managing21.be

Managing21: een blik op het heden en de toekomst van de economie.

Archive for the 'milieu' Category

Uitstootarm aluminium vermindert ecologische voetafdruk elektrische modellen Mercedes

Posted by managing21 on 30th september 2025

Aluminium dat wordt geproduceerd met hernieuwbare energie en gedeeltelijk uit recyclage afkomstig is, helpt de Duitse autobouwer Mercedes-Benz om de uitstoot van koolstofdioxide bij de productie van zijn nieuwe generatie elektrische voertuigen te verlagen. De ingreep maakt volgens de top van het concern deel uit van een bredere strategie om de bedrijfsvoering te verduurzamen.

Mercedes maakt in zijn nieuwe productie gebruik van uitstootarm aluminium, ontwikkeld in samenwerking met de Noorse metaalproducent Norsk Hydro. De nieuwe aanpak zal worden gebruikt voor de productie van het nieuwe type van het elektrische model CLA van Mercedes-Benz. 

Volgens beide bedrijven illustreert de samenwerking op welke manier producenten van premium consumentenproducten bereid zijn meer te betalen voor grondstoffen in ruil voor een milieuvriendelijker imago. “Het gebruik van bijzonder uitstootarm staal of aluminium brengt natuurlijk extra kosten met zich mee”, verduidelijkte Gunnar Guthenke, vicepresident inkoop bij Mercedes-Benz. “Duurzaamheid en aantrekkelijke producten die wij maken, gaan simpelweg hand in hand.”

Een kostenoverzicht wensten de bedrijven niet geven, maar wel stelden zij dat bij de productie van het nieuwe model CLA de uitstoot van koolstofdioxide met 40 procent zal dalen tegenover de vorige generatie van het model, waarbij nog met een verbrandingsmotor werd gewerkt. 

“Hoewel het verduurzamen van toeleveringsketens de kostprijs van een product kan opdrijven, bieden partnerschappen een manier om die last te delen, zodat niet alleen fabrikanten of consumenten voor de meerprijs opdraaien”, beklemtoond Eivind Kallevik, topman van Norsk Hydro. Volgens hem schrikt de prijsopslag voor het metaal kopers niet af, zelfs niet gedurende de voorbije jaren waarin de aluminiummarkt onder druk stond door lage economische groei. Er kan volgens Kallevik duidelijk een groeiende vraag naar uitstootarme producten worden opgemerkt.

Het milieuvriendelijk aluminium dat door Mercedes-Benz wordt gebruikt, wordt geproduceerd in de fabriek van Norsk Hydro in de stad Årdal, ten noord-oosten van Bergen. Daarbij zou per kilogram aluminium amper 3 kilogram koolstofdioxide worden geproduceerd, tegenover een wereldwijd gemiddelde van 16,7 kilogram. Ongeveer een kwart van het materiaal bestaat uit gerecycleerdd aluminium, waardoor de hoeveelheid primair metaal uit de energie-intensieve smelter verder wordt teruggebracht.

Mercedes-Benz kreeg in het verleden kritiek op een reclamecampagne waarin duurzaamheid werd benadrukt, terwijl de constructeur in Duitsland onderwerp was van een rechtsgeding dat door een klimaatorganisatie over de milieu-impact van het bedrijf was aangespannen. Die zaak werd in 2022 door een Duitse rechtbank verworpen.

Posted in automotive, grondstoffen, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Uitstootarm aluminium vermindert ecologische voetafdruk elektrische modellen Mercedes

Emissies autoverkeer weerspiegelen zich in rendementen commercieel vastgoed

Posted by managing21 on 24th september 2025

Naarmate duurzaamheid in investeringsstrategieën een centrale rol krijgt toebedeeld, zullen ecologische aspecten en de uitstoot van voertuigen in het bijzonder, een meetbare invloed hebben op de prestaties van het omliggend commercieel vastgoed. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de Virginia Polytechnic Institute and State University (Virginia Tech), gebaseerd op de analyse tussen 2002 en 2019 over een uitgebreide dataset van Amerikaanse commerciële panden.

“In de Verenigde Staten bleken commerciële panden in een gebied waar voertuigen een lagere uitstoot van koolstofdioxide lieten optekenen, gemiddeld 1,5 procent hogere jaarlijkse rendementen opleveren dan vergelijkbare panden in gebieden met hogere uitstoot”, beklemtoonde onderzoeksleider Hainan Sheng, docent aan het Blackwood Department of Real Estate van de Virginia Tech. “Dit wijst erop dat investeerders bij de waardering van commercieel vastgoed steeds meer rekening houden met ecologische en transitie-gerelateerde risico’s.”

De onderzoekers merkten nog op dat de effecten ook zichtbaar blijven wanneer rekening wordt gehouden met eigenschappen van het pand, de lokale economische omstandigheden, het milieubeleid en het gebruik van het openbaar vervoer. “Het effect van uitstoot blijkt vooral uit toekomstige prijsstijgingen, maar niet zozeer niet uit de operationele inkomsten”, geeft Hainan Sheng aan. “Dit suggereert dat het lange-termijn groeipotentieel het meest wordt beïnvloed. Ook de politieke context speelt een rol. Het effect van de uitstoot van voertuigen op rendementen bleek het sterkst in staten met een Democratische meerderheid, waar milieubeleid vaak prominenter aanwezig is.”

