managing21.be

Managing21: een blik op het heden en de toekomst van de economie.

Archive for the 'milieu' Category

Autonome afvalinzameling onder water komt dichterbij

Posted by managing21 on 18th september 2025

Marien afval vormt wereldwijd een groot milieuprobleem. Binnen het project Seaclear van de Europese Unie ontwikkelde een onderzoeksteam van de Technische Universität München (TUM) een autonome duikrobot die afval kan opsporen en opruimen. Het systeem maakt gebruik van kunstmatige intelligentie die objecten met behulp van sonar en camera’s analyseert, waarna de robot het afval oppakt en naar de oppervlakte brengt. In de haven van de Franse stad Marseille werd de technologie voor het eerst gedemonstreerd.

In talloze havens over de hele wereld halen duikers regelmatig elektrische steps, fietsen, verloren visnetten en oude autobanden uit het water. In Dubrovnik troffen onderzoekers in een gebied van 100 vierkante meter meer dan duizend stukken afval aan. Volgens de Duitse onderzoekers kan autonome afvalinzameling hierin binnenkort echter verandering brengen.

Het systeem van de Technische Universität München bestaat uit een onbemand servicevaartuig met een bijboot, een drone, een kleine onderwaterzoekrobot en een duikrobot. Het servicevaartuig voorziet de onderwaterrobots langs kabels van elektriciteit en dataverbinding. Met behulp van ultrasone golven wordt een grove kaart van de zeebodem gemaakt. Een zoekrobot van ongeveer 50 centimeter lang scant vervolgens efficiënt het gebied. De robot is daarbij in staat om een onderscheid tussen afval en waterleven, zoals vissen en zeewier, te maken.

Op basis van deze informatie duikt de robot, aangedreven door acht miniturbines, naar de plekken waar afval wordt gesignaleerd. De robot grijpt de objecten en plaatst ze met een lier in een autonome bijboot die als een drijvende afvalcontainer dienst doet. “Uit een kosten-batenanalyse blijkt dat het systeem vanaf een diepte van zestien meter rendabel wordt”, benadrukte onderzoeksleider Stefan Sosnowski, professor regeltechniek aan de Technische Universität München. .

De robot is uitgerust met een camera en sonar die ook in troebel water voor oriëntatie zorgen. Het herkennen van afval is complex, omdat er nauwelijks beeldmateriaal bestaat waarmee neurale netwerken kunnen worden getraind. Tot dusver labelden de projectpartners meer dan 7.000 afbeeldingen van objecten die op de zeebodem niet thuishoren. Zodra afval wordt geïdentificeerd, zet de technologie de beelden om in een driedimensionaal model, zodat de robot het object nauwkeurig kan vastgrijpen.

De viervingerige grijper van het systeem kan objecten tot 250 kilogram tillen. Dankzij sensoren wordt de druk aangepast om schade aan het afval, bijvoorbeeld het breken van plastic emmers of het barsten van glazen flessen, te voorkomen. Hoewel de robot autonoom beweegt, blijft hij met een kabel verbonden. Een interne batterij zou slechts twee uur stroom leveren. 

Geraamd wordt dat de oceanen tussen 26 miljoen ton en 66 miljoen ton afval herbergt. Ongeveer 94 procent van dat afval bevindt zich op de zeebodem. De pogingen om afval in zee op te ruimen concentreren zich tot nu toe vooral op materie die op het wateroppervlak drijft. Om het afval op de bodem te bergen, moet momenteel op duikers beroep worden gedaan.

Posted in milieu | Reacties uitgeschakeld voor Autonome afvalinzameling onder water komt dichterbij

Estland opent eerste Europese magneetfabriek voor duurzame transitie

Posted by managing21 on 18th september 2025

Europa heeft een belangrijke stap gezet om haar afhankelijkheid van China voor de levering van zeldzame aardmagneten, cruciaal voor duurzame technologieën. In Narva, gelegen in het noordoosten van Estland, is daarvoor de eerste Europese productiefaciliteit geopend. De fabriek, gebouwd met steun van de Europese Unie, moet jaarlijks magneten leveren voor meer dan een miljoen elektrische voertuigen en duizend offshore windturbines.

De nieuwe fabriek, gebouwd door het Canadees bedrijf Neo Performance Materials, geldt als mijlpaal in de inspanningen van de Europese Unie om haar eigen toeleveringsketen voor kritieke technologieën veilig te stellen. Op dit moment wordt nog 90 procent van de Europese behoefte aan permanente magneten vanuit China geleverd.

“Zeldzame aardmagneten zijn de spil in de Europese transitie naar klimaatneutrale technologieën”, benadrukt Vasileios Tsianos, vicepresident ontwikkeling bij Neo Performance Materials. “Deze materialen zorgen ervoor dat motoren efficiënter kunnen functioneren.”

De fabriek in Narva, aan de grens met Rusland, beschikt over een jaarcapaciteit van ongeveer 2.000 ton magneetblokken. Daarmee kan zij voorzien in de vraag van de Europese automobielindustrie en producenten van windturbines. Het bedrijf combineert zeldzame aardepoeders uit Australië met andere metalen en hanteert complexe processen voor de vervaardiging van de permanente magneten die onmisbaar zijn voor moderne duurzame technologieën.

Het project vertegenwoordigt een investering van 75 miljoen euro, waarvan 14 miljoen euro afkomstig is uit het programma Just Transition Fund van de Europese Unie. Momenteel werken er in de fabriek ongeveer 80 mensen in de fabriek, maar de verwachting is dat dit aantal de volgende jaren kan oplopen tot mogelijk duizend banen.

Narva was decennialang afhankelijk was van de productie van schalie-olie – een van de grootste bronnen van de uitstoot van koolstofdioxide in Estland. De nieuwe fabriek betekent dan ook een keerpunt. In totaal ontvangt de regio 354 miljoen euro uit het Just Transition Fund om de overgang naar klimaatneutraliteit te ondersteunen.

Volgens Katri Raik, burgemeester van Narva, is het project een signaal van vernieuwing, ondanks de kwetsbare ligging van de stad op de grens met Rusland. “Een dergelijke activiteit trekt nieuwe industriële bedrijven aan”, benadrukt Raik. “Natuurlijk dwingt het ons ook om onze beroepsbevolking verder te ontwikkelen.”

Het hoofdkwartier van Neo Performance Materials is gevestigd in Toronto (Canada) en heeft productievestigingen in Canada, China, Estland, Duitsland, Thailand en het Verenigd Koninkrijk. Het bedrijf heeft in Singapore ook een centrum voor onderzoek en ontwikkeling.

Posted in milieu | Reacties uitgeschakeld voor Estland opent eerste Europese magneetfabriek voor duurzame transitie

Japanse treinen rijden steeds vaker op hernieuwbare energie

Posted by managing21 on 17th september 2025

In Japan, een land met beperkte natuurlijke hulpbronnen, stappen treinmaatschappijen steeds vaker over op duurzame energie. Op die manier draagt de sector bij tot het streven van het land om tegen het midden van deze eeuw koolstofneutraal te zijn en de opwarming van de aarde tegen te gaan.

Momenteel wordt in Japan ongeveer 75 procent van de elektriciteit voor de aandrijving van treinen uit thermische energie. Het Japanse ministerie van transport streeft er echter naar om de uitstoot van de sector tegen het einde van volgend decennium ongeveer te halveren, tegenover het niveau van 11,77 miljoen ton dat in 2013 werd opgetekend.

In de prefectuur Tochigi, ten noorden van Tokio, rijden duurzame trams van Utsunomiya Light Rail over een route van 14 kilometer op elektriciteit die wordt opgewekt uit biomassa van een lokale installatie voor afvalverbranding en uit zonnepanelen op woningen. Hoewel het energieverbruik relatief laag blijft, vanwege de korte afstand van de route, kan volgens woordvoerders van het stadsbestuur van Utsunomiya de totale uitstootreductie oplopen tot ongeveer 9.000 ton per jaar wanneer ook de besparingen worden meegeteld van inwoners die de auto inruilen voor de tram.

Een ander voorbeeld is de Setagaya-lijn in Tokio, die zich over een afstand van vijf kilometer uitstrekt en in 2019 de eerste treinverbinding in Japan werd die volledig op hernieuwbare energie rijdt. De elektriciteit voor de lijn wordt opgewekt door waterkracht en geothermische energie.

Het bedrijf Tokyu, exploitant van de Setagaya-lijn en acht andere lijnen in Tokio en het aangrenzende Kanagawa, bereikte in 2022 het doel om al zijn treindiensten op hernieuwbare energie te laten rijden. Het bedrijf koopt elektriciteit die niet van fossiele brandstoffen afkomstig is en bespaart daarmee jaarlijks de uitstoot van 160.000 ton koolstofdioxide.

Hoewel het gebruik van duurzame energie belangrijk wordt geacht, confronteert het bedrijven met een hoog elektriciteitsverbruik vaak hoge kosten. Bovendien blijft het garanderen van een stabiele energievoorziening een uitdaging. “Hoewel we de extra kosten voor de aankoop van duurzame energie moeten dragen, heeft deze keuze enorm geholpen om onze inspanningen voor de decarbonisatie onder de aandacht te brengen”, betoogt een woordvoerder van Tokyu. Het bedrijf wil het gebruik van elektriciteit uit duurzame bronnen in de toekomst ook buiten de spoorsector verder uitbreiden.

Andere grote treinexploitanten, zoals Hankyu en Hanshin Electric Railway in de regio Kansai rond Osaka en Keikyu, die onder meer Tokio’s luchthaven Haneda met Yokohama verbindt, zijn eveneens begonnen met het gebruik van elektriciteit die van duurzame energiebronnen afkomstig is.

Posted in milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Japanse treinen rijden steeds vaker op hernieuwbare energie

Duurzame vliegtuigbrandstof draagt bij tot ontbossing Amazone

Posted by managing21 on 17th september 2025

Een raffinaderij in Texas die duurzame brandstof levert aan Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen, koopt dierlijk vet van runderen die zijn grootgebracht op illegaal ontboste gronden in het Amazonegebied. Dat blijkt uit een rapport van het persbureau Reuters. De ontdekking roept vragen op over de werkelijke duurzaamheid van zogeheten groene vliegtuigbrandstof.

Diamond Green Diesel, een joint venture van de groep Darling Ingredients uit Louisiana en het olieconcern Valero Energy, investeerde honderden miljoenen dollars in een raffinaderij in Port Arthur (Texas). Daar wordt rundervet – ook wel talg genoemd – verwerkt tot een schoner alternatief voor kerosine en diesel. Het bedrijf geldt als een belangrijke speler op de Amerikaanse markt voor duurzame brandstoffen. Sinds 2022 ontving Diamond Green Diesel meer dan 3 miljard dollar aan belastingvoordelen voor de productie van biobrandstoffen.

