De regering van Saoudi-Arabie wil de tabaksbedrijven over de hele wereld vervolgen, tenzij ze de totale kosten dragen van de behandeling van patienten die lijden aan ziektes die verband houden met roken. Het ministerie van gezondheid zegt al een aanbod voor een minnelijke schikking van de tabaksproducenten verworpen te hebben.

Saoudi-Arabie heeft niet bekend gemaakt hoeveel financiele compensaties het land wil voor de behandeling van rokende patienten. Volgens een aantal bronnen besteedt de Saoudische bevolking jaarlijks ruim 1,3 miljard dollar aan tabak en andere rookwaren, maar het koninkrijk probeert het rookgedrag van zijn onderdanen steeds meer te beperken.

Een koninklijke decreet heeft inmiddels een rookverbod ingevoerd in alle openbare gebouwen en is er ook een verbod op sigarettenreclame in de media en op televisie. Volgens de Wereld Gezondheids Organisatie is één op tien Saoudi’s roker, maar andere bronnen maken gewag van ongeveer één op drie. “Volgens de Anti-Smoking Society sterven elk jaar 22.000 Saoudi’s aan het gevolgen van roken,” aldus het persbureau Reuters.

Volgens de Arabische minister van gezondheid Hamad al-Manie moeten de tabaksbedrijven de patienten schadeloos stellen en ook de Saoudische overheid vergoeden voor de kosten van de behandeling. “Anders worden de rechtszaken doorgezet,” benadrukte hij.

Een aantal sportorganisaties zoals de Engelse Premier League, de Uefa en Cricket Australia ondernemen stappen om illegale uitzendingen van hun wedstrijden op het internet te verbieden. Dat meldt de Britse omroep BBC. De gratis kanalen komen meestal van Chinese sportsites. Ze werken daarbij volgens een p2p-systeem en kunnen overal in de wereld gratis worden bekeken.

“Bijna alle wedstrijden van de Engelse Premier League zijn op het internet gratis en live te volgen,” stipt de BBC aan. “Dat geldt ook voor andere voetbalcompetities en andere sporten.” Om die praktijken te stoppen hebben een aantal sportorganisaties het bedrijf NetResult ingeschakeld om op het internet te speuren naar niet-geautoriseerde sportverslaggeving.”

Een aantal websites bieden rechtstreekse links aan tot elke wedstrijden en vragen van de gebruiker alleen een gratis p2p-programma te downloaden. “We boeken goede successen bij het blokkeren van uitzendingen vanop Chinese websites, maar het blijft een doorlopende uitdaging,” aldus een woordvoerder van NetResult tegen de Britse omroep. “Het is een strijd van lange duur.”

Wanneer een website wordt geblokkeerd, duiken er volgens NetResult de volgende dag tien nieuwe op om het aanbod over te nemen. Vele voetbalwedstrijden uit de Engelse eerste klasse worden niet op televisie getoond omdat dit het stadionbezoek zou kunnen doen afnemen. “Maar die wedstrijden zijn meestal wel beschikbaar op p2p-diensten,” stipt NetResult nog aan.

Een aantal betrapte websites kon inmiddels al worden geblokkeerd wegens overtreding op de intellectuele eigendomsrechten. Op dit ogenblik zijn er nog geen live wedstrijden van de Engelse eerste klasse legaal online beschikbaar, maar vanaf volgend seizoen hebben Sky en Setanta Sports tot 2010 het recht om de wedstrijden online rechtstreeks uit te zenden.

De beroemde Pulitzer Prize wordt voortaan ook opengesteld voor toepassingen van Web 2.0. In de toekomst zullen kranten ook online materiaal zoals databanken, interactive elementen, weblogs en streaming video kunnen indienen voor de journalistieke prijzen. Uitzondering zijn de fotografie-categorieen, waar nog altijd uitsluitend vaste beelden (stills) worden toegelaten.

“Met deze beslissing wil Pulitzer inspelen op de snelle veranderingen in de mediawereld, waarbij kranten steeds meer aandacht gaan besteden aan de online journalistiek,” aldus een woordvoerder van de organisatie tegen het magazine DotJournalism. “Daarbij kan de krant zowel een individueel online element inbrengen of een logisch totaalconcept indienen.”