“Dit onderzoek toont dat de duurzaamheid van de omgeving van een pand belangrijk is”, verduidelijkt Sheng. “Het gaat niet alleen om een duurzaam certificaat dat voor een gebouw kan worden verkregen. De bredere context van de gemeenschap, in dit geval de uitstoot van transport, beïnvloedt direct op welke manier investeerders de waarde op langetermijn beoordelen.”

Volgens Sheng heeft onderzoek naar vastgoed zich tot nu toe vooral gericht op de waarde en prestaties van panden met milieucertificeringen. “Weinig studies hebben echter onderzocht of de duurzaamheid van de externe omgeving – de omliggende buurt of regio – eveneens invloed heeft op investeringsresultaten”, werpt hij op.

Volgens de Amerikaanse Environmental Protection Agency is de transportsector de grootste bron van uitstoot van koolstofdioxide in de Verenigde Staten. Motorvoertuigen waren in 2019 en 2022 verantwoordelijk voor meer dan 80 procent van de transportgerelateerde uitstoot. Sheng plaatst deze factor centraal in de analyse van commercieel vastgoed, waarmee wordt benadrukt dat niet alleen de efficiëntie van het gebouw zelf, maar wel de duurzaamheid van de bredere gemeenschap de investeringsbeslissingen stuurt.

Uit de bevindingen van Sheng blijkt dat beleggers in commercieel vastgoed in hun besluitvorming nu al milieu-gerelateerde risico’s – zij het indirect – meenemen. “Een hogere lokale uitstoot kan wijzen op toekomstige beleidsingrepen, marktverschuivingen of veranderende voorkeuren van consumenten die de waardegroei van panden kunnen beïnvloeden”, beklemtoont de onderzoeker.

Naast implicaties voor investeringen kunnen een transportbeleid en initiatieven op het gebied van duurzaamheid volgens de onderzoekers op gemeenschapsniveau directe financiële voordelen opleveren. De onderzoekers benadrukken daarbij de verwevenheid van een stedelijke planning, het milieubeheer en de economische prestaties.

Posted in automotive, milieu, Mobility, Stad, vastgoed | Reacties uitgeschakeld voor Emissies autoverkeer weerspiegelen zich in rendementen commercieel vastgoed

Luchthavens worden rumoeriger naarmate de aarde opwarmt

Posted by managing21 on 24th september 2025

De opwarming van de aarde zal ertoe leiden dat de geluidsoverlast van vertrekkende vliegtuigen rond Europese luchthavens tegen het midden van deze eeuw verder zal oplopen. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan de University of Reading, die  onderzochten op welke stijgende luchttemperaturen de trajecten van opstijgende vliegtuigen op de Europese luchthavens beïnvloeden. Daarbij kwamen de onderzoekers uit op drie mogelijke toekomstscenario’s, afhankelijk van de hoeveelheid broeikasgasuitstoot. 

Met behulp van tien klimaatmodellen werden de geluidsniveaus bij 30 Europese luchthavens berekend. De onderzoekers richtten zich op de grens van 50 decibel, een niveau waarbij vliegtuiggeluid voor omwonenden merkbaar wordt. Daarbij keken ze naar de klimhoeken van de Airbus A320, een toestel dat veel wordt ingezet voor korte vluchten binnen Europa. Woningen binnen deze geluidszone ervaren nu al regelmatig vliegtuiggeluid.

“Warmere lucht is minder dicht, waardoor vliegtuigen minder lift genereren en na het vertrek langer dichter bij de grond blijven”, werpen de onderzoekers op. “Door de opwarming van het klimaat zullen de klimhoeken van vertrekkende vliegtuigen een afname tussen 1 procent en 3 procent vertonen. Op extreem warme dagen zou er echter sprake van een afname met 7,5 procent kunnen zijn.”

“Halverwege deze eeuw zullen meer mensen die in de buurt van luchthavens wonen, aan geluidsoverlast worden blootgesteld. In centraal Londen leven momenteel ongeveer 60.000 mensen binnen de geluidszone van 50 decibel. Door veranderingen in het lokale klimaat en bevolkingsdichtheid zouden daar ongeveer 2.500 mensen bijkomen.”

“De volgende drie decennia kunnen duizenden extra inwoners van Londen te maken krijgen met geluidsoverlast door klimaatverandering”, zegt onderzoeksleider Jonny Williams, docent meteorologie aan de University of Reading. “Het probleem verergert bovendien bij verschillende soorten geluid. Vooral laagfrequent geluid, dat verder draagt, neemt het meest toe. Deze diepe tonen zijn voor mensen bijzonder hinderlijk en kunnen stress en slaapproblemen veroorzaken.”

“Zonder maatregelen tegen de uitstoot van broeikasgassen zal de stijgende temperatuur het beheersen van het vliegtuiglawaai, zelfs met verbeteringen in motortechnologie, bemoeilijken”, beklemtonen de onderzoekers nog. “Naast meer frequente turbulenties en vaker overstromingen op luchthavens, kunnen we nu ook luidruchtigere vluchten toevoegen aan de groeiende lijst van manieren waarop klimaatverandering de luchtvaart beïnvloedt. Dat heeft ongunstige gevolgen voor mensen die in de buurt van luchthavens wonen.”

Posted in luchtvaart & ruimtevaart, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Luchthavens worden rumoeriger naarmate de aarde opwarmt

Luchtvaartmaatschappijen kampen met tekort aan emissiekredieten

Posted by managing21 on 18th september 2025

De grootste luchtvaartmaatschappijen ter wereld kampen met een tekort aan emissiekredieten binnen het  Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation (Corsia) van de Verenigde Naties, terwijl de Europese Unie tegelijkertijd overweegt om een uitstootbelasting op internationale vluchten in te voeren. Het tekort dreigt de decarbonisatie van de sector te vertragen en zorgt voor zorgen over concurrentieverstoring en reputatierisico’s. Experts waarschuwen dat Corsia de groei van de luchtvaart afremt, maar niet voldoende bijdraagt aan de ambities van de sector om emissievrij te worden. 

Een groep van honderddertig landen heeft zich geëngageerd om aan het Corsia deel te nemen. Dat systeem moet de emissies van koolstofdioxide door de internationale luchtvaart te compenseren. Luchtvaartmaatschappijen in deze landen moeten ofwel koolstofkredieten kopen, ofwel duurzame vliegtuigbrandstof – die echter eveneens schaars is – aankopen om de netto-uitstoot op 85 procent van het niveau van 2019 te houden.

Volgend jaar zal de Europese Commissie beoordelen een evaluatie van de efficiëntie van Corsia maken. Daarbij zal worden bekeken of het systeem de luchtvaartmaatschappijen binnen de Europese Unie voldoende heeft gestimuleerd om te decarboniseren. Tevens zal worden onderzocht of de bestaande emissiebelastingen op vluchten binnen de Europese Unie ook op internationale vluchten moeten worden uitgebreid. Eventuele belastingen zouden waarschijnlijk ook worden gevolgd door het Verenigd Koninkrijk, dat plannen heeft aangekondigd om zijn koolstofbelasting na de Brexit opnieuw aan het systeem van de Europese Unie te koppelen.

Marie Owens Thomsen, vice-president duurzaamheid bij de International Air Transport Association (Iata), erkende tegenover de Britse zakenkrant Financial Times te vrezen dat de Europese Unie tot een belasting op de internationale luchtvaart zou overgaan. “Een dergelijke maatregel zou voor de wereldwijde luchtvaart een existentiële dreiging kunnen vormen”, waarschuwde Thomsen. “Er moet immers rekening worden gehouden met hogere kosten en een verstoorde concurrentiepositie.”

Veel landen zijn terughoudend om toestemming te geven voor de verkoop van koolstofkredieten die afkomstig van projecten zoals de bescherming van het regenwoud op het grondgebied. Zodra een land deze kredieten aan luchtvaartmaatschappijen verkoopt, kan de nationale overheid diezelfde kredieten niet meer gebruiken om zijn eigen klimaatdoelen te halen. Dit maakt landen minder geneigd om deze kredieten te verkopen, omdat ze de projecten liever voor hun eigen klimaatbeleid bewaren.

Het platform MSCI Carbon Markets waarschuwde dat bijna alle scenario’s voor de eerste fase van het schema – dat van 2024 tot 2026 loopt – een tekort aan beschikbare kredieten voorspellen. Dit tekort kan problematisch worden voor luchtvaartmaatschappijen die tegen de deadline van januari 2028 aan hun verplichtingen moeten voldoen. In het meest pessimistische scenario zouden de nalevingskosten voor deelnemende luchtvaartmaatschappijen in deze periode tot 10 miljard dollar kunnen oplopen.

Reputatierisico’s

De beschikbare kredieten binnen het programma raken op en bestaan ??vooral uit een enkel project voor bosbescherming in het Zuid-Amerikaanse land Guyana. “Wanneer men slechts op één project kan vertrouwen, moet met een aantal reputatierisico’s worden rekening gehouden”, merken analisten op. “MSCI Carbon Markets meldde eerder dit jaar rond het project in Guyana een aantal juridische en ethische risico’s te hebben geïdentificeerd, waarbij vermoed werd dat de Guyanese overheid de hoeveelheid opgeslagen koolstofdioxide in de bomen had overschat.”

Guyana gaf aan dat zijn bosvoorraad onafhankelijk was beoordeeld en dat het land een langetermijnverbintenis heeft om de bossen te behouden. MSCI Carbon Markets wees ook op klachten van de inheemse Amerindian-bevolking, die beweert niet te zijn geraadpleegd over de uitgave van kredieten voor land dat zij claimt te bezitten.

De certificerende instantie ArtTrees, beheerd door de Amerikaanse organisatie Winrock International, wees de klacht en het latere beroep in 2023 af. Volgens ArtTrees gaat het om een wereldwijde kwaliteitsstandaard die financiering op grote schaal voor ambitieuze klimaatactie mogelijk moet maken”. Guyana benadrukte dat het programma voor bosbeschermingsprogramma aan de inheemse groepen echte zelfbeschikking en directe voordelen biedt en dat de neergelegde klacht voorafging aan de uitgifte van kredieten die voor Corsia in aanmerking komen.

Historisch gezien is de luchtvaart verantwoordelijk voor ongeveer 4 procent van de klimaatverandering die door de mens wordt veroorzaakt. Hoewel Corsia vanaf 2027 verplicht moet zijn voor alle leden, hebben sommige landen – waaronder China, India, Rusland en Brazilië – nog niet bevestigd dat zij volledig deelnemen. Een aantal andere landen die wel zijn toegetreden, zoals de Verenigde Staten, hebben nog geen nationale wetgeving aangenomen om deelname verplicht te maken.

De International Air Transport Association (Iata) probeert het aantal beschikbare koolstofkredieten op de markt te verhogen. Tegelijkertijd verdedigt de organisatie Corsia als een essentieel instrument voor de klimaatplannen van de luchtvaartsector. Thomsen waarschuwt daarbij echter dat het huidige wereldwijde regelgevingskader voor de burgerluchtvaart kan instorten als er geen gecoördineerde aanpak kan worden verzekerd. “Zonder dit kader zouden luchtvaartmaatschappijen zelfstandig en onsamenhangend handelen, wat schadelijk een schadelijke impact zal hebben op de mondiale economie”, waarschuwde Thomsen.

Iata heeft diplomaten in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk gevraagd om ontwikkelingslanden met natuurlijke gebieden voor koolstofopslag, zoals regenwouden, aan te moedigen koolstofkredieten uit te geven. “Deze kredieten kunnen door luchtvaartmaatschappijen worden gekocht om het angstaanjagende tekort aan beschikbare kredieten te verkleinen”, verduidelijkt de organisatie.

Volgens een aantal klimaatexperts dreigt Corsia in realiteit vooral de groei van de luchtvaart te willen beperken, in plaats van de sector tegen het midden van de eeuw uitstootvrij te maken. Het systeem compenseert de emissies van koolstofdioxide met kredieten, maar leidt niet tot een substantiële vermindering van de uitstoot.

De prijs van de emissiekredieten per ton koolstofdioxide ligt veel lager dan de koolstofbelasting die de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk voor andere vervuilende industrieën hanteren. Dit betekent dat de luchtvaartmaatschappijen weinig financiële prikkels krijgen om hun uitstoot daadwerkelijk te verminderen. Het blijft immers goedkoper om kredieten te kopen dan duurzamere technologieën of brandstoffen te gebruiken.

Posted in luchtvaart & ruimtevaart, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Luchtvaartmaatschappijen kampen met tekort aan emissiekredieten

Autonome afvalinzameling onder water komt dichterbij

Posted by managing21 on 18th september 2025

Marien afval vormt wereldwijd een groot milieuprobleem. Binnen het project Seaclear van de Europese Unie ontwikkelde een onderzoeksteam van de Technische Universität München (TUM) een autonome duikrobot die afval kan opsporen en opruimen. Het systeem maakt gebruik van kunstmatige intelligentie die objecten met behulp van sonar en camera’s analyseert, waarna de robot het afval oppakt en naar de oppervlakte brengt. In de haven van de Franse stad Marseille werd de technologie voor het eerst gedemonstreerd.

In talloze havens over de hele wereld halen duikers regelmatig elektrische steps, fietsen, verloren visnetten en oude autobanden uit het water. In Dubrovnik troffen onderzoekers in een gebied van 100 vierkante meter meer dan duizend stukken afval aan. Volgens de Duitse onderzoekers kan autonome afvalinzameling hierin binnenkort echter verandering brengen.

Het systeem van de Technische Universität München bestaat uit een onbemand servicevaartuig met een bijboot, een drone, een kleine onderwaterzoekrobot en een duikrobot. Het servicevaartuig voorziet de onderwaterrobots langs kabels van elektriciteit en dataverbinding. Met behulp van ultrasone golven wordt een grove kaart van de zeebodem gemaakt. Een zoekrobot van ongeveer 50 centimeter lang scant vervolgens efficiënt het gebied. De robot is daarbij in staat om een onderscheid tussen afval en waterleven, zoals vissen en zeewier, te maken.

Op basis van deze informatie duikt de robot, aangedreven door acht miniturbines, naar de plekken waar afval wordt gesignaleerd. De robot grijpt de objecten en plaatst ze met een lier in een autonome bijboot die als een drijvende afvalcontainer dienst doet. “Uit een kosten-batenanalyse blijkt dat het systeem vanaf een diepte van zestien meter rendabel wordt”, benadrukte onderzoeksleider Stefan Sosnowski, professor regeltechniek aan de Technische Universität München. .

De robot is uitgerust met een camera en sonar die ook in troebel water voor oriëntatie zorgen. Het herkennen van afval is complex, omdat er nauwelijks beeldmateriaal bestaat waarmee neurale netwerken kunnen worden getraind. Tot dusver labelden de projectpartners meer dan 7.000 afbeeldingen van objecten die op de zeebodem niet thuishoren. Zodra afval wordt geïdentificeerd, zet de technologie de beelden om in een driedimensionaal model, zodat de robot het object nauwkeurig kan vastgrijpen.

De viervingerige grijper van het systeem kan objecten tot 250 kilogram tillen. Dankzij sensoren wordt de druk aangepast om schade aan het afval, bijvoorbeeld het breken van plastic emmers of het barsten van glazen flessen, te voorkomen. Hoewel de robot autonoom beweegt, blijft hij met een kabel verbonden. Een interne batterij zou slechts twee uur stroom leveren. 