“Volgens documenten en getuigenissen leveren echter ten minste twee Braziliaanse fabrieken, die sinds 2023 tienduizenden tonnen talg aan Diamond Green Diesel hebben verkocht, een deel van het product vanuit slachthuizen waar runderen van illegaal ontboste ranches in de Amazone worden verwerkt”, voert Reuters aan. 

Luchtvaartmaatschappijen zoals JetBlue en Southwest Airlines, die met Valero contracten sloten voor de aankoop van de duurzame vliegtuigbrandstof, mogen daardoor lagere emissies rapporteren. De raffinaderij van Diamond Green Diesel is namelijk gecertificeerd onder het akkoord Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation (Corsia), een initiatief van de Verenigde Naties dat de klimaatimpact van de luchtvaart moet beperken.

Drijver ontbossing

De markt voor duurzame vliegtuigbrandstof is vooralsnog beperkt in omvang. Dit jaar zou die markt een waarde hebben van 2,9 miljard dollar, tegenover 239 miljard dollar voor conventionele kerosine. Overheidssteun kan echter zorgen voor een sterke groei en stimuleert daarbij een extra vraag naar vet van Braziliaanse runderen, de grootste drijver van ontbossing in de Amazone. “Extra vraag kan leiden tot uitbreiding van veestapels en daarmee direct of indirect bijdragen aan ontbossing en aantasting van het bos”, waarschuwt Pedro Piris-Cabezas, econoom van de milieuorganisatie Environmental Defense Fund.

Volgens de Braziliaanse aanklager Ricardo Negrini is ook de juridische verantwoordelijkheid duidelijk. “Bedrijven die profiteren van grondstoffen uit een keten die met ontbossing heeft te maken, zijn mede aansprakelijk voor deze illegaliteit”, waarschuwt hij. 

Uit het onderzoek van Reuters, in samenwerking met het onderzoekscollectief Reporter Brasil, blijkt dat Darling Ingredients in 2022 voor 557 miljoen dollar meerdere fabrieken in Brazilië, waaronder vier in de Amazone, heeft aangekocht. De fabriek Araguaia, gelegen in de staat Pará, bleek vet te betrekken van slachthuizen die in 2025 door justitie op de vingers werden getikt wegens de verwerking van 20.000 runderen afkomstig van illegaal ontboste gronden. Alleen al in 2023 exporteerde Araguaia voor 4,4 miljoen dollar aan talg naar Diamond Green Diesel.

Ook andere leveranciers zijn in opspraak geraakt. Zo betrok een fabriek vet van een slachthuis dat honderden runderen kocht van een rancher die door de Braziliaanse federale politie is aangemerkt als mogelijk de grootste ontbosser van de Amazone.

Ondanks deze bevindingen wordt de import van Diamond Green Diesel door de International Sustainability and Carbon Certification (ISCC) als een duurzaam product gecertificeerd. Die organisatie ziet talg als een bijproduct van de vleesindustrie en doet geen onderzoek naar de herkomst van het product. Critici stellen dat deze benadering de impact van de veeteelt op ontbossing buiten beeld laat. “De International Civil Aviation Organization (Icao), verantwoordelijk voor het Corsia-akkoord, zegt dat zij toeziet op naleving door certificeringsinstanties, maar onthoudt zich van commentaar over de rol van ontbossing in de toeleveringsketen van talg”, werpt Reuters op.

Posted in luchtvaart & ruimtevaart, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Duurzame vliegtuigbrandstof draagt bij tot ontbossing Amazone

Extreem zomerweer veroorzaakte in Europa 43 miljard euro schade

Posted by managing21 on 16th september 2025

De extreme weersomstandigheden die Europa de voorbije zomer heeft geteisterd, heeft een directe economische schade van minstens 43 miljard euro veroorzaakt. De kosten zouden tegen 2029 tot 126 miljard euro kunnen oplopen. Dat blijkt uit een rapport van wetenschappers aan de Universiteit van Mannheim en de Europese Centrale Bank.

De grootste schade werd geleden in Cyprus, Griekenland, Malta en Bulgarije. Daar vertegenwoordigden de verliezen meer dan 1 procent van het bruto binnenlandse product. Andere landen uit het mediterrane gebied – waaronder Spanje, Italië en Portugal – volgden op de voet.

De voorbije zomer werd in vele Europese regio’s gekenmerkt door extreme hitte, droogte en overstromingen. Die zorgden voor een schade die uitkwam op 0,26 procent van de totale economische output die de Europese Unie vorig jaar realiseerde. De auteurs van de studie stellen dat het rapport conservatieve resultaten weerspiegelt, aangezien er geen rekening is gehouden met de zware bosbranden die Zuid-Europa vorige maand heeft getroffen. Evenmin werd gekeken naar het cumulatieve effect dat wordt opgetekend wanneer meerdere extreme weersomstandigheden tegelijk optreden.

Onderzoeksleider Sehrish Usman, professor economie aan de Universiteit van Mannheim, benadrukte dat de tijdige schattingen beleidsmakers kunnen helpen om in afwezigheid van officiële data toch gericht steun te bieden. “De werkelijke kosten van extreem weer komen slechts langzaam aan het licht, omdat deze gebeurtenissen levens en bestaansmiddelen beïnvloeden door een breed scala aan kanalen die verder reiken dan de initiële impact.”