Vorig jaar liet de Pulitzer Prize ook al een beperkte online content toe, maar dat bleef nog wel beperkt tot geschreven verhalen of foto’s. Alleen in de categorie public service mochten andere online toepassingen ingediend worden. In totaal keert het Pulitzer-comité veertien prijzen uit. Daarvan is locale berichtgeving er voor het eerst bij.

De nieuwe regelingen gelden voor materiaal dat dit jaar werd gepubliceerd en dat wordt ingediend voor de prijzen van volgend jaar.

De online uitgever Washingtonpost-Newsweek Interactive (WPNI) heeft de Global Power Barometer (GPB) gelanceerd. Dat is een instrument dat meet welke landen, ideologieen of bewegingen de meeste macht uitstralen, gebaseerd op het succes dat ze hebben bij het beinvloeden van wereldwijde opinies en evenementen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van duizenden bronnen uit de media, academische wereld, overheden en organisaties.

De Global Power Barometer, te vinden op PostGlobal, stelt een indicatie te kunnen geven van de meest machtige landen en ideologieen, zonder zich uit te spreken over de waarden en politiek die ze hanteren. “Daardoor kunnen we aangeven wat er in de wereld rond ons leeft,” stipt David Ignatius, samen met Fareed Zakaria van Newsweek moderator van PostGlobal en columnist bij The Washington Post. “De GPB geeft een dagelijks zicht op wat de wereld op dat ogenblik zegt en denkt.”

“De hele wereld is verbonden via het internet en de macht ligt daardoor niet langer uitsluitend in handen van de grootste militaire of economische machten,” aldus Caroline Little, directeur van Washingtonpost-Newsweek Interactive. “Allerlei groepen hebben geleerd om hun macht te maximaliseren door allianties te creeren en gebruik te maken van het internet. Wij hopen dat de GPB in combinatie met de opinies en analyses van PostGlobal, het geinformeerde debat kan stimuleren.”

De beroemde mediagroep Reader’s Digest wordt verkocht aan de Amerikaanse investeringsgroep Ripplewood Holdings. Daarmee zou een bedrag gemoeid zijn van 2,4 miljard dollar. Daardoor komt er een einde aan een tijdperk, want zestien jaar lang was Reader’s Digest een beursverhandeld bedrijf. De jongste jaren had het bedrijf het steeds moeilijker met de online concurrentie.

De raad van bestuur van Reader’s Digest heeft de overname door Ripplewood Holdings goedgekeurd en heeft ook aan de algemene aandeelhoudersvergadering voorgesteld in te stemmen met de overname. Reader’s Digest publiceert meer dan twintig magazines in meer dan zestig landen en heeft ook een aantal online activiteiten. Daarnaast verkoopt het bedrijf ook boeken, muziek, video en audioboeken.

DeWitt Wallace en zijn vrouw Lila Wallace publiceerden op 5 februari 1922 de eerste uitgave van Reader’s Digest. Ze verdeelden hun tijdschrift per post. In 1929 verscheen de uitgave voor het eerst in de krantenwinkels en in 1935 steeg de oplage voor de eerste keer boven één miljoen. In augustus vorig jaar vierde het concern zijn duizendste Amerikaanse uitgave.

Ripplewood werd opgericht in 1995 en heeft inmiddels drie miljard dollar geinvesteerd in de Verenigde Staten, Azie, Europa en het Midden-Oosten. De groep omvat onder meer ook WRC Media, uitgever van verscheidene uitgaves, zoals The World Alamac for Kids en The World Almanac and Book of Facts. Ook Time Life werkt onder de paraplu van Ripplewood.

De nieuwe eigenaar zegt de merken, content, distributie en klantentrouw van Reader’s Digest te willen verbeteren. Verwacht wordt dat de transactie tijdens het eerste kwartaal van dit jaar afgerond zal kunnen worden. Reader’s Digest kreeg het de voorbije jaren door de concurrentie van de online boekensector, zoals Amazon.com, steeds moeilijker. De verkoop van zijn flagship-tijdschrift daalde sinds het begin van dit decennium met 2,6 miljoen eenheden tot ongeveer 10 miljoen exemplaren.

Meer dan 24 procent van alle muziek die online wordt verkocht, komt op de harde schijven van 45-plussers terecht. Dat zegt een studie van de Recording Industry Association of America, een organisatie die de vier belangrijkste platenmaatschappijen in de wereld (Universal, Sony, Warner en EMI) overkoepelt. Het cijfer reflecteert ook de verhoudingen in de algemene muziekverkopen: consumenten die ouder zijn dan 45 jaar, zijn goed voor 25 procent van de totale muziekverkoop van de vier majors. Tien jaar geleden waren consumenten boven de 45 jaar nog maar goed voor 15 procent van de totale muziekverkopen.

In het centrum van Stockholm opent in 2008 een museum gewijd aan de popgroep ABBA. Dat is dinsdag bekendgemaakt. In het interactieve museum zullen kleding en instrumenten van de ABBA-bandleden te zien zijn, handgeschreven songteksten en allerlei prijzen en onderscheidingen die de Zweedse band in de wacht heeft gesleept. Ook kunnen bezoekers in een studio hun eigen ABBA-lied opnemen. Het duurde volgens de initiatiefnemers bijna twee jaar om de vier ABBA-leden – Benny Andersson, Bjorn Ulvaeus, Agnetha Faltskg en Anni-Frid Reuss – ervan te overtuigen dat een museum werkelijk een goed idee was. De bandleden doneren allerlei spullen aan het museum, maar zijn er verder niet bij betrokken. De burgemeester van Stockholm, Kristina Axen Olin, verwacht een half miljoen bezoekers per jaar.

Airbus gaat de helft van de werkzaamheden aan de rompdelen van het nieuwe langeafstandsvliegtuig A350 uitbesteden. Het concern hoopt daarmee de ontwikkelingskosten met 1,8 miljard euro te kunnen drukken. Dat heeft Airbus-topman Louis Gallois gezegd. Airbus verkeert in een crisis door de aanhoudende problemen met de productie van de superjumbo A380. Daardoor heeft de levering van de A380 al twee jaar vertraging opgelopen. Als gevolg van deze problemen wil de Europese vliegtuigbouwer drastisch in de kosten gaan snijden. Airbus-moederconcern EADS heeft nog niet het groene licht gegeven voor de ontwikkeling van de A350. Er zouden nog meningsverschillen bestaan bij de aandeelhouders van EADS over de financiering van het naar schatting 10 miljard euro kostende A350-project.

De internationale ontwikkelingsbanken zouden de voorwaarden waaronder ze leningen verstrekken aan Afrika tegen het licht moeten houden. Dat is nodig omdat ze in toenemende mate concurrentie ondervinden van China, dat ook geld uitleent maar daarbij veel soepeler te werk gaat. Dat heeft de president van Europese Investeringsbank (EIB), Philippe Maystadt, gezegd. China is in toenemende mate actief in Afrika, waar het hulp geeft en kredieten verstrekt in ruil voor toegang tot grondstoffen als metalen en olie. Op die manier kan het land de snelle groei van zijn economie handhaven. China zelf heeft onvoldoende hulpbronnen om door te groeien, zeker in het huidige tempo. De ontwikkelingsbanken zoals de Wereldbank hechten grote waarde aan de voorwaarden waaronder ze zelf leningen verstrekken. Het gaat daarbij onder meer om naleving van mensenrechten en het tegengaan van milieuvervuiling. Op dat vlak neemt China het echter een stuk minder nauw. China heeft door zijn handelwijze verscheidene projecten in Afrika en Azië kunnen beginnen waar de EIB ook graag in was gestapt, zegt Maystadt.

Het Zwitserse leger, dat in 1798 voor het laatst heeft gevochten, stelt zich beschikbaar voor het bedrijfsleven. Managers kunnen nu op een vierdaagse cursus, waar ze leren problemen op een militaire manier op te lossen. Voor ongeveer 1.000 euro krijgen managers bij het Zwitserse leger een training in besluitvaardigheid en leidinggeven. Dat is volgens generaal-majoor Ulrich Zwygart goedkoper dan naar Harvard gaan. “Wat je hier leert over besluitvaardigheid en strategie, is ook relevant in overnamesituaties,” voegt hij daar aan toe. Het programma heeft veel weg van een survival. De deelnemers verblijven bij het meer van Luzern in een militaire bunker, die is uitgekozen vanwege het gebrek aan ontvangst voor mobiele telefoons. Ze ontvangen pas op de plek zelf de informatie waarmee ze een historische case moeten oplossen. De deelnemers krijgen de opdracht het probleem in vijf stappen op te lossen. Iedere keer als ze denken een oplossing te hebben voegt de cursusleider nieuwe informatie toe, die de zaak weer compliceert.  De deelnemers zijn hooggeplaatste leidinggevenden van grote bedrijven als verzekeraar Swiss Life en zakenbank UBS.