Geraamd wordt dat de oceanen tussen 26 miljoen ton en 66 miljoen ton afval herbergt. Ongeveer 94 procent van dat afval bevindt zich op de zeebodem. De pogingen om afval in zee op te ruimen concentreren zich tot nu toe vooral op materie die op het wateroppervlak drijft. Om het afval op de bodem te bergen, moet momenteel op duikers beroep worden gedaan.

Posted in milieu | Reacties uitgeschakeld voor Autonome afvalinzameling onder water komt dichterbij

Estland opent eerste Europese magneetfabriek voor duurzame transitie

Posted by managing21 on 18th september 2025

Europa heeft een belangrijke stap gezet om haar afhankelijkheid van China voor de levering van zeldzame aardmagneten, cruciaal voor duurzame technologieën. In Narva, gelegen in het noordoosten van Estland, is daarvoor de eerste Europese productiefaciliteit geopend. De fabriek, gebouwd met steun van de Europese Unie, moet jaarlijks magneten leveren voor meer dan een miljoen elektrische voertuigen en duizend offshore windturbines.

De nieuwe fabriek, gebouwd door het Canadees bedrijf Neo Performance Materials, geldt als mijlpaal in de inspanningen van de Europese Unie om haar eigen toeleveringsketen voor kritieke technologieën veilig te stellen. Op dit moment wordt nog 90 procent van de Europese behoefte aan permanente magneten vanuit China geleverd.

“Zeldzame aardmagneten zijn de spil in de Europese transitie naar klimaatneutrale technologieën”, benadrukt Vasileios Tsianos, vicepresident ontwikkeling bij Neo Performance Materials. “Deze materialen zorgen ervoor dat motoren efficiënter kunnen functioneren.”

De fabriek in Narva, aan de grens met Rusland, beschikt over een jaarcapaciteit van ongeveer 2.000 ton magneetblokken. Daarmee kan zij voorzien in de vraag van de Europese automobielindustrie en producenten van windturbines. Het bedrijf combineert zeldzame aardepoeders uit Australië met andere metalen en hanteert complexe processen voor de vervaardiging van de permanente magneten die onmisbaar zijn voor moderne duurzame technologieën.

Het project vertegenwoordigt een investering van 75 miljoen euro, waarvan 14 miljoen euro afkomstig is uit het programma Just Transition Fund van de Europese Unie. Momenteel werken er in de fabriek ongeveer 80 mensen in de fabriek, maar de verwachting is dat dit aantal de volgende jaren kan oplopen tot mogelijk duizend banen.

Narva was decennialang afhankelijk was van de productie van schalie-olie – een van de grootste bronnen van de uitstoot van koolstofdioxide in Estland. De nieuwe fabriek betekent dan ook een keerpunt. In totaal ontvangt de regio 354 miljoen euro uit het Just Transition Fund om de overgang naar klimaatneutraliteit te ondersteunen.

Volgens Katri Raik, burgemeester van Narva, is het project een signaal van vernieuwing, ondanks de kwetsbare ligging van de stad op de grens met Rusland. “Een dergelijke activiteit trekt nieuwe industriële bedrijven aan”, benadrukt Raik. “Natuurlijk dwingt het ons ook om onze beroepsbevolking verder te ontwikkelen.”

Het hoofdkwartier van Neo Performance Materials is gevestigd in Toronto (Canada) en heeft productievestigingen in Canada, China, Estland, Duitsland, Thailand en het Verenigd Koninkrijk. Het bedrijf heeft in Singapore ook een centrum voor onderzoek en ontwikkeling.

Posted in milieu | Reacties uitgeschakeld voor Estland opent eerste Europese magneetfabriek voor duurzame transitie

Japanse treinen rijden steeds vaker op hernieuwbare energie

Posted by managing21 on 17th september 2025

In Japan, een land met beperkte natuurlijke hulpbronnen, stappen treinmaatschappijen steeds vaker over op duurzame energie. Op die manier draagt de sector bij tot het streven van het land om tegen het midden van deze eeuw koolstofneutraal te zijn en de opwarming van de aarde tegen te gaan.

Momenteel wordt in Japan ongeveer 75 procent van de elektriciteit voor de aandrijving van treinen uit thermische energie. Het Japanse ministerie van transport streeft er echter naar om de uitstoot van de sector tegen het einde van volgend decennium ongeveer te halveren, tegenover het niveau van 11,77 miljoen ton dat in 2013 werd opgetekend.

In de prefectuur Tochigi, ten noorden van Tokio, rijden duurzame trams van Utsunomiya Light Rail over een route van 14 kilometer op elektriciteit die wordt opgewekt uit biomassa van een lokale installatie voor afvalverbranding en uit zonnepanelen op woningen. Hoewel het energieverbruik relatief laag blijft, vanwege de korte afstand van de route, kan volgens woordvoerders van het stadsbestuur van Utsunomiya de totale uitstootreductie oplopen tot ongeveer 9.000 ton per jaar wanneer ook de besparingen worden meegeteld van inwoners die de auto inruilen voor de tram.