De wetenschappers stellen dat de opwarming van de aarde de extreme weersomstandigheden deze zomer heeft verergerd. Gesuggereerd wordt dat de klimaatverandering de kans op extreem heet en droog weer in Spanje en Portugal veertig keer groter heeft gemaakt en tien keer groter in Griekenland en Turkije. Het dodental van de hittegolf in juni zou door de opwarming van het klimaat in twaalf grote steden zijn verdrievoudigd.

Verborgen kosten

Onderzoek naar de economische kosten van klimaatverandering richt zich vaak op directe effecten, zoals vernietigde eigendommen of verzekerde schade, maar deze studie gebruikt historische verbanden tussen extreem weer en economische output om ook neveneffecten mee te nemen. Onder meer hield de studie ook rekening met de beperkte uren die bouwvakkers tijdens hittegolven kunnen werken of de verstoring van woon-werkverkeer na overstromingen die spoorlijnen beschadigen.

Volgens Stéphane Hallegatte, hoofdeconoom klimaat bij de Wereldbank, bevestigt de analyse dat de bredere economische impact van extreme weersomstandigheden groter is dan de directe schade en langer aanhoudt dan mensen vaak denken. “Ik pleit al lange tijd om de focus te verschuiven van directe schade door rampen naar bredere indicatoren die het volledige economische effect tonen”, benadrukte hij.

Hallegatte waarschuwde wel dat nog meer aandacht moet worden besteed aan armere gemeenschappen die door rampen worden getroffen. “Omdat deze mensen weinig middelen hebben, kan de impact minimaal lijken”, verduidelijkte hij. “Maar dit betekent niet dat deze mensen geen leed ervaren.”

Gert Bijnens, econoom bij de Nationale Bank van België, wees er anderzijds op dat verstoringen in de toeleveringsketen bij deze rampen vaak niet worden meegeteld. Hij wees erop dat bij de zware overstromingen in België in 2010 de omzet van fabrieken ver buiten het rampgebied sterk deed dalen wanneer hun langdurige leveranciers in de overstroomde gebieden zaten. Het negeren van dergelijke verborgen kosten kan volgens Bijnens de schade wel met 30 procent onderschatten.

Posted in milieu | Reacties uitgeschakeld voor Extreem zomerweer veroorzaakte in Europa 43 miljard euro schade

Scheepvaartbedrijven steunen wereldwijde heffing op broeikasgassen

Posted by managing21 on 16th september 2025

Bijna tweehonderd scheepvaartbedrijven, verzameld in de Getting to Zero Coalition, hebben de grootste maritieme naties in de wereld opgeroepen om een regelgeving voor een wereldwijde heffing op de uitstoot van broeikasgassen te introduceren. Op die manier moet de uitstoot van de scheepvaart volgens de ondertekenaars kunnen worden verminderd.

De Getting to Zero Coalition – een alliantie van bedrijven, overheden en intergouvernementele organisaties – zegt de lidstaten van de International Maritime Organisation (IMO) op te roepen om hun steun te betuigen voor de invoering van regelgeving die de overgang naar duurzame scheepvaart, inclusief de voorgestelde heffing, bevordert. Het voorstel zal tijdens een vergadering van de International Maritime Organisation  in Londen volgende maand worden behandeld.

“Gezien het belang van deze politieke beslissing, vinden we het belangrijk dat de stemmen uit de industrie die voor deze regelgeving zijn, gehoord worden”, benadrukte Jesse Fahnestock, hoofd decarbonisatie bij het Global Maritime Forum, dat de Getting to Zero Coalition beheert. De Verenigde Staten hebben het voorstel resoluut verworpen. De regering van de Amerikaanse president Donald Trump heeft zelfs gedreigd met tegenmaatregelen tegen landen die hun steun voor een heffing zouden uitspreken.

“De Verenigde Staten beschouwen het voorgestelde regelgevingskader als een de facto wereldwijde emissiebelasting voor Amerikanen, opgelegd door een organisatie van de Verenigde Naties die geen directe democratische controle biedt of verantwoording tegenover de Verenigde Staten aflegt”, hadden de Amerikaanse ministers van buitenlandse zaken, handel, energie en transport eerder al gezegd. Daarbij wordt gewag gemaakt van onhaalbare brandstofnormen en emissiedoelstellingen.

Volgens de Verenigde Staten zou China door de nieuwe brandstofnormen worden bevoordeeld. China is immers koploper in de ontwikkeling en productie van duurzamere brandstoffen voor de scheepvaart. Een aantal Amerikaanse scheepvaartbedrijven hebben het voorstel daarentegen wel ondersteund. The Chamber of Shipping of America pleit daarbij voor één wereldwijd systeem, in plaats van meerdere regionale systemen, waarbij schepen mogelijk dubbel zouden kunnen worden belast.

De uitstoot van de scheepvaart is het voorbije decennium sterk toegenomen. De sector zou inmiddels ongeveer 3 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen veroorzaken. Schepen zijn immers groter geworden, nemen per transport ook meer lading mee en verbruiken enorme hoeveelheden fossiele brandstoffen. De International Maritime Organisation wil tegen het midden een klimaatneutrale scheepvaart uitbouwen. Daarbij wordt onder meer ingezet op de ontwikkeling van uitstootarme of uitstootvrije brandstoffen.