Volkswagen investeert 530 miljoen dollar in een nieuw te bouwen fabriek in India. Volgens de Duitse ambassade in New Delhi zal de grootste autofabrikant van Europa woensdag een overeenkomst tekenen met de staat Maharashtra. Uit de nieuwe fabriek moeten vanaf medio 2009 kleinere personenwagens rollen. In de Indiase autobranche gaat jaarlijks meer dan 7 miljard dollar om. Momenteel wordt de markt gedomineerd door compacte auto’s. Aziatische fabrikanten als Suzuki en Hyundai zijn vooralsnog de baas over langzaam oprukkende westerse autobouwers zoals Renault en nu ook Volkswagen. Analisten verwachten dat Aziatische autobouwers dominant blijven op het gebied van compacte personenauto’s. Westerse producenten zullen volgens hen de hogere segmenten gaan bedienen. Grotere en duurdere auto’s vinden in India wel in toenemende mate aftrek nu de economische groei voor meer welvaart zorgt.

De Nederlandse zakenman Joep van den Nieuwenhuyzen is wederom veroordeeld voor fraude. Kort voor het faillissement liet hij zijn bedrijf SP Aerospace 6,8 miljoen euro voor onderdelen van tanks en houwitsers betalen aan RDM, dat ook eigendom was van de ondernemer. Volgens een rechtbank in Den Bosch heeft Van den Nieuwenhuyzen daardoor de schuldeisers van SP Aerospace benadeeld. Hij moet de curator 6,8 miljoen euro plus wettelijke rente betalen, aldus de onlangs gedane uitspraak van de rechtbank. SP Aerospace kocht nieuwe en gebruikte onderdelen van Leopard-tanks en M-109-houwitsers van RDM. Daar had RDM zelf 1,6 miljoen euro voor betaald. Na de ondergang van SP Aerospace bleken de gekochte onderdelen nauwelijks iets waard te zijn.

Vrouwelijke werknemers rijden veiliger dan mannelijke. Dat blijkt uit onderzoek in Groot Brittannië. Mannen overtreden vaker de maximumsnelheid of de toegestane hoeveelheid alcohol. Het Britse adviesbureau Croner ondervroeg mannen en vrouwen naar hun rijgedrag wanneer ze voor hun werk onderweg zijn. Van de mannen geeft 55 procent toe zich niet altijd aan de toegestane snelheid te houden wanneer ze voor de baas onderweg zijn. Bij vrouwen geldt dit voor 38 procent. Een op de tien mannen kruipt met te veel drank op achter het stuur. Ook hierin geven vrouwen aan zich verantwoordelijker te gedragen: een op de honderd vrouwen maakt zich hier schuldig aan. Volgens veiligheidsmanager Nasa Farooq van Croner is bij 800 tot 1.000 van de jaarlijkse 3.600 dodelijke ongelukken op Britse wegen sprake van werkverkeer.

Het Spaanse FC Barcelona is het sterkste merk in het Europese voetbal. De Catalaanse club verdrong Manchester United van de toppositie in de lijst van het Engelse agentschap Global Sponsors. Na Barcelona en Manchester volgen Real Madrid, Chelsea en AC Milan. De top tien wordt aangevuld door Bayern München, Arsenal, Liverpool, Inter Milaan en Lyon. Engeland telt vier teams in de ranking, Spanje en Italië twee, Duitsland en Frankrijk elk één. “De internationale uitstraling van Barcelona wordt in grote mate mee bepaald door spelers als de Braziliaan Ronaldinho en het charisma van coach Frank Rijkaard,” zegt commercieel directeur Michael Stirling van Global Sponsors. Hij verdedigde ook de tweede plaats van Mancheser. “Gezien het gebrek aan succes en de brede negatieve publiciteit ten gevolge van de overname door de Amerikaan Malcolm Glazer, lijkt die positie niet logisch,” gaf hij toe. “Onze contactpersonen beklemtonen echter hoe moeilijk het is een merk uit te bouwen en benadrukken dat Manchester serieus op de goede weg was voor de overname.”