Een ander voorbeeld is de Setagaya-lijn in Tokio, die zich over een afstand van vijf kilometer uitstrekt en in 2019 de eerste treinverbinding in Japan werd die volledig op hernieuwbare energie rijdt. De elektriciteit voor de lijn wordt opgewekt door waterkracht en geothermische energie.

Het bedrijf Tokyu, exploitant van de Setagaya-lijn en acht andere lijnen in Tokio en het aangrenzende Kanagawa, bereikte in 2022 het doel om al zijn treindiensten op hernieuwbare energie te laten rijden. Het bedrijf koopt elektriciteit die niet van fossiele brandstoffen afkomstig is en bespaart daarmee jaarlijks de uitstoot van 160.000 ton koolstofdioxide.

Hoewel het gebruik van duurzame energie belangrijk wordt geacht, confronteert het bedrijven met een hoog elektriciteitsverbruik vaak hoge kosten. Bovendien blijft het garanderen van een stabiele energievoorziening een uitdaging. “Hoewel we de extra kosten voor de aankoop van duurzame energie moeten dragen, heeft deze keuze enorm geholpen om onze inspanningen voor de decarbonisatie onder de aandacht te brengen”, betoogt een woordvoerder van Tokyu. Het bedrijf wil het gebruik van elektriciteit uit duurzame bronnen in de toekomst ook buiten de spoorsector verder uitbreiden.

Andere grote treinexploitanten, zoals Hankyu en Hanshin Electric Railway in de regio Kansai rond Osaka en Keikyu, die onder meer Tokio’s luchthaven Haneda met Yokohama verbindt, zijn eveneens begonnen met het gebruik van elektriciteit die van duurzame energiebronnen afkomstig is.

Posted in milieu, Mobility | Reacties uitgeschakeld voor Japanse treinen rijden steeds vaker op hernieuwbare energie

Duurzame vliegtuigbrandstof draagt bij tot ontbossing Amazone

Posted by managing21 on 17th september 2025

Een raffinaderij in Texas die duurzame brandstof levert aan Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen, koopt dierlijk vet van runderen die zijn grootgebracht op illegaal ontboste gronden in het Amazonegebied. Dat blijkt uit een rapport van het persbureau Reuters. De ontdekking roept vragen op over de werkelijke duurzaamheid van zogeheten groene vliegtuigbrandstof.

Diamond Green Diesel, een joint venture van de groep Darling Ingredients uit Louisiana en het olieconcern Valero Energy, investeerde honderden miljoenen dollars in een raffinaderij in Port Arthur (Texas). Daar wordt rundervet – ook wel talg genoemd – verwerkt tot een schoner alternatief voor kerosine en diesel. Het bedrijf geldt als een belangrijke speler op de Amerikaanse markt voor duurzame brandstoffen. Sinds 2022 ontving Diamond Green Diesel meer dan 3 miljard dollar aan belastingvoordelen voor de productie van biobrandstoffen.

“Volgens documenten en getuigenissen leveren echter ten minste twee Braziliaanse fabrieken, die sinds 2023 tienduizenden tonnen talg aan Diamond Green Diesel hebben verkocht, een deel van het product vanuit slachthuizen waar runderen van illegaal ontboste ranches in de Amazone worden verwerkt”, voert Reuters aan. 

Luchtvaartmaatschappijen zoals JetBlue en Southwest Airlines, die met Valero contracten sloten voor de aankoop van de duurzame vliegtuigbrandstof, mogen daardoor lagere emissies rapporteren. De raffinaderij van Diamond Green Diesel is namelijk gecertificeerd onder het akkoord Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation (Corsia), een initiatief van de Verenigde Naties dat de klimaatimpact van de luchtvaart moet beperken.

Drijver ontbossing

De markt voor duurzame vliegtuigbrandstof is vooralsnog beperkt in omvang. Dit jaar zou die markt een waarde hebben van 2,9 miljard dollar, tegenover 239 miljard dollar voor conventionele kerosine. Overheidssteun kan echter zorgen voor een sterke groei en stimuleert daarbij een extra vraag naar vet van Braziliaanse runderen, de grootste drijver van ontbossing in de Amazone. “Extra vraag kan leiden tot uitbreiding van veestapels en daarmee direct of indirect bijdragen aan ontbossing en aantasting van het bos”, waarschuwt Pedro Piris-Cabezas, econoom van de milieuorganisatie Environmental Defense Fund.

Volgens de Braziliaanse aanklager Ricardo Negrini is ook de juridische verantwoordelijkheid duidelijk. “Bedrijven die profiteren van grondstoffen uit een keten die met ontbossing heeft te maken, zijn mede aansprakelijk voor deze illegaliteit”, waarschuwt hij. 

Uit het onderzoek van Reuters, in samenwerking met het onderzoekscollectief Reporter Brasil, blijkt dat Darling Ingredients in 2022 voor 557 miljoen dollar meerdere fabrieken in Brazilië, waaronder vier in de Amazone, heeft aangekocht. De fabriek Araguaia, gelegen in de staat Pará, bleek vet te betrekken van slachthuizen die in 2025 door justitie op de vingers werden getikt wegens de verwerking van 20.000 runderen afkomstig van illegaal ontboste gronden. Alleen al in 2023 exporteerde Araguaia voor 4,4 miljoen dollar aan talg naar Diamond Green Diesel.