Minimumheffing

In april kwamen de lidstaten van de International Maritime Organisation overeen om een minimumheffing in te voeren voor elke ton broeikasgassen die door schepen boven bepaalde drempels wordt uitgestoten. Er werd ook afgesproken om een maritieme brandstofnorm vast te stellen voor het gefaseerd gebruik van duurzamere brandstoffen. De sectororganisatie streeft bij zijn besluitvorming normaal gesproken naar een consensus, maar moest in dit geval tot een stemming overgaan. De Verenigde Staten waren opvallend afwezig.

Nu moeten de landen beslissen of de regelgeving in 2027 in werking zal treden. Indien dat voorstel wordt goedgekeurd, wordt de regelgeving verplicht voor grote oceaanschepen van meer dan vijfduizend ton, die 85 procent van de totale uitstoot van de internationale scheepvaart veroorzaken. “Wanneer er echter geen overeenstemming wordt bereikt, wordt de decarbonisatie van de scheepvaart verder vertraagd en dreigt de bijdrage van de sector in de strijd tegen de opwarming van de aarde grotendeels verloren te gaan”, zei Delaine McCullough, voorzitter van de Clean Shipping Coalition en directeur scheepvaart bij de Ocean Conservancy.

“Ondanks de Amerikaanse tegenstand, lijkt het erop dat de introductie van de nieuwe regelgeving door een meerderheid van de landen wordt gesteund”, benadrukt Faig Abbasov, analist bij de organisatie Transport and Environment. “Het akkoord van april is niet ambitieus genoeg, maar betekent wel een kans om de decarbonisatie van de sector te starten en te versterken.”

Scheepvaartbedrijven steunen de regelgeving omdat de maatregel hen de zekerheid biedt om vol vertrouwen in duurzamere technologieën, zoals alternatieve brandstoffen en aangepaste schepen, te investeren. Naast de Getting to Zero Coalition pleit ook de International Chamber of Shipping, die meer dan 80 procent van de wereldwijde koopvaardijvloot vertegenwoordigt, voor een invoering van de uitstootmaatregelen.

Posted in milieu, scheepvaart | Reacties uitgeschakeld voor Scheepvaartbedrijven steunen wereldwijde heffing op broeikasgassen

Hogere militaire uitgaven Navo hebben zware ecologische voetafdruk

Posted by managing21 on 15th september 2025

Een geplande uitbreiding van de militaire uitgaven door de lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (Navo) kan in het volgende decennium leiden tot een extra uitstoot van 1,32 miljard ton broeikasgassen. Dat is vergelijkbaar met de jaarlijkse uitstoot van Brazilië, de vijfde grootste producent van emissies ter wereld. Dat blijkt uit een rapport van de organisatie Scientists for Global Responsibility (SGR).

Militaire activiteiten zijn bijzonder afhankelijk van fossiele brandstoffen, maar officiële gegevens over militaire emissies per land zijn vaak onvolledig of helemaal niet beschikbaar. Volgens het rapport van Scientists for Global Responsibility (SGR) blijkt echter dat elke extra 100 miljard dollar aan militaire uitgaven naar schatting 32 miljoen ton koolstofdioxide in de atmosfeer kan brengen.

Deze uitstoot komt zowel van directe bronnen – zoals gevechtsvliegtuigen, oorlogsschepen en gepantserde voertuigen – als van indirecte bronnen, waaronder het transport van materieel, complexe wereldwijde toeleveringsketens en de effecten van oorlogvoering zelf. 

Naar aanleiding van de invasie van Rusland in Oekraïne en de dreiging van Donald Trump om historische bondgenoten te verlaten – kondigde de Navo plannen aan om de militaire uitgaven van zijn lidstaten te verhogen tot 3,5 procent van het bruto binnenlands product (BBP). Deze ingreep maakt deel uit van een bredere doelstelling om de veiligheidsbestedingen van elk lidstaat tot op 5 procent van het bruto binnenlands product te brengen.

Het behalen van de groeidoelstelling van 3,5 procent zou volgens het rapport 132 miljoen ton koolstofdioxide extra uitstoot veroorzaken, ongeveer gelijk aan de jaarlijkse uitstoot van 345 gascentrales of aan de totale uitstoot van het olieproducerende land Oman. Deze geplande stijging komt bovenop een verhoging van de financiering van 200 miljard dollar die tussen 2019 en 2024 werd gerealiseerd en die al leidde tot een toename van naar schatting 64 miljoen ton koolstofdioxide in de militaire voetafdruk van de Navo.

“Het is buitengewoon moeilijk om te zien hoe de huidige en geplande stijging van de militaire uitgaven te rijmen valt met de noodzakelijke ingrijpende acties om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen”, wordt in het rapport van Scientists for Global Responsibility aangevoerd. 

Klimaatakkoorden

Militaire emissies zijn enorm, maar moeilijk te volgen, grotendeels door een gebrek aan transparantie en verplichte rapportage. Het voorspellen van de gevolgen van extra budgetten is bovendien onzeker. Toch werd aangevoerd dat in 2019 de totale militaire koolstofvoetafdruk ongeveer 5,5 procent van de wereldwijde emissies – exclusief broeikasgassen uit oorlogvoering en wederopbouw na conflicten – zouden hebben bedragen. Dat is meer dan de gecombineerde bijdrage van de civiele luchtvaart (2 procent) en scheepvaart (3 procent).