Het Spaanse elektriciteitsbedrijf Iberdrola koopt Scottish Power voor 17,2 miljard euro. De fusiegroep, met een capaciteit van 36.000 megawatt (MW) en een beurskapitalisatie van 46,4 miljard euro, wordt het nummer drie in Europa na het Franse EDF en het Duitse E.ON. In hernieuwbare energie wordt de groep wereldwijd het nummer één, met een capaciteit van 6.000 megawatt. De fusie creëert veel geografische synergie. Iberdrola staat sterk in Spanje en Zuid-Amerika en Scottish Power in Europa en de Verenigde Staten. Iberdrola biedt een deel cash en een deel in aandelen. De Britten krijgen zo 21,4 procent van de fusiegroep in handen.

Meer Nieuws

Canada wordt het beloofde land voor de diamantproducenten. Dat heeft Jim Gowans, hoofd van De Beers Canada, gezegd. De Canadese diamantontginning is amper tien jaar oud, maar heeft zich nu al opgewerkt tot de derde grootste producent van de wereld. Bovendien heeft de Canadese ondergrond volgens Gowans nog gigantische diamantreserves.

Het Zuid-Afrikaanse De Beers, dat de helft van de wereldwijde diamantontginning voor zijn rekening neemt, investeert 1,8 miljoen dollar in de ontwikkeling van twee Canadese diamantprojecten. Op dit ogenblik worden er diamanten ontgonnen in Ekati (BHP Billiton), Diavak (Aber Diamond en Rio Tinto) en Jericho (Tahera Diamond). De Beers neemt de vierde en vijfde mijn voor zijn rekening.

De Beers investeerde dit jaar 11,5 miljoen dollar in Canadese diamantexploraties. Voor volgend jaar werd daarvoor een bedrag van 15 miljoen dollar voorzien, ongeveer 15 procent van het wereldwijde exploratiebudget van het Zuid-Afrikaanse bedrijf. Samen besteedden diamantbedrijven dit jaar 286 miljoen dollar in de Canadese diamantexploratie, maar een grote kimberlite-vondst is nog altijd niet gerealiseerd.

De Beers startte veertig jaar geleden met zijn Canadese exploraties. In Snap Lake (Northwest Territories) zal in juli volgend jaar met mijnoperaties begonnen worden. Dat is de eerste keer dat De Beers zich buiten Afrika waagt. Sommige van die Afrikaanse mijnen beginnen echter uitgeput te raken. In 2008 zou gestart worden in Victor (Ontario) en in Gahcho Kue (Northwest Territories), een joint-venture met Mountain Province Diamonds en Camphor Ventures.

Canada is moet alleen Botswana en Rusland als grootste diamantproducenten laten voorgaan. “Er is voldoende kwaliteit en kwantiteit,” benadrukte Pierre Leblanc, topman van Canadian Diamond Consultants, tegenover het persbureau Reuters. “In de ruwe handel is de Canadese industrie voldoende bekend, maar op het gebied van retail is dat veel minder. Veel mensen weten niet dat Canada zijn eigen diamanten heeft.”

Een aantal producenten willen de Canadese diamanten een eigen merknaam geven, maar daar is De Beers geen voorstander van. De Beers heeft immers zijn eigen standaard en heeft er wegens zijn bekendheid geen voordeel bij om daarvan af te stappen.

Charles Simonyi wordt de vijfde toerist die een ruimtereis zal maken naar het International Space Station. Dat heeft Space Adventures, organisator van de toeristische ruimtereizen, bekend gemaakt. Simonyi is een softwarepionier die onder meer carrière maakte bij Microsoft en een enthousiast luchtvaartamateur is. Hij kan in maart volgend jaar met een Russische Soyoez meevliegen naar het ruimtestation.

De 58-jarige Charles Simonyi is Hongaar van geboorte, maar verliet op 17-jarige leeftijd zijn geboorteland om in de Verenigde Staten technologie en computerwetenschappen te studeren. Daarna werkte hij acht jaar lang bij Xerox, om in 1981 de overstap te maken naar Microsoft, waar hij een belangrijke rol speelde bij de ontwikkeling van Word en Excel. In 2002 verliet hij Microsoft om Intentional Software op te richten.