Ook andere leveranciers zijn in opspraak geraakt. Zo betrok een fabriek vet van een slachthuis dat honderden runderen kocht van een rancher die door de Braziliaanse federale politie is aangemerkt als mogelijk de grootste ontbosser van de Amazone.

Ondanks deze bevindingen wordt de import van Diamond Green Diesel door de International Sustainability and Carbon Certification (ISCC) als een duurzaam product gecertificeerd. Die organisatie ziet talg als een bijproduct van de vleesindustrie en doet geen onderzoek naar de herkomst van het product. Critici stellen dat deze benadering de impact van de veeteelt op ontbossing buiten beeld laat. “De International Civil Aviation Organization (Icao), verantwoordelijk voor het Corsia-akkoord, zegt dat zij toeziet op naleving door certificeringsinstanties, maar onthoudt zich van commentaar over de rol van ontbossing in de toeleveringsketen van talg”, werpt Reuters op.

Posted in luchtvaart & ruimtevaart, milieu | Reacties uitgeschakeld voor Duurzame vliegtuigbrandstof draagt bij tot ontbossing Amazone

Extreem zomerweer veroorzaakte in Europa 43 miljard euro schade

Posted by managing21 on 16th september 2025

De extreme weersomstandigheden die Europa de voorbije zomer heeft geteisterd, heeft een directe economische schade van minstens 43 miljard euro veroorzaakt. De kosten zouden tegen 2029 tot 126 miljard euro kunnen oplopen. Dat blijkt uit een rapport van wetenschappers aan de Universiteit van Mannheim en de Europese Centrale Bank.

De grootste schade werd geleden in Cyprus, Griekenland, Malta en Bulgarije. Daar vertegenwoordigden de verliezen meer dan 1 procent van het bruto binnenlandse product. Andere landen uit het mediterrane gebied – waaronder Spanje, Italië en Portugal – volgden op de voet.

De voorbije zomer werd in vele Europese regio’s gekenmerkt door extreme hitte, droogte en overstromingen. Die zorgden voor een schade die uitkwam op 0,26 procent van de totale economische output die de Europese Unie vorig jaar realiseerde. De auteurs van de studie stellen dat het rapport conservatieve resultaten weerspiegelt, aangezien er geen rekening is gehouden met de zware bosbranden die Zuid-Europa vorige maand heeft getroffen. Evenmin werd gekeken naar het cumulatieve effect dat wordt opgetekend wanneer meerdere extreme weersomstandigheden tegelijk optreden.

Onderzoeksleider Sehrish Usman, professor economie aan de Universiteit van Mannheim, benadrukte dat de tijdige schattingen beleidsmakers kunnen helpen om in afwezigheid van officiële data toch gericht steun te bieden. “De werkelijke kosten van extreem weer komen slechts langzaam aan het licht, omdat deze gebeurtenissen levens en bestaansmiddelen beïnvloeden door een breed scala aan kanalen die verder reiken dan de initiële impact.”

De wetenschappers stellen dat de opwarming van de aarde de extreme weersomstandigheden deze zomer heeft verergerd. Gesuggereerd wordt dat de klimaatverandering de kans op extreem heet en droog weer in Spanje en Portugal veertig keer groter heeft gemaakt en tien keer groter in Griekenland en Turkije. Het dodental van de hittegolf in juni zou door de opwarming van het klimaat in twaalf grote steden zijn verdrievoudigd.

Verborgen kosten

Onderzoek naar de economische kosten van klimaatverandering richt zich vaak op directe effecten, zoals vernietigde eigendommen of verzekerde schade, maar deze studie gebruikt historische verbanden tussen extreem weer en economische output om ook neveneffecten mee te nemen. Onder meer hield de studie ook rekening met de beperkte uren die bouwvakkers tijdens hittegolven kunnen werken of de verstoring van woon-werkverkeer na overstromingen die spoorlijnen beschadigen.

Volgens Stéphane Hallegatte, hoofdeconoom klimaat bij de Wereldbank, bevestigt de analyse dat de bredere economische impact van extreme weersomstandigheden groter is dan de directe schade en langer aanhoudt dan mensen vaak denken. “Ik pleit al lange tijd om de focus te verschuiven van directe schade door rampen naar bredere indicatoren die het volledige economische effect tonen”, benadrukte hij.

Hallegatte waarschuwde wel dat nog meer aandacht moet worden besteed aan armere gemeenschappen die door rampen worden getroffen. “Omdat deze mensen weinig middelen hebben, kan de impact minimaal lijken”, verduidelijkte hij. “Maar dit betekent niet dat deze mensen geen leed ervaren.”

Gert Bijnens, econoom bij de Nationale Bank van België, wees er anderzijds op dat verstoringen in de toeleveringsketen bij deze rampen vaak niet worden meegeteld. Hij wees erop dat bij de zware overstromingen in België in 2010 de omzet van fabrieken ver buiten het rampgebied sterk deed dalen wanneer hun langdurige leveranciers in de overstroomde gebieden zaten. Het negeren van dergelijke verborgen kosten kan volgens Bijnens de schade wel met 30 procent onderschatten.

