
- Trump zwakt verklaringen over invoerheffingen op buitenlandse films af
- Hollywood rekent op levenslijn van Amerikaanse regering
- Internationale inkomsten Netflix vorig jaar 11 procent gestegen
- Reclame-inkomsten YouTube met 10,3 procent gestegen
- Filmwereld hoopt met blockbusters op recordzomer
- Californië stelt 7,5 miljard dollar subsidies voor filmindustrie voor
- Bioscoopeigenaar Cinemax boekt 39 miljoen dollar kwartaalverlies