managing21.be

Managing21: een blik op het heden en de toekomst van de economie.

Verenigd Koninkrijk neemt afscheid van  laatste steenkoolcentrale

Posted by managing21 on oktober 3rd, 2024

In het Verenigd Koninkrijk wordt bij de opwekking van elektriciteit niet langer op steenkool beroep gedaan. In Ratcliffe-on-Soar (Nottinghamshire) heeft immers de laatste steenkoolcentrale van het land zijn deuren gesloten. Die gebeurtenis betekent een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk, dat de geboorteplaats was van de energievoorziening door steenkoolcentrales, maar nu de eerste grote economie van de wereld is die van de sector definitief afscheid neemt.

Het Verenigd Koninkrijk was voor zijn energievoorziening 142 jaar lang afhankelijk van steenkool, een fossiele brandstof die een grote luchtverontreiniging veroorzaakt. Geen enkele andere brandstof produceert meer broeikasgassen dan steenkool. Om de impact van de energiesector op de klimaatverandering te verminderen, moet er dan ook op alternatieven worden overgeschakeld.

De centrale van Ratcliffe-on-Soar kon een jaar eerder dan oorspronkelijk voorzien worden gesloten. – Foto: Uniper

Het Verenigd Koninkrijk opende in 1882 de steenkoolcentrale van Holborn Viaduct in Londen, waarmee de straatverlichting in de Britse hoofdstad moest worden gevoed. Holborn Viaduct, gebouwd door uitvinder Thomas Edison, was de eerste steenkoolcentrale van de wereld. Lange tijd zou steenkool in het Verenigde Koninkrijk nagenoeg de enige producent van elektriciteit zijn. In het begin van de jaren negentig van de voorbije eeuw werd steenkool in die productie echter steeds meer door gas worden vervangen, maar zou toch nog twee decennia een cruciaal onderdeel van het Britse elektriciteitsnet blijven.

Nieuwere gascentrales en kernreactoren kregen een grotere functie in de Britse energievoorziening. Het gebruik van de steenkoolcentrales werd steeds duurder. De regelgeving vereiste immers dure upgrades om de vervuiling te verminderen. In 2012 genereerde steenkool in het Verenigd Koninkrijk nog steeds 39 procent van de elektriciteit. Maar naarmate de wetenschap rond klimaatverandering groeide, werd duidelijk dat de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd moest worden verminderd. 

Als de meest vervuilende fossiele brandstof was steenkool daarbij een belangrijk doelwit. In 2008 stelde het Verenigd Koninkrijk zijn eerste wettelijk bindende klimaatdoelen vast en in 2015 maakte Amber Rudd, toenmalig Brits minister van energie en klimaatverandering, bekend dat het land binnen een periode van tien jaar zou stoppen met het gebruik van steenkool.

In 2010 genereerden hernieuwbare energiebronnen in het Verenigd Koninkrijk slechts 7 procent van de elektriciteitsvoorziening. In de eerste helft van dit jaar was dat aandeel al echter tot meer dan 50 procent – een nieuw record – gegroeid. De snelle groei van duurzame energie betekende dat steenkool eerder al voor korte periodes volledig kon worden uitgeschakeld. In 2017 werden in het Verenigd Koninkrijk de eerste steenkoolvrije dagen konden worden gemeld. De groei van hernieuwbare energiebronnen bleek zo succesvol dat de centrale van Ratcliffe-on-Soar al een jaar eerder dan oorspronkelijk voorzien kon worden gesloten.

De centrale van Ratcliffe-on-Soar, uitgebaat door het Duitse energiebedrijf Uniper, werd in 1967 opgestart. Tussen het ogenblik dat Holborn Viaduct in 1882 werd opgestart tot de sluiting van Ratcliffe-on-Soar hebben de Britse steenkoolcentrales volgens de analisten van Carbon Brief 4,6 miljard ton steenkool verbrand. Daarbij werd ook 10,4 miljard ton koolstofdioxide uitgestoten.

Romeinse baden

De afhankelijkheid van Groot-Brittannië van steenkool dateert volgens geschiedkundigen uit de tijd van het Romeinse Rijk. Daarbij wordt opgemerkt dat Romeinse veroveraars mogelijk met mijnbouw zijn gestart in de regio Nettlebridge (Somerset). De gewonnen steenkool moest worden gebruikt als brandstof voor de verwarming van de Romeinse baden en het smeden van ijzer. Maar vooral de industriële revolutie maakte van steenkool een pijler van de opkomende economische macht van Groot-Brittannië.

Dankzij een sterke bevolkingsaangroei kende ook een vraag naar steenkool in de achttiende eeuw een echte explosie. Aanvankelijk had de opkomende Britse mijnbouwindustrie moeite om aan die vraag te voldoen, maar de uitvinding van de stoommachine in 1712 ontsloot het potentieel van de overvloedige reserves van Groot-Brittannië in de steenkoolvelden van centraal Schotland, Zuid-Wales, de Midlands en Noordoost-Engeland.

Britse mijnen werden destijds vaak geteisterd door overstromingen. Maar motoren, aangedreven door steenkool, konden dat water wegpompen, waardoor toegang werd verkregen tot diepere en grotere reserves. Hierdoor kon de ontginning van steenkool sterk worden opgedreven. In het begin van de achttiende eeuw bereikte de Britse mijnbouw een niveau van ongeveer 3 miljoen ton steenkool per jaar. Tegen de jaren dertig van de negentiende eeuw was dat echter al opgelopen tot meer dan 30 miljoen ton per jaar.

In het begin van de negentiende eeuw werd steenkool aangewend voor de aanmaak van stadsgas, dat voor de straatverlichting werd gebruikt en ook diende voor de uitbreiding van de opkomende spoorwegen. In 1882 werd vervolgens de eerste steenkoolcentrale – Holborn Viaduct – in gebruik genomen.

Meer over dit onderwerp: