Pacifistisch Japan kan belangrijk wapenexporteur worden
Posted by managing21 on augustus 14th, 2025
Japan, dat decennialang gold als een pacifistische natie met strenge beperkingen op wapenexport, zet een historische stap naar de wereldwijde defensiemarkt. Het Japanse bedrijf Mitsubishi Heavy Industries mag immers een vloot fregatten leveren aan Australië. Hiermee lijkt Japan zijn positie als opkomende wapenexporteur – in een geopolitiek klimaat dat door toenemende spanningen en krappe internationale wapenvoorraden wordt gekenmerkt – te verstevigen.
Analisten waarschuwen echter dat de Japanse beperkingen op het gebied van productie en personeel zal moeten overwinnen om zich te bewijzen als geloofwaardig alternatief voor Amerikaanse, Europese en Zuid-Koreaanse defensiebedrijven. Het fregattencontract van 6,5 miljard dollar dat recent tussen Japan en Australië werd afgesloten, zou sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog de eerste internationale verkoop zijn van een volledig Japans defensieplatform met offensieve capaciteiten.
Het contract moet dienen als een model voor de toekomstige export van Japanse oorlogsschepen, raketten en radarsystemen. “Dit contract betekent voor Japan een grote doorbraak,” beklemtoonde Hirohito Ogi, onderzoeker bij het Institute of Geoeconomics. “Het zal Japanse defensiebedrijven extra motiveren om internationaal nieuwe wapencontracten na te streven.”
Het succes van Mitsubishi Heavy Industries valt samen met wereldwijd stijgende defensiebudgetten, aangejaagd door conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten, samen met pogingen van bondgenoten van Verenigde Staten in de Indo-Pacific om hun legers te versterken tegenover de groeiende macht van China.
Japan staat momenteel alleen export van dodelijke wapens toe indien het ontvangende land niet betrokken is bij een actief conflict. In 2014 hief Japan een zelfopgelegd verbod op bijna alle wapenexporten op. Dat verbod, dat sinds de late jaren zestig van kracht was, had de technologisch sterke Japanse industrie beperkt tot leveringen voor de zelfverdediging van het land. Grote contracten bleven echter uit, vooral nadat Japan in 2016 een Australisch duikbootproject ter waarde van 35 miljard dollar aan Frankrijk verloor.
Volgens Ogi is het verschil nu echter dat de huidige internationale wapenmarkt wordt gekenmerkt door een gebrek aan productiecapaciteit. “De Verenigde Staten kunnen niet voldoen aan alle vragen die hun bondgenoten op militair gebied hebben”, voeren experts aan. “Tegelijkertijd had Japan de capaciteit beschikbaar die Australië op dit ogenblik nodig had.” Daarbij wordt er opgemerkt dat Mitsubishi Heavy Industries onder meer fregatten met een grotere actieradius en een hogere vuurkracht kon leveren dan zijn Duitse concurrent Thyssenkrupp.
Japan is daarnaast in beeld voor een samenwerking met het project dat Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten (Aukus) hebben opgezet rond de ontwikkeling van autonome duikboten. Volgens Masashi Murano, analist bij het Hudson Institute, krijgt het fregatten-contract een bredere betekenis omdat Japan en Australië waarschijnlijk ook op het gebied van stealth-technologieën gaan samenwerken.
Politiek gevoelig
Japan ontwikkelt ook al samen met het Verenigd Koninkrijk en Italië een gevechtsvliegtuig dat internationaal verkocht moet worden om ontwikkelingskosten terug te verdienen. Tevens beschikt Japan over geavanceerde raketten voor luchtverdediging en ruimtevaarttechnologie. Ook dit kunnen mogelijke toekomstige exportproducten van de Japanse defensiesector worden.
Toch blijft wapenexport in Japan politiek bijzonder gevoelig. Er is immers grondwettelijk vastgelegd dat het land een pacifistische koers moet varen. Daarbij vormt ook de beperkte productiecapaciteit een belangrijke uitdaging. Japanse wapenfabrikanten kunnen immers mogelijk problemen krijgen om voor de export voldoende producten te leveren.
Dit is een gevolg van het feit dat ook de binnenlandse vraag naar wapens toeneemt. Japan wil immers over twee jaar 2 procent van zijn bruto binnenlands product aan defensie besteden. Op dit ogenblik wordt een niveau van 1,8 procent gehanteerd. Hierdoor zal een groot deel van de productiecapaciteit in eerste instantie voor binnenlands gebruik worden gereserveerd, waardoor minder volumes overblijven voor internationale klanten. De Japanse fabrikanten moeten dan ook hun productie opschalen om zowel aan de binnenlandse vraag als aan exportorders te kunnen voldoen.
Yoshinori Kanehana, topman van Kawasaki Heavy Industries, die onder meer de Chinook-helikopter onder licentie van Boeing bouwt, erkende dat het voor Japanse bedrijven niet gemakkelijk is om de productie op te drijven. Om die groei te kunnen realiseren, is immers bijkomend personeel nodig. Maar de Japanse arbeidsmarkt wordt nu al met een grote krapte geconfronteerd.
“Maar als het land zijn leveringsproblemen kan aanpakken, kan Japan een sterke positie in de wereldwijde wapenindustrie uitbouwen”, werpt Corey Wallace, politiek wetenschapper aan de Kanagawa University, op. “Er zijn veel middelgrote militaire mogendheden die zich geen Amerikaans materieel kunnen veroorloven. Japan heeft hierdoor momenteel een uitgelezen kans om in de wapenexport een belangrijke partij te worden.”