Sindsdien zijn de wereldwijde militaire uitgaven sterk gestegen. Het voorbije jaar werd daarbij een niveau van 2,72 biljoen dollar gemeld. Dat is de grootste besteding die sinds het einde van de Koude Oorlog werd genoteerd. De grootste stijging werd opgetekend in Israël, waar vorig jaar 46,5 miljard dollar aan defensie werd uitgegeven. Er wordt aan toegevoegd dat het defensiebudget van de Verenigde Staten volgend jaar een niveau van 1 biljoen dollar zal bereiken. Dat betekent een stijging met 17 procent tegenover de bestedingen vorig jaar.

De bevindingen van het rapport suggereren dat militaire expansie een belangrijke rol zal spelen bij het overschrijden van de doelstellingen van de Klimaatakkoorden van Parijs, waarbij werd vooropgesteld dat de opwarming van de aarde tot maximaal 1,5 graden Celsius boven het pre-industriële niveau moet worden beperkt.

“Er is een dringende behoefte aan een snelle decarbonisatie om de meest gevaarlijke effecten van de klimaatverandering te voorkomen”, benadrukte onderzoeksleider Stuart Parkinson, directeur van Scientists for Global Responsibility. “Recente en geplande programma’s rond herbewapening en oorlogen duwen de wereld echter in de tegenovergestelde richting.”

Het rapport adviseert dat landen met militaire uitgaven die boven de grens van 0,5 procent van het bruto binnenlandse product uitstijgen, verplicht moeten worden om betrouwbare gegevens aan de Verenigde Naties te rapporteren, schattingen van conflictgerelateerde emissies te ondersteunen en plannen te maken om fossiele brandstoffen te vervangen. Daarbij zouden technologische maatregelen moeten worden doorgevoerd, maar zouden ook andere initiatieven – waaronder vredesakkoorden, wapenbeheersing en initiatieven voor ontwapening – moeten worden genomen.

Meer over dit onderwerp:

Posted in industrie, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Hogere militaire uitgaven Navo hebben zware ecologische voetafdruk

Wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie bereiken record

Posted by managing21 on 13th september 2025

De wereldwijde investeringen in nieuwe projecten voor hernieuwbare energie zijn in de eerste helft van dit jaar tot een recordniveau van 386 miljard dollar gestegen. Dat betekent een stijging met 10 procent tegenover dezelfde periode vorig jaar. Toch is de financiering van grootschalige onshore parken voor zonnekracht en windenergie op land juist gedaald. Dat blijkt uit een rapport van Bloomberg New Energy Finance (BNEF).

Volgens de analyse nam de financiering van grote projecten rond zonnekracht met 19 procent af. Onder meer China, Spanje, Griekenland en Brazilië lieten daarbij een sterke daling optekenen, veroorzaakt door toenemende capaciteitsproblemen op het net en een grotere blootstelling aan negatieve elektriciteitsprijzen. Deze factoren temperden de investeringsbereidheid, terwijl markten met stimulerende overheidsveilingen of een sterke vraag vanuit het bedrijfsleven juist meer investeringsactiviteit kenden.

Kleinschalige zonneprojecten wisten de daling gedeeltelijk op te vangen. Zulke installaties kunnen sneller worden uitgerold en zijn minder kwetsbaar voor beleidswijzigingen die de opbrengsten beïnvloeden. In China kenden de investeringen in kleinschalige zonnekracht bijna een verdubbeling, terwijl grote projecten er daarentegen – in aanloop naar nieuwe regelgeving die hernieuwbare energie blootstelt aan volatielere prijzen – met 28 procent terugvielen.

Offshore windenergie leverde eveneens een aanzienlijke bijdrage tot de nieuwe recordcijfers. De sector liet tijdens de eerste helft van dit jaar een investering van 39 miljard dollar optekenen. Dat bedrag ligt al boven het totaal dat het voordien over twaalf maanden werd genoteerd.

Volgens het rapport van Bloomberg hangt de financiering in deze sector sterk samen met de timing van grote projecten en overheidsveilingen, wat tot aanzienlijke schommelingen kan leiden. Hogere projectkosten buiten China droegen eveneens bij aan de stijging. “Investeerders heroverwegen hun kapitaalallocatie en richten zich op markten waar de rendementen het sterkst zijn,” aldus Meredith Annex, hoofd duurzame energie bij BloombergNEF. “De terugval in zonnekracht en onshore windenergie drukt zwaar op de pijplijnen en zal dit waarschijnlijk blijven doen.”

Amerikaanse presidentsverkiezingen

Bij de grote regio’s lieten de Verenigde Staten de scherpste daling registreren. Daar liep het investeringsvolume met ruim 20 miljard dollar (36 procent) terug in vergelijking met de tweede helft van vorig jaar. Die daling houdt verband met de Amerikaanse presidentsverkiezingen eind vorig jaar. Dat evenement zette veel ontwikkelaars aan om nog snel nieuwe projecten te starten en fiscale voordelen veilig te stellen vooraleer de nieuwe Amerikaanse regering aantrad. Daarop viel de activiteit tijdens de eerste helft van dit jaar sterk terug. Een oplopende onzekerheid over de Amerikaanse invoerheffingen en de veranderende beleidsomstandigheden, vooral voor windenergie, versterken die trend.

In de Europese Unie kenden de investeringen daarentegen een sterke toename. Daarbij werd een stijging met bijna 30 miljard dollar – ongeveer 63 procent – opgetekend tegenover de eerste helft van vorig jaar. Vooral offshore windprojecten in de Noordzee wisten kapitaal aan te trekken. Dat ging vooral ten koste van Amerikaanse projecten.