Simonyi betaalt Space Adventures ongeveer 20 tot 25 miljoen dollar voor een reis naar het International Space Station. Hij volgt op dit ogenblik een opleiding in het Russische opleidingscentrum Star City. Aan boord van het ruimtestation zal hij assisteren bij een aantal wetenschappelijke experimenten. Hij zal ook een blog onderhouden (www.charlesinspace.com) om het jongere en oudere publiek warm te maken voor de ruimtevaart.

Simonyi kreeg al vroeg de ruimtevaart-microbe te pakken. In zijn geboorteland won hij als 13-jarige een astronautenwedstrijd, waarbij hij een reis won naar Moskou voor een ontmoeting met Pavel Popovich, één van de allereerste Russische kosmonauten. Hij heeft ook meer dan 2.000 vlieguren met helicopters en vliegtuigen op zijn naam staan.

Charles Simonyi is niet de enige ruimtevaart-fanaat met Microsoft-wortels. Paul Allen, mede-oprichter van Microsoft en een persoonlijke vriend van de toekomstige ruimtetoerist, werkt aan de ontwikkeling van een ruimteschip voor de private sector. Simonyi wordt de vijfde ruimtetoerist uit de geschiedenis. Hij werd voorgegaan door Dennis Tito (28 april 2001 tot 6 mei 2001), Mark Shuttleworth (25 april 2002 tot 5 mei 2002), Gregory Olsen (1 oktober 2005 tot 11 oktober 2005) en Anousheh Ansari (18 september 2006 tot 29 september 2006).

De videowebsite YouTube heeft een overeenkomst gesloten met Verizon Wireless om in de Verenigde Staten zijn diensten ook op mobiele toestellen aan te bieden. Dat meldt het magazine Telecoms.com. Daarbij zouden gebruikers ook de mogelijkheid krijgen om met hun gsm-toestellen niet alleen video’s te bekijken, maar ook bewegende beelden te uploaden.

De nieuwe service zou in december gelanceerd worden. Daarbij worden via Verizon abonnementsgelden van drie dollar per dag of vijftien dollar per maand aangeboden. Eerder al richtte Verizon zich op diensten als text messaging en muziek en video om nieuwe inkomstenstromen te genereren. Het bedrijf hoopt dat de YouTube-content mobiel een even groot succes wordt als op het vaste internet.

De video’s op YouTube worden elke dag door meer dan honderd miljoen bezoekers bekeken. Het bedrijf, dat eerder deze maand door Google werd overgenomen voor een bedrag van 1,76 miljard dollar, hoopt zijn activiteiten nu ook mobiel verder te kunnen ontplooien. In Groot-Brittannie heeft O2 een gelijkaardige dienst gelanceerd, waarbij gebruikers videoclips kunnen insturen en waarbij de meest populaire content een vergoeding krijgt.

Moskou is weliswaar nog altijd de meest aantrekkelijke Russische regio om te investeren, maar toch is Sint-Petersburg voor investeerders aanzienlijk veiliger. Dat blijkt uit een onderzoek van het magazine Expert. Niet verwonderlijk wordt Tsjetsjenie beschouwd als de meest risicovolle Russische regio om zaken op te zetten.

Sint-Petesburg is volgens Expert van alle 80 Russische regio’s de meest veilige om te investeren en is na Moskou ook het meest aantrekkelijk gebied voor investeerders. Met een elfde plaats wordt Moskou nog altijd als een relatief riskant gebied genoemd om zaken te doen.

Het hoeft geen verwondering te wekken dat het rumoerige en oorlogszuchtige Tsjetsjenie het minst veilige gebied is om te investeren. “Maar toch heeft het gebied een aantal mogelijkheden, waardoor het in het algemeen tot een 78ste plek is opgeklommen,” aldus Expert.

Khanty-Mansiisk, de regio dat de helft van de Russische olie produceert en verantwoordelijk is voor een kwart van de Russische belastingsinkomsten, is de vierde meest aantrekkelijke regio voor investeerders. Maar op het gebied van veiligheid daalt de regio van een 18de naar een 31ste plaats.