Posted in milieu | Reacties uitgeschakeld voor Extreem zomerweer veroorzaakte in Europa 43 miljard euro schade

Scheepvaartbedrijven steunen wereldwijde heffing op broeikasgassen

Posted by managing21 on 16th september 2025

Bijna tweehonderd scheepvaartbedrijven, verzameld in de Getting to Zero Coalition, hebben de grootste maritieme naties in de wereld opgeroepen om een regelgeving voor een wereldwijde heffing op de uitstoot van broeikasgassen te introduceren. Op die manier moet de uitstoot van de scheepvaart volgens de ondertekenaars kunnen worden verminderd.

De Getting to Zero Coalition – een alliantie van bedrijven, overheden en intergouvernementele organisaties – zegt de lidstaten van de International Maritime Organisation (IMO) op te roepen om hun steun te betuigen voor de invoering van regelgeving die de overgang naar duurzame scheepvaart, inclusief de voorgestelde heffing, bevordert. Het voorstel zal tijdens een vergadering van de International Maritime Organisation  in Londen volgende maand worden behandeld.

“Gezien het belang van deze politieke beslissing, vinden we het belangrijk dat de stemmen uit de industrie die voor deze regelgeving zijn, gehoord worden”, benadrukte Jesse Fahnestock, hoofd decarbonisatie bij het Global Maritime Forum, dat de Getting to Zero Coalition beheert. De Verenigde Staten hebben het voorstel resoluut verworpen. De regering van de Amerikaanse president Donald Trump heeft zelfs gedreigd met tegenmaatregelen tegen landen die hun steun voor een heffing zouden uitspreken.

“De Verenigde Staten beschouwen het voorgestelde regelgevingskader als een de facto wereldwijde emissiebelasting voor Amerikanen, opgelegd door een organisatie van de Verenigde Naties die geen directe democratische controle biedt of verantwoording tegenover de Verenigde Staten aflegt”, hadden de Amerikaanse ministers van buitenlandse zaken, handel, energie en transport eerder al gezegd. Daarbij wordt gewag gemaakt van onhaalbare brandstofnormen en emissiedoelstellingen.

Volgens de Verenigde Staten zou China door de nieuwe brandstofnormen worden bevoordeeld. China is immers koploper in de ontwikkeling en productie van duurzamere brandstoffen voor de scheepvaart. Een aantal Amerikaanse scheepvaartbedrijven hebben het voorstel daarentegen wel ondersteund. The Chamber of Shipping of America pleit daarbij voor één wereldwijd systeem, in plaats van meerdere regionale systemen, waarbij schepen mogelijk dubbel zouden kunnen worden belast.

De uitstoot van de scheepvaart is het voorbije decennium sterk toegenomen. De sector zou inmiddels ongeveer 3 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen veroorzaken. Schepen zijn immers groter geworden, nemen per transport ook meer lading mee en verbruiken enorme hoeveelheden fossiele brandstoffen. De International Maritime Organisation wil tegen het midden een klimaatneutrale scheepvaart uitbouwen. Daarbij wordt onder meer ingezet op de ontwikkeling van uitstootarme of uitstootvrije brandstoffen.

Minimumheffing

In april kwamen de lidstaten van de International Maritime Organisation overeen om een minimumheffing in te voeren voor elke ton broeikasgassen die door schepen boven bepaalde drempels wordt uitgestoten. Er werd ook afgesproken om een maritieme brandstofnorm vast te stellen voor het gefaseerd gebruik van duurzamere brandstoffen. De sectororganisatie streeft bij zijn besluitvorming normaal gesproken naar een consensus, maar moest in dit geval tot een stemming overgaan. De Verenigde Staten waren opvallend afwezig.

Nu moeten de landen beslissen of de regelgeving in 2027 in werking zal treden. Indien dat voorstel wordt goedgekeurd, wordt de regelgeving verplicht voor grote oceaanschepen van meer dan vijfduizend ton, die 85 procent van de totale uitstoot van de internationale scheepvaart veroorzaken. “Wanneer er echter geen overeenstemming wordt bereikt, wordt de decarbonisatie van de scheepvaart verder vertraagd en dreigt de bijdrage van de sector in de strijd tegen de opwarming van de aarde grotendeels verloren te gaan”, zei Delaine McCullough, voorzitter van de Clean Shipping Coalition en directeur scheepvaart bij de Ocean Conservancy.

“Ondanks de Amerikaanse tegenstand, lijkt het erop dat de introductie van de nieuwe regelgeving door een meerderheid van de landen wordt gesteund”, benadrukt Faig Abbasov, analist bij de organisatie Transport and Environment. “Het akkoord van april is niet ambitieus genoeg, maar betekent wel een kans om de decarbonisatie van de sector te starten en te versterken.”

Scheepvaartbedrijven steunen de regelgeving omdat de maatregel hen de zekerheid biedt om vol vertrouwen in duurzamere technologieën, zoals alternatieve brandstoffen en aangepaste schepen, te investeren. Naast de Getting to Zero Coalition pleit ook de International Chamber of Shipping, die meer dan 80 procent van de wereldwijde koopvaardijvloot vertegenwoordigt, voor een invoering van de uitstootmaatregelen.

Posted in milieu, scheepvaart | Reacties uitgeschakeld voor Scheepvaartbedrijven steunen wereldwijde heffing op broeikasgassen