Nieuwe en opkomende markten wisten hun investeringsniveaus van het voorbije jaar grotendeels vast te houden. Een uitzondering was Zuidoost-Azië, waar een groei met 7 procent werd gemeld. In Latijns-Amerika lieten daarnaast de kleinere markten hun grootste aandeel in de regionale investeringsstromen optekenen. China bleef wereldwijd de grootste markt voor hernieuwbare energie. Het land vertegenwoordigde tijdens de eerste helft van dit jaar 44 procent van het totale wereldwijde investeringsvolume.

Posted in energie, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie bereiken record

Donkere auto’s verergeren het fenomeen van de stedelijke hitte-eilanden

Posted by managing21 on 13th september 2025

Donkere auto’s kunnen de buitentemperaturen op warme zomerdagen met bijna 4 graden Celsius verhogen. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan de Universiteit van Lissabon in Portugal, waarbij de luchttemperatuur rond twee auto’s – een zwart en wit exemplaar die meer dan vijf uur op een heldere en warme zomerdag in de buitenlucht stonden geparkeerd – werd gemeten.

Op een snikhete zomerdag kan een geparkeerde auto aanvoelen als een oven. Het Portugese onderzoek wijst erop dat dit effect niet alleen oncomfortabel aanvoelt, maar ook volledige buurten kan opwarmen. Daarbij blijkt de kleur van de auto een belangrijke rol te vervullen.

Volgens de studie stralen voertuigen met donkere kleuren aanzienlijk meer warmte uit dan wagens met een lichtere tint, waardoor de omgevingstemperatuur met enkele graden Celsius kan stijgen. “Wanneer dit effect zich vermenigvuldigt over duizenden geparkeerde auto’s, kan de werking van het stedelijke hitte-eiland – het fenomeen waarbij steden veel warmer worden dan hun omgeving – aanzienlijk versterken”, benadrukt onderzoeksleider Márcia Matias, professor klimatologie aan de Universiteit van Lissabon.

Bij een buitentemperatuur van 36 graden Celsius zorgde de zware auto ervoor dat de luchttemperatuur in de directe omgeving van het voertuig 3,8 graden Celsius warmer kon worden dan het omliggende asfalt. De witte auto had een veel geringer effect. “Dit verschil moet aan de lichtreflectie worden toegeschreven”, verduidelijkt professor Matias.

“Bij auto’s met een witte lak kan tussen 75 procent en 85 procent van het zonlicht worden weerkaatst”, merkt Márcia Matias op. “Bij zwarte auto’s is er slechts sprake van een weerkaatsing tussen 5 procent en 10 procent. De rest van het licht wordt geabsorbeerd. Omdat de metalen carrosserie van een voertuig dun is en snel opwarmt, geeft een auto de opgenomen warmte vlugger aan de omgevende lucht af dan asfalt, dat trager opwarmt.”

“In een stad staan duizenden auto’s geparkeerd”, vervolgt Matias. “Elk voertuig kan daarbij enerzijds een kleine warmtebron of anderzijds een hitteschild vormen. De kleur van een auto kan dan ook daadwerkelijk bepalen hoe warm de straten kunnen aanvoelen.”

De wetenschappers wijzen erop dat het autopark een belangrijke bijdrage tot stedelijke hitte-eilanden kunnen leveren. Dit fenomeen ontstaat immers wanneer de bestrating warmte opslaat, terwijl een dichte bebouwing de luchtcirculatie vermindert en warmte vasthoudt. Auto’s, airconditioners en industriële activiteiten dragen nog meer warmte bij. Tijdens de nacht is dit effect het sterkst. Steden kunnen op dat ogenblik tot 10 graden Celsius warmer blijven dan het platteland, omdat beton, asfalt en staal de warmte die overdag is opgeslagen tijdens de nacht slechts langzaam afgeven. 

Hitterecords

In Europese steden kunnen oppervlaktetemperaturen tijdens de zomer tussen tien en vijftien graden Celsius hoger liggen dan in landelijke gebieden, waar planten en bossen voor afkoeling zorgen. Aangezien ongeveer 70 procent van de Europeanen in stedelijke gebieden woont, vormt dit een belangrijk risico voor de volksgezondheid.

Europa is de afgelopen jaren zwaar getroffen door hitterecords. In meerdere steden stegen de temperaturen deze zomer boven de grens van 40 graden Celsius. Hitte veroorzaakt niet alleen ongemakken, maar kan ook biologische veroudering versnellen, de mentale gezondheid aantasten en kinderen gevoeliger maken voor uitdroging, ademhalingsproblemen en zelfs overlijden. Ouderen en mensen met bestaande gezondheidsklachten lopen het grootste gevaar.

Door heel Europa werken steden aan oplossingen. In de Spaanse metropool Barcelona wordt met klimaatschuilplaatsen – openbare gebouwen zoals bibliotheken, scholen en musea die tijdens hittegolven openblijven – gewerkt om inwoners een koel toevluchtsoord te bieden. Andere steden vergroenen hun straten. De Nederlandse stad Breda heeft zijn rivieroevers omgevormd tot tuinen en betonnen tegels vervangen door gras en bomen. Inmiddels bestaat 60 procent van de stad uit groenaanleg. Tegen 2030 wil Breda een van de meest natuurrijke steden van Europa zijn.

Omdat dergelijke projecten tijd en investeringen vergen, krijgen snellere en goedkopere maatregelen – zoals het vergroten van stedelijke reflectiviteit – meer aandacht. “Auto’s zouden daarbij een interessante rol kunnen spelen”, merkt professor Matias op. “Vastgesteld werd dat het overschilderen van donkere auto’s naar lichtere tinten in Lissabon de reflectiviteit van bepaalde straten van nagenoeg 20 procent tot bijna 40 procent zou kunnen verdubbelen, terwijl de luchttemperatuur vlak boven de grond op hete en windstille dagen merkbaar zou verlagen.”

Vooral wagenparken van taxi’s, bestelwagens of gemeentelijke voertuigen zouden volgens Matias goede kandidaten zijn voor lichtere lak.

Meer over dit onderwerp:

Posted in automotive, milieu, Mobility, Stad, wetenschap | Reacties uitgeschakeld voor Donkere auto’s verergeren het fenomeen van de stedelijke hitte-eilanden

Uitstoot oliebedrijven rechtstreeks gelinkt aan tientallen dodelijke hittegolven

Posted by managing21 on 12th september 2025

De uitstoot van de grootste producenten van fossiele brandstof in de wereld kan rechtstreeks met tientallen dodelijke hittegolven in verband worden gebracht. Dat is de conclusie van een studie onder leiding van wetenschappers aan de ETH Zürich. De onderzoekers maken daarbij gewag van een sprong voorwaarts in de juridische strijd om oliebedrijven verantwoordelijk te houden voor de schade die door de klimaatcrisis wordt veroorzaakt.

Uit het onderzoek blijkt dat de emissies van elk van de veertien grootste producenten van fossiele brandstoffen op zichzelf al de oorzaak waren van meer dan vijftig hittegolven die anders vrijwel onmogelijk zouden zijn geweest. Daarmee wordt geconcludeerd dat de emissies deze extreme weersomstandigheden direct hebben veroorzaakt. Onder meer werd daarbij vastgesteld dat de emissies van ExxonMobil 51 hittegolven minstens tienduizend keer waarschijnlijker maakten dan in een wereld zonder opwarming. Voor Saudi Aramco geldt hetzelfde.

De wereldwijde opwarming van het klimaat zorgt ervoor dat hittegolven frequenter en intenser optreden en draagt jaarlijks bij tot naar schatting 500.000 sterfgevallen die met hitte in verband moeten worden gebracht. “Onder meer de extreme hittegolf die in 2021 het noordwesten van de Verenigde Staten trof, was onder invloed van de klimaatverandering bijna 3 graden warmer”, werpen de onderzoekers op.

Volgens de onderzoekers waren de totale emissies van de 180 grote oliebedrijven verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de toename in intensiteit. Ontbossing maakte het grootste deel van de resterende bijdrage uit. De wetenschappers bestudeerden 213 hittegolven die tussen 2010 en 2019 werden geregistreerd. Deze hittegolven bleken door de klimaatcrisis gemiddeld tweehonderd keer waarschijnlijker te zijn geworden.

Aansprakelijkheid

“De mogelijkheid om de bijdrage van afzonderlijke bedrijven te kunnen vaststellen en kwantificeren kan bijzonder nuttig zijn voor het vaststellen van mogelijke aansprakelijkheid”, benadrukte onderzoeksleider Sonia Seneviratne, professor klimaatwetenschappen aan de ETH Zürich.

Klimaatactivisten reageren scherp op de conclusies van de studie. “We kunnen nu wijzen naar specifieke hittegolven en zeggen welke bedrijven voor de problemen verantwoordelijk zijn”, betoogde Cassidy DiPaola, verantwoordelijke van de campagne Make Polluters Pay. “Hun emissies leiden tot sterfgevallen, mislukte oogsten en getroffen gemeenschappen. Al die problemen worden door keuzes in bestuurskamers in de hand gewerkt.”

Juridische ontwikkelingen versterken dit perspectief. Het Internationaal Gerechtshof oordeelde in juli dat het nalaten van maatregelen tegen klimaatrisico’s kan leiden tot schadevergoedingen. Eerder dit jaar bepaalde een Duitse rechter dat producenten van fossiele brandstoffen aansprakelijk kunnen worden gehouden voor hun bijdrage.

De studie toonde dat de gemiddelde intensiteit van hittegolven steeg van 1,4 graden Celsius tijdens het eerste decennium van deze eeuw naar 2,2 graden Celsius de daaropvolgende periode. Volgens de onderzoekers zijn de werkelijke gevolgen echter waarschijnlijk groter dan de studie laat zien. Zelfs de bedrijven met de laagste uitstoot onder de carbon majors zorgden er nog steeds voor dat zestien hittegolven minstens tienduizend keer waarschijnlijker werden.

Hoewel het onderzoek een belangrijke bouwsteen vormt, is daadwerkelijke juridische aansprakelijkheid nog onzeker. Er blijven immers nog tal van juridische vraagstukken. Onder meer zou moeten worden bekeken welke rechtbanken bevoegdheid over de individuele dossiers zouden hebben. Tevens moet de vraag worden gesteld of producenten aansprakelijk zijn voor de emissies van hun klanten en of decennialange misleidende campagnes juridisch relevant zijn.

Posted in energie, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Uitstoot oliebedrijven rechtstreeks gelinkt aan tientallen dodelijke hittegolven